Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2020
Ons land telt volgens schattingen van het CBS bijna 40.000 dak- en thuisloze mensen.
Sinds de publicatie van deze cijfers ben ik, samen met de ministers van MenW, BZK
en de Staatssecretaris van SZW en met betrokken partijen aan de slag gegaan om te
komen tot een gezamenlijk plan van aanpak met maatregelen op het gebied van preventie,
wonen, begeleiding en participatie. Het dinsdag gepresenteerde onderzoek van de Raad
voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) Herstel begint met een huis. Dakloosheid voorkomen en verminderen bevestigt dat we met een dergelijke gezamenlijke aanpak op de goede weg zijn. De
coronacrisis onderstreept de noodzaak daarvan nog eens extra. Een deel van de dak-
en thuisloze mensen wil liever niet in de opvang verblijven, omdat zij bang zijn hier
besmet te worden. Ze kunnen zich niet terugtrekken op een eigen plek en voelen zich
hierdoor onveilig. De crisis maakt duidelijk hoe belangrijk het voor mensen is om
een eigen plek te hebben. Het is goed om te zien dat gemeenten, aanbieders, straatdokters
en anderen met man en macht aan het werk zijn om deze groep te bereiken en ze waar
mogelijk en nodig te helpen.
Advies Raad voor Volksgezondheid en Samenleving
Ik heb de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) op 23 januari 2020 gevraagd
te adviseren inzake de aanpak van dak- en thuisloosheid met een focus op preventie.
Het advies «Herstel begint met een huis. Dakloosheid voorkomen en verminderen» zend ik u hierbij toe1. Uit het adviesrapport volgt dat bestaansonzekerheid en gezondheidsproblemen het
risico dat mensen dakloos raken vergroten, omdat ze maken dat mensen (geleidelijk)
in een proces van sociale uitsluiting terecht kunnen komen. Het aantal mensen van
wie de bestaanszekerheid onder druk staat is de afgelopen tien jaar toegenomen.
Dit in combinatie met een aantal maatschappelijke ontwikkelingen zoals een structureel
tekort aan woonruimten in de onderste, goedkopere trede van de woningmarkt en institutionele
factoren die mensen in een kwetsbare positie verder naar de rand van de samenleving
duwen, verklaart volgens de RVS de forse stijging van het aantal dak- en thuisloze
mensen in de afgelopen jaren.
De RVS formuleert vanuit het recht op huisvesting drie aanknopingspunten voor een
structureel andere aanpak van dak- en thuisloosheid:
-
1. investeren in een bufferzone aan de onderkant van de woningmarkt;
-
2. doorbreken van routes naar dakloosheid;
-
3. tegengaan van processen van sociale uitsluiting.
Plan van aanpak dak- en thuisloosheid
In de Kamerbrief van 6 december jl.2 beschreven de Minister van MenW, de Staatssecretaris van SZW en ik de ambities van
het kabinet ten aanzien van dak- en thuisloosheid. We willen dak- en thuisloosheid
en slapen op straat zoveel mogelijk voorkomen. Alleen als er echt geen andere mogelijkheid
is, verblijven mensen in de maatschappelijke opvang, maar idealiter nooit langer dan
drie maanden. Het bieden van perspectief aan (dreigend) dak- en thuisloze mensen staat
centraal.
De afgelopen periode hebben wij veel partijen gesproken over het invullen van deze
ambitie. Diverse partijen staan klaar om de benodigde maatregelen te treffen. Om hier
ook daadwerkelijk invulling aan te kunnen geven, stelt het kabinet voor de jaren 2020
en 2021 200 miljoen euro beschikbaar. We starten met maatregelen in de 21 centrumgemeenten
(waaronder de G4) die hebben aangegeven in 2020 al extra stappen te kunnen zetten.
Het kabinet verwacht van de andere 22 centrumgemeenten dat zij in 2021 extra maatregelen
zullen treffen.
De punten die de RVS noemt betrekken wij bij de voorbereiding van het plan van aanpak
dat het kabinet, zoals toegezegd, later dit voorjaar naar uw Kamer stuurt. In het
plan wordt de ambitie (ten aanzien van dak- en thuisloosheid) uitgewerkt in concrete
doelen en maatregelen. Ondertussen werken gemeenten, aanbieders, corporaties, cliëntenorganisaties
en andere relevante partijen uiteraard door aan het zo goed mogelijk helpen van dak-
en thuisloze mensen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis