29 296 Tunnelveiligheid

Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2020

Op 9 oktober 20181 en 6 juni 20192 is uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken over de verminderde brandwerendheid van beton bij vier wegtunnels die na 2008 zijn opgeleverd en één tunnel in aanbouw. Het betreft de Salland-Twentetunnel (N35), de Ketheltunnel (A4), de Tweede Coentunnel (A10) en de Koning Willem Alexandertunnel (A2) en de Gaasperdammertunnel (A9).

Inmiddels zijn de herstelwerkzaamheden in de Gaasperdammertunnel volledig afgerond. Deze werkzaamheden konden zonder verkeershinder worden uitgevoerd omdat deze tunnel nog in aanbouw is. Voor de vier bestaande tunnels vinden er voorbereidende werkzaamheden plaats. Inmiddels zijn de hitteproeven in alle vier de tunnels uitgevoerd. Uit deze hitteproeven is gebleken dat het beton aantoonbaar niet voldoet aan de brandwerendheidseisen.

Op basis van de brandwerendheidseis en de resultaten van de hitteproeven zijn herstelplannen opgesteld. Deze worden momenteel besproken met de desbetreffende gemeenten vanuit hun rol als Bevoegd Gezag. Het herstel van de tunnels zal hinder voor het verkeer met zich mee brengen, het zoveel mogelijk beperken van de hinder is een belangrijk aandachtspunt in deze plannen en in de overleggen met de gemeenten en de regio.

Herstel van de eerste bestaande tunnel werd verwacht in 2020. Dit is echter niet haalbaar gebleken. Om te komen tot een zorgvuldige aanpak en om de hinder voor de omgeving zo veel mogelijk te beperken, wil ik eerst de uitkomsten van de nadere onderzoeken die hiervoor in gang zijn gezet afwachten. Aanvang van het herstel van de eerste tunnel wordt daarmee niet verwacht voor 2021.

Daarnaast lopen er nog enkele vervolgonderzoeken, waaronder onderzoek naar tunnels die zijn opgeleverd tussen 2000 en 2008. Dit om uit te zoeken en zo mogelijk uit te sluiten dat het risico van verminderde brandwerendheid zich ook voor 2008 kan hebben voorgedaan. Dit onderzoek loopt nog, de uitkomsten worden later dit jaar verwacht. Mogelijk leidt dit tot aanvullende maatregelen en kosten.

Zodra de uitkomsten van vervolgonderzoeken of de overleggen met de regio over de herstelplannen daar aanleiding toe geven zal ik u nader informeren.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Kamerstuk 29 296, nr. 34.

X Noot
2

Kamerstuk 35 000 A, nr. 122.

Naar boven