Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juli 2019
Tijdens het AO Arbeidsmarkt op 2 juli jl. heb ik met uw Kamer gesproken over het nog
bij uw Kamer in te dienen wetsvoorstel BIG II en de bijbehorende overgangsregeling
voor verpleegkundigen. Het is mijn bedoeling om via BIG II de regieverpleegkundige
te reguleren. Dit voorstel is tot stand gekomen na een langjarige wens van veldpartijen,
tegen de achtergrond dat de zorg verandert en complexer wordt.
Bij de introductie van de regieverpleegkundige in de Wet op de beroepen in de individuele
gezondheidszorg (Wet BIG) is een goede overgangsregeling voor verpleegkundigen noodzakelijk.
Medio april 2019 heeft de commissie Meurs haar advies inzake de overgangsregeling
uitgebracht. De weken erna zijn meerdere gesprekken gevoerd met de beroepsvereniging
Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland, de vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties
(Brancheorganisaties Zorg – BoZ) en de vertegenwoordigers van werknemersorganisaties
(FNV, CNV en NU’91). Na gezamenlijke besluitvorming met alle voornoemde partijen is
uw Kamer bij brief van 5 juni 2019 (Kamerstuk 29 282, nr. 365) geïnformeerd over dit proces en de voorgenomen invulling van de overgangsregeling.
De afgelopen weken is gebleken dat de inhoud van de voorgenomen overgangsregeling
tot veel onrust en vragen leidt bij de verpleegkundigen. Ik betreur, net als andere
betrokken partijen, de ontstane onrust.
Gelet op deze onrust bied ik voornoemde partijen graag de ruimte om in gezamenlijkheid
te kunnen bezien welke vervolgstappen nu wenselijk zijn. Het streven is dat dit overleg
met bovengenoemde partijen eind van de zomer zal plaatsvinden. Ik ben bereid dat overleg
te faciliteren met een onafhankelijke voorzitter. Zoals ook reeds aangekondigd tijdens
de tweede termijn van het AO Arbeidsmarkt op 2 juli jl. ben ik eveneens graag bereid
te luisteren naar een aanvullend of verbeterd advies inzake de overgangsregeling,
mits alle partijen daar gezamenlijk volledig achterstaan. Ik waardeer het werk van
alle verpleegkundigen dat zij dagelijks doen zeer.
De uitkomsten van het overleg tussen partijen wil ik afwachten alvorens het wetsvoorstel
BIG II en de beantwoording van het schriftelijk overleg van 17 juli jl. over de brief
van 5 juni 2019 (Kamerstuk 29 282, nr. 365) bij uw Kamer zal worden ingediend. Dit stelt mij in staat om waar nodig nieuwe inzichten
in de beantwoording van het schriftelijk overleg te verwerken en bij de verdere voorbereiding
van het wetsvoorstel te betrekken. Om deze reden zal ik het wetsvoorstel BIG II niet
direct na de zomer bij uw Kamer indienen. Ook de vragen uit het schriftelijk overleg
zal ik daarom niet beantwoorden binnen de gestelde termijnen.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins