29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

Nr. 276 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juli 2017

Mede namens de Minister van VWS bied ik u hierbij de arbeidsmarktagenda «Aan het werk voor ouderen» aan1. Onder deze titel zijn ActiZ, BTN, CNV, FNV, de MBO-raad, NVZ en VWS samen aan de slag gegaan met een arbeidsmarktagenda zorg voor ouderen. In mijn brief van 7 april van dit jaar2 heb ik deze agenda aangekondigd. In de afgelopen periode is onder leiding van prof. dr. Romke van der Veen samen met het CAOP door deze partijen hard gewerkt aan het opstellen van deze agenda. Tientallen organisaties hebben ideeën aangedragen, van waaruit vier doelstellingen zijn geformuleerd: behouden van zorgprofessionals, vergroten van de instroom, verminderen van de zorgafhankelijkheid en verbeteren van de kwaliteit. Om die doelstellingen te realiseren zijn in de arbeidsmarktagenda elf actielijnen benoemd die zowel landelijk als regionaal richting geven aan concrete acties.

Partijen nemen hiermee gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de enorme personele opgave waar de zorg voor staat. Het is een agenda van, voor en door betrokken partijen, waarin partijen vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid gezamenlijk werken aan oplossingen. Wij waarderen dat zeer en zien deze agenda als een goede basis om de komende jaren gezamenlijk de uitdaging van een evenwichtige arbeidsmarkt met voldoende goed opgeleid personeel aan te gaan.

De opgave

Tot en met 2022 stijgt de werkgelegenheid in zorg en welzijn met bijna 200 duizend personen. Als we nu niets extra doen, kan het tekort aan zorgprofessionals oplopen tot tussen 100 en 125 duizend personen. Voor een groot deel komt dit cijfer uit de personele opgave als gevolg van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg (40 duizend fte, ongeveer 70 duizend personen). Het gaat vooral om verzorgenden en verpleegkundigen (mbo en hbo). Hoewel steeds meer mensen kiezen voor een opleiding in de zorg, is dit niet voldoende.

Deze opgave vraagt een enorme inzet op het aantrekken van nieuwe mensen voor de sector. Dit gaat om mensen die eerder wel in de zorg werkten (herintreders) of mensen uit andere sectoren of branches binnen zorg en welzijn waarvoor minder werk is (zij-instromers), zoals mensen met een welzijnsachtergrond. Dit geldt ook nadrukkelijk voor mensen met een lager opleidingsniveau.

Tegelijkertijd, en minstens zo belangrijk, is het behoud van mensen voor de sector. Dit betekent het garanderen van een prettige en gezonde werkomgeving. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om bieden van werkzekerheid, inzet op continue ontwikkeling van medewerkers en inzet op gezondheid.

Ook is het belangrijk om in te zetten op innovatie en manieren om het werk anders, slimmer en beter te organiseren. Een maximale inzet op nieuwe technologie is van groot belang. Hiermee kan er juist meer aandacht naar de patiënt/cliënt daar waar dat het hardste nodig is.

De agenda als startpunt

Deze zorgbrede uitdagingen vragen om een permanente inzet van veel partijen in de komende periode. Een aantal enthousiaste partijen is in de afgelopen periode begonnen aan deze agenda. Het is echter goed om te merken dat veel andere partijen ook willen aansluiten. En dat kan. De agenda is nadrukkelijk een startpunt van de samenwerking. In de komende periode gaan partijen aan de slag om deze bestuurlijke afspraken concreet vorm te geven. Zowel landelijk als in de regio. In concrete regionale bestuurlijke afspraken naar voorbeeld van het initiatief in Noord-Brabant (zonderzorg2020.nl). Daar hebben partijen afspraken gemaakt over bijvoorbeeld het streven naar 15 opleidingsplaatsen op elke 100 zorginhoudelijke werkers, een verhoging van de instroom van jongeren in 2018 met 15%, of een verhoging van het opleidingsrendement naar 80% met kwalitatieve stages, leerwerkplekken en begeleiding. Dergelijke afspraken worden de komende periode gemaakt en opgepakt in alle arbeidsmarktregio’s van VWS, ondersteund door RegioPlus.

Landelijke partners werken verder om – naast de inspanningen op het landelijke niveau – deze regionale afspraken mogelijk te maken en waar nodig een extra duwtje te geven op basis van de 11 actielijnen uit de onderstaande figuur3. Voor actielijn 1 (verbeteren kwaliteit werkomstandigheden) gaat dit bijvoorbeeld over het tegengaan van ziekteverzuim, verminderen werkdruk en verlagen van regeldruk.

VWS ondersteunt deze aanpak actief. Daarnaast geven we de agenda een extra impuls met de voor de periode 2017 tot 2021 bij Voorjaarsnota extra beschikbaar gestelde € 72 miljoen. Dit bedrag is bestemd voor het verbeteren van het beeld van werken in de zorg en voor scholing van nieuw aan te trekken personeel.

Voortbouwen op wat al gebeurt

Hoewel de agenda een startpunt is voor deze samenwerking rond de zorg voor ouderen, betekent dit geenszins dat partijen niet al hard werken aan voldoende en gekwalificeerd personeel. Op regionaal niveau weten partijen elkaar steeds beter te vinden om te werken aan concrete oplossingen. Bijvoorbeeld met het Zorgpact is het gelukt om deze samenwerking veel meer zichtbaar te maken en de samenwerking op het terrein van onderwijs- en arbeidsmarkt verder te stimuleren. Met uitvoering van de regionale sectorplannen zorg in de afgelopen jaren hebben partijen laten zien in staat te zijn om in korte tijd op-, bij- en nascholing te organiseren voor 70.000 mensen. Hierop willen we voortbouwen.

Recent bekrachtigden 30 Utrechtse zorg- en onderwijsorganisaties een convenant gericht op het oplossen van huidige en toekomstige tekorten. Onder de noemer SamUZ hebben partijen onder meer afgesproken de numerus fixus voor komend jaar te laten vallen. Partijen zetten alles op alles om goede stageplaatsen te garanderen. De basis van deze afspraken is een gezamenlijke regionale analyse van de zorgvraag en daaropvolgende personeelsvraag. VWS draagt hieraan bij met het project Zorggebruik, dat zich specifiek richt op regionale arbeidsmarktanalyses als basis voor regionale afspraken. Eerder werd in Noord Brabant ook een dergelijk convenant afgesloten. Beide convenanten zijn voorbeelden van de beweging die we willen maken met de integrale agenda zorg voor ouderen: landelijk commitment op een gezamenlijke aanpak met in het verlengde daarvan brede en concrete regionale agenda’s gericht op het oplossen van tekorten. Met de integrale arbeidsmarktagenda zorgen we daarnaast voor landelijke steun voor deze aanpak.

Numerus fixus opleiding hbo-verpleegkunde

Een specifiek aandachtspunt is de numerus fixus dat een aantal hogescholen hanteert voor de opleiding tot hbo-verpleegkundige. Het aantal nieuwe studenten is gelukkig sterk gestegen van ongeveer 5.000 in 2014 naar bijna 6.500 in het afgelopen schooljaar. Voor het komende schooljaar (2017–2018) verwachten de hogescholen nog eens ruim 2.000 extra voltijd studenten op te gaan leiden. Voor sommige hogescholen betekent dit een verdubbeling van het aantal studenten. Dat is goed nieuws. Tegelijkertijd brengt dit ook uitdagingen, zoals voldoende docenten en klaslokalen. Moeilijker nog is het bieden van voldoende en kwalitatieve stages. Zoals toegezegd in het debat over de arbeidsmarkt in de zorg (Handelingen II 2016/17, nr. 61, item 6) is VWS met hogescholen en werkgevers in overleg over de numerus fixus. Beide partijen zien het grote belang van een zo groot mogelijke instroom van verpleegkundigen en zetten zich daarom gezamenlijk vol in om dit te bereiken. Bijvoorbeeld in de vorm van afspraken over aantallen stages en meer inzet op innovatieve vormen van onderwijs, gericht op de praktijk. De arbeidsmarktagenda biedt een vehikel om dit verder te stimuleren. Ter ondersteuning richt VWS, met de verlenging van de regeling voor 2018, het Stagefonds Zorg (€ 112 miljoen) meer op de tekortberoepen in de zorg, waaronder hbo-verpleegkundigen.

Slot

In het AO wijkverpleging van 5 juli 2017 is nogmaals het belang benadrukt van een door alle partijen gedragen gezamenlijke arbeidsmarktagenda. Met de agenda «Aan het werk voor ouderen» is deze door alle partijen gedragen aanpak gerealiseerd. Hiermee is een belangrijke stap gezet naar een evenwichtige arbeidsmarkt met voldoende goed opgeleid personeel. Zodat we nu en in de toekomst goede zorg en ondersteuning kunnen bieden aan onze ouderen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 29 282, nr. 272

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven