29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 859 MOTIE VAN HET LID LAHLAH

Voorgesteld 12 juni 2024

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het toezicht op de advocatuur landelijk belegd wordt bij de OTA en het onderzoek naar tuchtklachtafhandeling en de bemiddeling bij de lokale dekens blijft liggen;

overwegende dat deze rolverdeling enerzijds leidt tot een zuivere taak voor de toezichthouder en lokale inbedding bij de dekens borgt, maar anderzijds zowel de deken als de toezichthouder afhankelijk maakt van andere organen voor informatie-uitwisseling over toezicht en tuchtklachtafhandeling;

verzoekt de regering om drie jaar na invoering een evaluatie van de OTA uit te voeren en daarin ook de wijze van klachtafhandeling en de onderlinge uitwisseling hierover mee te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Lahlah

Naar boven