29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 597 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2020

Inleiding

Bijgaand treft u aan de factsheet Strafrechtketenmonitor 20191. De factsheet ontvangt u elk jaar en bevat kwantitatieve gegevens over de prestaties van de strafrechtketen van het afgelopen jaar. Conform het verzoek van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van 19 december 2019 sturen wij u vanaf heden de factsheet voorafgaand aan de behandeling van het jaarverslag en de Slotwet van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Kwantitatieve ontwikkelingen

Enkele ontwikkelingen uit de factsheet lichten wij nader toe.

In de afgelopen jaren was steeds sprake van een daling van de geregistreerde misdrijven van gemiddeld ongeveer 5 procent. In 2019 werden 4% meer misdrijven geregistreerd. Dit had echter onder meer te maken met het herstel van het aantal internetaangiften nadat in 2017 de procedure voor het doen van internetaangifte werd gewijzigd (invoering tweeweg-authenticatie). Ook registreert de politie sinds medio 2018 misdrijven die verband met elkaar houden apart, waar deze voorheen als één registratie werden vastgelegd (bijvoorbeeld wapenbezit in combinatie met een overval). Gecorrigeerd voor deze effecten was in 2019 ongeveer sprake van een vergelijkbaar aantal geregistreerde misdrijven als in 2018. Dit is nog steeds opvallend na een reeks jaren van dalingen.

Het interventiepercentage is gestegen van 66% (2018) naar 69%. Deze indicator geeft weer welk deel van de zaken met een geïdentificeerde verdachte (van een als opgehelderd geregistreerd misdrijf) daadwerkelijk leidt tot een straf of interventie. Dit betekent dat ongeveer zeven van de tien verdachten van misdrijfzaken uiteindelijk een interventie binnen of buiten het strafrecht krijgt opgelegd.

Zoals wij hebben toegelicht in onze brief van 26 juni 2019 heeft het Bestuurlijk Ketenberaad ketenbrede normen vastgesteld voor 7 geprioriteerde zaakstromen (Kamerstuk 29 279, nr. 527). De normen geven de gewenste ontwikkeling en richting voor de komende jaren weer. De prestaties in relatie tot de normen zijn in de factsheet opgenomen. Hieruit blijkt dat de doorlooptijden bij overtredingen (1) een duidelijke verbetering laten zien bij de zaken waarin het OM tot een afdoening komt. De doorlooptijd bij overtredingszaken die aan de rechter worden voorgelegd laat juist een verslechtering zien. Deze verslechtering is te verklaren doordat juist in 2019 meer zaken aan de rechter zijn voorgelegd. Hierbij zijn relatief meer oudere zaken in vergelijking met voorgaande jaren van een vonnis voorzien. De doorlooptijden bij zeden (2) en verkeer (3) zijn over de gehele linie (zoals datum van inzenden, beoordeling, op zitting) licht verbeterd richting de gestelde normen. Bij jeugd (4) is sprake van een gemengd beeld, waarbij wel relatief meer zaken tijdig door de rechter zijn afgedaan (van 51 naar 54%). Bij ondermijning (5) zijn de doorlooptijden in 2019 vergelijkbaar met 2018 en bij hoger beroep (6) is sprake van een lichte verslechtering.

Bij de executie staan de startsnelheid en de zekere tenuitvoerlegging centraal. De startsnelheid is de tijd tussen strafoplegging en de start van het ondergaan van de straf. Bij de zekere tenuitvoerlegging wordt bekeken of na een periode van minimaal een jaar de straf is afgerond of nog loopt, of nog niet is gestart. Bij de geldelijke sancties is door de jaren heen een verbetering te zien op beide punten. Ook bij de toezichten bij voorwaardelijke veroordeling is de tijdige start verbeterd.

De ontwikkeling van de doorlooptijden over 2019 laat een gemengd beeld zien. Dit is niet verrassend aangezien de normen ook pas medio 2019 zijn vastgesteld. Het is echt wel de vraag hoe de ontwikkeling zich de komende tijd doorzet. Zoals toegelicht in de brief d.d. 24 april 20202 heeft de keten te maken met knelpunten als gevolg van een beperkte zittingscapaciteit. Hier komen de gevolgen van de coronacrisis nog bij. Hoewel we de precieze gevolgen op dit moment nog niet in beeld kunnen brengen zullen deze de doorlooptijden naar verwachting negatief beïnvloeden. De Vaste Kamercommissie voor JenV heeft gevraagd om een reactie op een bericht in het NRC van 30 april «40.000 strafzaken liggen op de plank.» In deze reactie zullen wij toelichten hoe de gevolgen van de coronacrisis worden opgevangen. Wij verwachten u deze brief nog deze maand te kunnen toezenden.

In onze hiervoor genoemde brief van 26 juni lichtten wij al toe dat de aanpak van doorlooptijden een lange adem vergt. Het betreft een weerbarstig vraagstuk. De inzet blijft er ondanks de knelpunten en de invloed van de coronacrisis nog steeds op gericht om op termijn de doorlooptijden te verbeteren en de gestelde ketennormen te realiseren. Er zijn door de ketenorganisaties hiertoe inmiddels verschillende maatregelen getroffen. De politie bespreekt de voortgang op de voor haar relevante ketennormen in een maandelijks overleg tussen de korpsleiding en politiechefs (nationale briefing). Het OM heeft de ketennormen van 4 zaakstromen opgenomen in de interne planning- en controlcyclus opgenomen, zodat de voortgang regelmatig wordt besproken tussen het College van Procureurs-Generaal en de hoofdofficieren. Bij de Rechtspraak zijn de ketennormen onderdeel van het project Tijdige Rechtspraak waarbij onder meer wordt gewerkt aan het terugdringen van voorraden.

Ook worden er projecten en maatregelen uitgevoerd die zich richten op de aanpak van een specifieke zaakstroom of de aanpak van doorlooptijden in een bepaalde regio. Zo is in Oost-Brabant een ketenpact gesloten dat zich richt op de doorlooptijden in eerste (rechtbank) en tweede aanleg (hoger beroep). Er zijn een aantal pilots gestart op het gebied van onder meer het ontwikkelen van een ketenmonitor voor meer gezamenlijke analyse en het vaker enkelvoudig afdoen van zaken in eerste aanleg en hoger beroep.

Betrouwbaarheid en transparantie cijfers

In onze brief van 26 juni 20193 over de kwantitatieve prestaties van de strafrechtketen in 2018 lichtten wij de samenwerking toe tussen organisaties in de strafrechtketen, het CBS, het WODC en het departement toe. Deze partijen werken samen onder de naam Data Alliantie voor de Strafrechtketen (DAS) met als doel om op één centrale plek de data van de partners in de strafrechtketen op te slaan, te uniformeren, aan elkaar te koppelen en te voorzien van eenduidige terminologie. De samenwerking leidt, kortom, tot betere en meer betrouwbare data. De samenwerking zal zich de komende tijd gefaseerd, stap voor stap, ontwikkelen.

De operationalisering van de samenwerking wordt naar verwachting nog dit jaar gemarkeerd met de ondertekening van een convenant, waarmee de partijen zich aan het samenwerkingsverband committeren.

Tegelijkertijd wordt ook gewerkt aan het verbeteren van de transparantie over de data door het publiceren van de data op een openbaar toegankelijke website: www.criminaliteitinbeeld.nl. Waar de gegevens over de prestaties van de strafrechtketen tot op heden nog op jaarbasis werden gepubliceerd zal dit na de ontwikkeling van de website ook op kwartaalbasis gebeuren. Door gebruik te maken van de interactieve mogelijkheden die een website biedt zal de publicatie van de informatie op een meer toegankelijke en interactieve wijze plaatsvinden. U krijgt dan dus ook als Kamer toegang tot meer betrouwbare, actuele en toegankelijke informatie over de prestaties van de strafrechtketen. Wij streven ernaar om nog dit jaar een eerste versie van de website met geactualiseerde informatie beschikbaar te krijgen. Er wordt gestart met een beperkte set aan prestatiesgegevens. De komende jaren zal de website verder worden ontwikkeld.

Wij informeren u zodra bekend is wanneer de eerste versie van de website beschikbaar is. Met deze toelichting wordt tevens voldaan aan de toezegging van de Minister van JenV tijdens het Algemeen Overleg Strafrechtketen op 5 maart jongstleden om in te gaan op de vraag welke informatie over de kwantitatieve prestaties van de strafrechtketen wanneer beschikbaar wordt gesteld.

Zoals in de inleiding is toegelicht blijven wij u jaarlijks de factsheet Strafrechtketenmonitor toezenden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Kamerstuk 29 279, nr. 589.

X Noot
3

Kamerstuk 29 279, nr. 527.

Naar boven