Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2019
In onze brief van 15 november 2018 (Kamerstuk 29 279, nr. 468) hebben wij toegezegd om in de begroting en het jaarverslag meer inzicht te geven
in de strafrechtketen, door aandacht te schenken aan de doelen, middelen, ontwikkelingen
en prestaties van de keten mede in relatie tot de ketenorganisaties. Tevens hebben
wij u toegezegd in het eerste kwartaal van 2019 toe te lichten op welke wij wijze
wij dit zullen doen.
Uw verzoek past in ons streven om JenV-breed steeds meer vanuit ketenperspectief te
werken. Er zijn door het Bestuurlijk Ketenberaad (BKB) reeds ketendoelenvastgesteld
op het gebied van de digitalisering.1 Ook volgen op korte termijn doelen of normen op het gebied van doorlooptijden voor
diverse zaakstromen, zoals hieronder wordt toegelicht.
Er zal worden gewerkt met een groeimodel waarbij in stappen wordt toegewerkt naar
een begroting die het gewenste inzicht in de strafrechtketen geeft en waarbij ketendoelen
en doelen van ketenorganisaties zo veel mogelijk in elkaars verlengde liggen. Dit
groeimodel wordt door een werkgroep uitgewerkt. Een van de eerste stappen in dit proces
is dat de betrokken organisaties in hun jaarplannen structureel meer aandacht schenken
aan de bijdrage die zij leveren aan de ketendoelen. De informatie die dit oplevert
kan vervolgens worden verwerkt in de begrotingsstukken van JenV. Het streven is om
stap voor stap bij elke volgende begroting of jaarverslag het inzicht tussen ketendoelen
en -ontwikkelingen en de ketenorganisaties te vergroten.
In de begroting 2020 zullen de eerste veranderingen al zichtbaar worden. In de beleidsagenda
krijgen de ontwikkelingen en doelen op het gebied van de strafrechtketen een meer
centrale plek. Deze worden waar mogelijk gekoppeld aan de beleidsartikelen.
In onze brief van 15 november 2018 hebben wij ook toegezegd u te informeren over de
wijze waarop de ketendoelen worden uitgewerkt. Het BKB heeft in het Ketenplan van
juni 2018 zeven thema’s benoemd waarin het «trendbreuken» wil realiseren om doorlooptijden
te verkorten.2 Het gaat om overtredingen, hoger beroep, ondermijning, jeugd, executie, zeden en
ernstige verkeersmisdrijven (artikel 6 Wegenverkeerswet). De afgelopen periode is
onderzocht op welke wijze duurzame ketenresultaten kunnen worden gerealiseerd en hoe
deze een meer kwalitatief en betekenisvol karakter kunnen krijgen. Op een aantal van
de zeven zaakstromen zijn inmiddels door professionals voorstellen gedaan voor normen.
De voorstellen worden nu verder getoetst in de achterban van de betrokken organisaties.
In de eerstvolgende voortgangsbrief over de strafrechtketen zullen wij u nader informeren
over de vastgestelde doelen en normen. Deze brief zullen wij u medio 2019 toesturen.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker