29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 370 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 januari 2017

Hierbij stuur ik uw Kamer het rapport dat de Raad voor de Rechtshandhaving BES in samenwerking met de Nationale ombudsman heeft opgesteld over de klachtbehandeling door de justitiële keten op Bonaire, Sint Eustatius en Saba1. De Raad voor de Rechtshandhaving en de Nationale ombudsman hebben onderzocht hoe de organisaties die deel uitmaken van de justitiële keten in Caribisch Nederland omgaan met klachten en in hoeverre die wijze van klachtbehandeling overeenstemt met de daarvoor geldende wettelijke bepalingen. Daarbij is naar de klachtbehandeling van de volgende organisaties gekeken binnen het VenJ domein: het Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN), het Openbaar Ministerie BES (OM BES), de Justitiële Inrichting Caribisch Nederland (JICN) en de Commissie van Toezicht voor die inrichting, de Stichting Reclassering Caribisch Nederland (SRCN) en de Voogdijraad.

In deze brief reageer ik, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, in algemene zin en per afzonderlijke organisatie op de bevindingen en aanbevelingen.

Algemene bevindingen en aanbevelingen

Klachtbehandeling is een belangrijk onderwerp dat aandacht verdient. Het onderwerp is, zoals de Raad aangeeft, te zien als het sluitstuk van de rechtsbescherming van burgers tegen de overheid. Mede vanuit een streven naar good governance mag van overheidsorganisaties worden verlangd dat zij klachten op een correcte en transparante manier afdoen. Wij willen de Raad en de Nationale ombudsman dan ook bedanken voor het goede en gedegen onderzoek dat zij hebben uitgevoerd. Tevens stemt het ons tevreden dat geconcludeerd kan worden dat de organisaties die deel uitmaken van de justitiële keten op de BES-eilanden de klachten die zij van burgers ontvangen serieus oppakken en dat de onderzoekers ook de informele wijze van klachtafhandeling als positief ervaren.

De algemene aanbevelingen uit het rapport die zien op de informatieverstrekking aan de burger ten aanzien van het klachtrecht en op de afhandeling van de klacht, nemen wij ter harte en zullen wij onder de aandacht brengen van de onderzochte organisaties.

Bevindingen en aanbevelingen voor de individuele organisaties

Hieronder ga ik in op de bevindingen en aanbevelingen van de Raad die specifiek zien op de individueel onderzochte organisaties op de BES-eilanden.

Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN)

De Raad beveelt het KPCN aan zorg te dragen voor complete klachtdossiers alsmede adequate vervanging te organiseren voor de kwetsbare functie van klachtencoördinator/klachtbehandelaar. Ik zal zorgen dat dit onderwerp de passende aandacht heeft van de korpschef, in ieder geval op adequate vastlegging van het dossier en opvolging van de klacht.

Openbaar Ministerie

De Raad geeft in haar bevindingen ten aanzien van het OM aan, dat er bij het parket op Bonaire geen publieksbrochure beschikbaar was en dat in de brochure van het parket PG niet werd gesproken over de vervolgklacht mogelijkheid bij de Nationale ombudsman. Ik zal het OM vragen deze punten actief op te pakken zodat de informatiepositie van de burger wordt verbeterd.

Justitiële Inrichting Caribisch Nederland (JICN) en de Commissie van Toezicht

Ten aanzien van de JICN en de Commissie van Toezicht (CvT) doet de Raad een zestal concrete aanbevelingen. Zo beveelt de Raad aan om in de Beginselenwet BES een meer realistische wettelijke beslistermijn op te nemen voor de Beklagcommissie. Vanuit zowel de directie van de JICN als vanuit de Commissie van Toezicht bereiken de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie signalen dat de huidige wettelijke beslistermijn van twee weken inderdaad als te krap wordt ervaren. Recent is een nieuwe werkwijze ingevoerd waarin het afdelingshoofd een belangrijke rol vervult als aanspreekpunt bij klachten. Als gevolg hiervan worden klachten eerder opgelost en zet de gedetineerde niet in alle gevallen zijn klacht door naar de Commissie van Toezicht. Gelet op de positieve effecten van de nieuwe werkwijze zal daarom in de komende periode worden bekeken of de wettelijke beslistermijn in de Beginselenwet BES kan worden aangepast, waarbij in ogenschouw zal worden genomen dat de wettelijke beslistermijn niet te lang wordt zodat de klachtprocedure laagdrempelig blijft.

De tweede en derde aanbeveling van de Raad verzoekt tot een verruiming van het beklagrecht voor gedetineerden door openstelling van de mogelijkheid van beklag tegen alle soorten beslissingen van de directie en het creëren van een beroepsmogelijkheid tegen een uitspraak van de Beklagcommissie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie is zich ervan bewust dat de situatie in Caribisch Nederland op dit punt verschilt van de situatie in Europees Nederland. Dit is zoals de Raad ook in zijn rapport opmerkt een gevolg van het op dit punt overnemen van de wetgeving van de voormalige Nederlandse Antillen. De situatie op de BES-eilanden is daardoor wel vergelijkbaar met die op de andere landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Bij de vraag of het prioriteit verdient om hierin verandering te brengen weegt mee dat de Staatssecretaris geen signalen heeft ontvangen dat er klachten gemist worden of dat er zaken niet goed gaan als gevolg van het huidige beklagrecht en het ontbreken van een beroepsmogelijkheid. Integendeel, het grootste deel van de klachten wordt naar tevredenheid opgelost en door de nieuwe werkwijze is er sprake van een afname van het aantal ingediende klachten. De Staatssecretaris ziet dan ook geen noodzaak om nu op dit punt een wetswijziging te initiëren.

De Raad beveelt als vierde aan om een ambtelijk secretariaat op te richten voor de Commissie van Toezicht. De Staatssecretaris onderkent dat het instellen van een ambtelijk secretariaat kan bijdragen aan het verbeteren van de klachtformulieren en het verkorten van de doorlooptijden en zal deze aanbeveling nader bezien in het licht van de financiële en capacitaire mogelijkheden.

Als vijfde beveelt de Raad aan om in het beklagformulier alle gedragingen waarover beklag kan worden gedaan op te nemen en tevens in dat formulier informatie op te nemen over de mogelijkheid voor een hoorzitting. De Staatssecretaris zal de JICN vragen om het formulier op deze punten aan te passen.

Als laatste beveelt de Raad aan dat de CvT invulling geeft aan haar verplichting om tweemaal per jaar te rapporteren over onder meer de bevindingen van de Beklagcommissie. De Staatssecretaris onderschrijft deze aanbeveling. Op deze wijze kan lering worden getrokken uit gegrond verklaarde klachten. Het instellen van een ambtelijk secretariaat is echter wel van groot belang om de Commissie van Toezicht te kunnen ontlasten. De Staatssecretaris zal dit voorstel nader laten onderzoeken.

Stichting Reclassering Caribisch Nederland (SRCN)

De Raad constateert in het rapport dat men tevreden is over de wijze waarop de medewerkers van SRCN met hun cliënten omgaan. Ten aanzien van de klachtenregeling worden enkele aanbevelingen gedaan. Naar aanleiding van het onderzoek heeft SRCN de klachtenregeling in overeenstemming gebracht met de Awb. Ook de aanbeveling van de Raad inzake het laten vervallen van de mogelijkheid tot beroep bij de Raad van Toezicht is opgevolgd, aangezien nu vaststaat dat de Nationale ombudsman in dit kader bevoegd is en als tweedelijns klachtenvoorziening fungeert. In de (meertalige) publieksfolder die informatie zal verschaffen over de klachtenprocedure zullen deze wijzigingen worden meegenomen. Deze folder is naar verwachting nog dit jaar gereed.

Voogdijraad

De Raad heeft geconstateerd dat de Voogdijraad beschikt over een interne klachtregeling met goede uitgangspunten. De publieksfolder die de Voogdijraad ontwikkelt, waarin eveneens de klachtprocedure beschreven zal staan, is naar verwachting begin 2017 beschikbaar. De Voogdijraad zal de afdoeningstermijn in overeenstemming brengen met de Awb.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven