29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 151 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 augustus 2012

Tijdens het algemeen overleg met de vaste commissie voor Defensie op 30 mei jongstleden heeft het lid Ten Broeke (VVD) zijn bezorgdheid kenbaar gemaakt over het verliezen van strafprocedures tegen individuen die de geheimhouding van MIVD-informatie schenden. Mij is gevraagd of de concentratie van deze zaken bij één rechtbank tot betere resultaten zou kunnen leiden. Ik heb toegezegd de Kamer hierover een brief te sturen. Met deze brief doe ik die toezegging gestand.

De scheiding der machten is een belangrijke pijler van ons politieke systeem. Een minister oordeelt dan ook niet over rechterlijke uitspraken. Of een zaak wordt gewonnen of verloren heeft geen relatie met de kwaliteit van het rechterlijke oordeel. Ik heb naar verschillende strafprocedures laten kijken. Daaruit zijn geen aanwijzingen gekomen dat de behandeling van genoemde zaken problemen oplevert. Mede gezien het beperkte aantal strafzaken lijkt mij de voorgestelde concentratie van deze zaken bij één rechtbank niet nodig.

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen

Naar boven