29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie

36 200 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

Nr. 389 BRIEF MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 januari 2023

Op 16 december is uw Kamer geïnformeerd over de contouren van de regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen (Kamerstukken 29 023 en 36 200, nr. 383). Deze regeling zal een tegemoetkoming bieden aan de huishoudens met blokaansluiting, omdat deze groep aansluitingen onvoldoende tot geen voordeel ontvangt onder het prijsplafond.

Sinds verzending van bovengenoemde brief is hard doorgewerkt aan de regeling. Eén van de elementen waar vanuit stakeholders veel belang aan gehecht wordt, is tijdig rekening te kunnen houden met het te ontvangen forfaitaire bedrag in zowel de eerste als de tweede jaarhelft. Dit biedt hen namelijk ruimte om rekening te houden met deze tegemoetkoming bij het vaststellen van de voorschotten die huishoudens met een blokaansluiting betalen. Via een tijdige aanpassing van deze voorschotten kan al een deel van de lastenverlichting gerealiseerd worden, voorafgaand aan de inwerkingtreding van de regeling en de uitkering van de subsidiebedragen.

Om tegemoet te komen aan dit belang, heb ik, mede namens de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, bijgevoegde brief gestuurd aan de brancheverenigingen van onder meer woningbouwcorporaties, institutionele verhuurders en verenigingen van eigenaren (VvE’s). In de brief geeft het kabinet een indicatie van het forfaitaire bedrag voor de eerste jaarhelft en stelt het kabinet een ondergrens vast voor de hoogte van de tegemoetkoming in de tweede jaarhelft. Deze inzichten stellen verhuurders en VvE’s in staat om deze subsidieregeling mee te nemen in het vaststellen van de bevoorschotting. Ik onderstreep dat het definitieve bedrag dat wordt uitgekeerd per aansluiting ook afhankelijk is van de verdere uitwerking van onder meer de omgang met contracten onder het prijsniveau van het prijsplafond, de definitieve ondergrenzen en de n-1 regel. Deze elementen zijn ook expliciet benoemd in de brief aan de brancheverenigingen.

Deze brief is voor het kabinet een tussenstap op weg naar de definitieve regeling, waar met grote inzet aan gewerkt wordt. Het streven hierbij is onverminderd om medio februari een regeling te kunnen publiceren zodat op alle aspecten van de tegemoetkoming duidelijkheid geboden wordt.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven