28 982 Liberalisering energiemarkten

Nr. 130 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 maart 2013

In uw brief van 6 maart vraagt u mijn reactie ten aanzien van de stand van zaken rond het schaliegas onderzoek. Daarnaast zal ik ook nog kort ingaan op de geplande activiteiten van het bedrijf Cuadrilla in de Noordoostpolder.

In mijn brief van 5 september 20121 heb ik aangegeven, dat ik het onafhankelijk onderzoek naar de mogelijke risico’s en gevolgen van opsporen en winnen van schalie- en steenkoolgas in Nederland Europees ging aanbesteden. Deze procedure is inmiddels doorlopen. Op de offerteaanvraag zijn vijf inschrijvingen binnengekomen. Bij de beoordeling van de offertes is die van Witteveen + Bos Raadgevende Ingenieurs b.v. als sterkste naar voren gekomen. De opdracht is dan ook aan hen gegund. Arcadis Nederland b.v. en Fugro-Ecoplan b.v. worden door Witteveen + Bos als onderaannemers bij de uitvoering van het onderzoek ingezet.

Het onderzoek is erop gericht om mogelijke risico’s en consequenties in beeld te brengen, zodat ik als vergunningverlener er zeker van ben, dat activiteiten op een veilige manier ontwikkeld kunnen worden. De wet- en regelgeving wordt ook tegen het licht gehouden, opdat de veiligheid ook op die manier geborgd moet kunnen worden. Het onderzoek is algemeen van aard en bestrijkt heel Nederland. Als uit het onderzoek naar voren komt dat schalie- en steenkoolgas veilig opgespoord en gewonnen kan worden, dan zal ook naar de effecten en risico’s op lokaal niveau nader gekeken worden in bijvoorbeeld een milieueffectrapportage. Voordat activiteiten ontplooid kunnen worden, zijn – naast de opsporingsvergunning – immers ook andere vergunningen nodig, waarin locatiespecifieke effecten van belang zijn in de besluitvorming.

Gedurende het onafhankelijke onderzoek is de ingestelde klankbordgroep betrokken bij het onderzoek. De klankbordgroep zal gedurende het onderzoek kennis kunnen nemen van de voortgang en op basis daarvan input kunnen geven op het lopende onderzoek. Zo is op 18 februari jl. het conceptonderzoeksplan, opgesteld door Witteveen + Bos, met de klankbordgroep besproken. In de media zijn berichten verschenen dat het onderzoeksplan onacceptabel zou zijn. Dit bericht behoeft nuancering; binnen de klankbordgroep zijn er verschillende meningen over het onderzoeksplan. Er is een aantal verbeterpunten aangedragen, welke leiden tot bijstelling van het onderzoekplan op een aantal punten.

Het definitieve onderzoeksrapport wordt ook aan de Commissie voor de milieueffectrapportage voorgelegd, om er zeker van te zijn dat het onderzoek op een gedegen en onafhankelijke wijze is uitgevoerd.

Volgens de huidige planning is het onderzoek op 1 juli aanstaande afgerond. Het rapport zal successievelijk aan de Tweede Kamer gestuurd worden.

Ook in Europa is er discussie over dit onderwerp. Zo doet de Europese Commissie onderzoeken naar de Europese wetgeving en regelgevende raamwerken in verschillende Europese landen. Over de resultaten van de onderzoeken van de Europese Commissie zal in de periode juni/ juli een mededeling verschijnen. In het door het Ministerie van Economische Zaken

ingestelde onderzoek wordt de wet- en regelgeving ook tegen het licht gehouden. Als uit ons eigen onderzoek of uit de onderzoeken van de Europese Commissie blijkt dat onze wet- en regelgeving aangescherpt dient te worden om mens, natuur of het milieu beter te kunnen beschermen, dan zal deze hierop worden aangepast.

Ik zal uiterst zorgvuldig omgaan met dit onderzoek – vanaf de aanbesteding tot aan de afronding. Mijn gedane toezeggingen dat er gedurende het onderzoek geen proefboringen naar schalie- of steenkoolgas geplaatst zullen worden en dat er geen opsporingsvergunningen voor schalie- of steenkoolgas verleend zullen worden, blijven onverkort van kracht.

Tot slot wil ik graag ook nog enige toelichting geven op de berichten dat Cuadrilla in de Noordoostpolder veldstudies gaat uitvoeren. In dit kader vraagt u mij wat het tijdpad van mijn onderzoek betekent voor de aanvraag van proefboringen in bijvoorbeeld de Noordoostpolder.

In 2010 is er door mijn ministerie een opsporingsvergunning verleend aan Cuadrilla voor het opsporen van koolwaterstoffen in de Noordoostpolder. Hierbij heeft Cuadrilla tot doel om gas in schalies op te sporen. Zoals hierboven aangegeven, worden geen boringen geplaatst, voordat het onafhankelijk onderzoek is afgerond en de benodigde vergunningen door de vergunninghouder zijn verkregen. Lokale verkennende studies kunnen overigens in Nederland ook zonder vergunning worden uitgevoerd. Het staat Cuadrilla dan ook vrij om desktop en verkennende veldstudies te doen, om te onderzoeken waar zich gunstige boven- en ondergrondse locaties bevinden om in de toekomst mogelijk te gaan boren.

De minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

2012–2013, KST 28 982, nr. 129

Naar boven