28 973 Toekomst van de intensieve veehouderij

Nr. 79 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2011

In mijn brief van 11 mei 2011 heb ik u geïnformeerd over de uitkomsten van het publieksonderzoek en de opzet van de maatschappelijke dialoog over schaalgrootte en toekomst van de veehouderij (vergaderjaar 2010–2011, 28 973, nummer 48). Ik heb toen aangegeven dat, wat mij betreft, de dialoog geslaagd is als alle relaties tussen schaalgrootte en de aspecten van duurzaamheid op tafel komen en er door alle betrokkenen en belangstellenden doorgepraat is over de consequenties van de keuzen die daarbij te maken zijn. Op mijn verzoek heeft de heer J.G.M. (Hans) Alders de dialoog geleid. Vandaag heeft hij mij zijn rapportage over deze dialoog aangeboden. Zoals ik u heb toegezegd stel ik deze rapportage ook direct ter beschikking aan uw Kamer. U vindt deze als bijlage bij deze brief.1

Dit verslag van de maatschappelijke dialoog over schaalgrootte en de toekomst van de veehouderij is voor mij een belangrijke basis voor de visie die ik u heb toegezegd. De Commissie van Doorn heeft begin september haar advies «Al het vlees duurzaam» over de toekomst van de veehouderij aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant uitgebracht. Ik zal dit advies en het in oktober te verwachten standpunt hierover van de provincie Noord-Brabant bij mijn visie betrekken. Ik zal mijn visie uiterlijk in november aan uw Kamer aanbieden.

Aanbod bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties

De dialoog maakt duidelijk dat een belangrijke groep van vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en overheden het aanbod doet om nu echt werk te maken van een veehouderij die toekomstbestendig en duurzaam is. Alders geeft daarover aan dat «er een gezamenlijke bereidheid is om een ultieme poging te wagen. De problemen en de omvang ervan worden erkend en er is geen misverstand over de complexe samenhang die daarbij aan de orde is.»

Ik sta positief tegenover dit aanbod en ga graag met betrokken partijen in gesprek.

Als onderdeel van mijn op te stellen visie wil ik daarom kijken welke afspraken tussen partijen kunnen worden gemaakt om tot een – wat de heer Alders noemt – «nieuwe stip aan de horizon» met bijbehorende stappen en maatregelen te komen op weg naar een duurzame veehouderij.

Advies Gezondheidsraad

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de Gezondheidsraad gevraagd om een beoordelingskader te maken voor de gezondheidsrisico’s van blootstelling aan verschillende micro-organismen die afkomstig zijn van de veehouderij. Ze heeft de Gezondheidsraad ook verzocht om daarbij het nut en de noodzaak van een norm voor een minimale afstand tussen veebedrijven en woongebieden te onderzoeken (vergaderjaar 2010–2011, 28 973, nummer 67).

Schaalgrootte

De heer Alders schenkt in zijn rapportage ook aandacht aan het benoemen van de schaalgrootte met behulp van de Nederlandse Grootte Eenheid (NGE). Daarbij stelt hij vast dat een goed en actueel totaaloverzicht van alle daadwerkelijk in Nederland aanwezige locaties met stallen groter dan 300 NGE niet voorhanden is. Ik heb daarom de Wageningen Universiteit en Research Centrum gevraagd een betrouwbaar totaaloverzicht te maken. Ik zal u de rapportage hiervan bij mijn visie aan uw Kamer toesturen.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven