Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 februari 2016
De Nederlandse agrarische sector is wereldspeler, wat blijkt uit de tweede plaats
die ze inneemt op het gebied van agrarische export. Zij is daarmee een motor voor
de economie en toonaangevend waar het gaat om innovatiekracht en het ontwikkelen van
nieuwe kennis. Nederland kan hierdoor ook bijdragen aan de wereldwijde voedselzekerheid
met het oog op een groeiende wereldbevolking. De afgelopen tijd hebben de melkveehouderij
en de varkenshouderij te kampen gehad met grote marktproblemen. Voor een toekomstgerichte
duurzaam producerende veehouderij is het versterken van de marktkracht en marktoriëntatie
van belang.
Tegelijkertijd staat de maatschappelijke waardering voor de sector onder druk door
vragen over dierenwelzijn en milieu. De risico’s voor de volksgezondheid, schaalvergroting
en de inpassing van veehouderijbedrijven in hun omgeving maken deel uit van het maatschappelijk
debat. De maatschappelijke waardering voor producten uit de veehouderijketens is niet
meer vanzelfsprekend. De Q-koortsuitbraak en affaires met voedselfraude geven daar
ook aanleiding toe. De veehouderij staat in toenemende mate ter discussie door lokale
overlast, onduidelijkheid over risico’s voor de volksgezondheid, zorgen over dierenwelzijn,
en over de leefbaarheid in lokale gemeenschappen. Het besef neemt toe dat de veehouderij
grenzen bereikt heeft en dat in veedichte gebieden sprake is van overbelaste situaties
die met voorrang moeten worden opgelost.
De belangrijkste boodschap van de destijds ingestelde Commissies Alders en Van Doorn
was dat de veehouderij verder moet verduurzamen. Knelpunten daarbij zijn met name
de effecten van veehouderijen op de kwaliteit van de leefomgeving (gezondheid, milieu),
de maatschappelijke inbedding van de veehouderij en de vraag welke ontwikkelingsruimte
de veehouderij heeft.
Versnelling verduurzaming
Het kabinet zet in op een verdere versnelling van de verduurzaming van de veehouderij.
Hoewel er in de afgelopen jaren op verschillende thema’s vanuit de veehouderij betekenisvolle
stappen zijn gezet, is het noodzakelijk om ook in de komende periode vooruitgang te
blijven boeken naar een meer duurzame, diervriendelijke en economisch rendabele veehouderij.
Verschillende maatregelen zijn reeds genomen en verschillende initiatieven zijn door
en met de verschillende ketenpartijen uitgerold, zoals nieuwe marktconcepten vanuit
de retail voor kip en varkensvlees, de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij, de
Alliantie Verduurzaming Voedsel, Duurzame Zuivelketen en het Recept Duurzaam Varkensvlees.
Deze bieden een goede basis om met betrokken partijen verdere stappen te nemen.
Commissie Nijpels opdracht
Ik heb de heer Ed Nijpels gevraagd een commissie te leiden die zich gaat buigen over
de toekomst van de veehouderij. Specifiek gaat het om het verbeteren van de economische
perspectieven, verdere verduurzaming en versterking van het maatschappelijk draagvlak.
Daarmee wordt een vervolg gegeven aan het advies «Al het vlees duurzaam in 2020» van
de Commissie Van Doorn. De opdracht die ik deze Commissie gegeven heb is te komen
met concrete voorstellen voor acties en maatregelen voor betrokken partijen (overheden,
sector, maatschappelijke organisaties, marktpartijen en burgers), die bijdragen aan
een verdere verduurzaming van de intensieve veehouderij in ecologisch, sociaal en
economisch opzicht. Deze verdere verduurzaming moet leiden tot betere maatschappelijke
inbedding van de intensieve veehouderij.
De Commissie bestaat naast de voorzitter de heer Ed Nijpels uit mevrouw Joszi Smeets
en de heren Martin Scholten, Felix Rottenberg, Ruud Huirne en Hans Hoogeveen. Ik verwacht
dat de Commissie rond de zomer haar voorstellen kan opleveren.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
M.H.P. van Dam