28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 172 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 maart 2019

Eind januari jl. is een ernstig integriteitsincident aan het licht gekomen binnen mijn ministerie.

Het incident heeft betrekking op een medewerker van Rijkswaterstaat die wordt verdacht van fraude. Naar het zich nu laat aanzien heeft deze medewerker vanaf 2014 valse facturen ingediend, waarmee voor zover nu bekend een bedrag is gemoeid van in ieder geval € 1,7 miljoen.

Naar aanleiding hiervan zijn de volgende maatregelen genomen:

• De betrokken medewerker is meteen op non-actief gesteld en Rijkswaterstaat heeft aangifte gedaan bij de politie. De politie is daarop met prioriteit gestart met haar onderzoek;

• Ook Rijkswaterstaat zelf is gestart met een onderzoek naar de vraag hoe dit heeft kunnen gebeuren. Bij ernstige verdenkingen als deze moet de onderste steen immers boven komen en moeten maatregelen worden genomen die ervoor zorgen dat dergelijke acties in de toekomst worden uitgebannen. De resultaten van dit onderzoek zullen neerslaan in een zogenaamd feitenrapport. Het feitenrapport zal ook de basis vormen voor eventuele verdere disciplinaire maatregelen tegen de betrokken medewerker;

• Ook wordt extern onderzoek gedaan naar het financieel-administratief proces. Dit onderzoek heeft tot doel aanvullende maatregelen te treffen met betrekking tot het inkoop- en betaalproces om fraude in de toekomst te voorkomen. Onderdeel van dit onderzoek is ook of zich vergelijkbare zaken hebben voorgedaan.

Aangezien de politie de gelegenheid moet hebben om haar onderzoek te doen, is afgesproken om uw Kamer te informeren op het moment dat ook de politie naar buiten zou treden. Dat is vandaag gebeurd.

Mede op verzoek van de politie kan ik op dit moment geen nadere mededelingen doen over deze zaak, die ik zeer hoog opneem. Zo gauw die mogelijkheid zich wel aandient, zal ik u uiteraard zo snel mogelijk informeren.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga