28 828 Fraudebestrijding in de zorg

Nr. 70 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2014

Hierbij zenden wij u de antwoorden op de vragen die het Kamerlid Dijkstra (D66) in de Regeling van Werkzaamheden van 1 juli 2014 (Handelingen II 2013/14, nr. 100, Regeling van Werkzaamheden) heeft gesteld in reactie op mijn brief van 30 juni jl. inzake het jaarrekeningtraject en de afstemming tussen het OM en de NZa (Kamerstuk 28 828, nr. 63). Voorts heeft het Kamerlid Bruins Slot (CDA) tijdens het debat van 1 juli (Handelingen II 2013/14, nr. 100, Afstemming tussen NZa en OM bij groot fraudeonderzoek) gevraagd om een tijdlijn aangaande de bespreking van de casus van het St. Antonius ziekenhuis in het TPO/CSO.

1. Werkwijze Tripartiete Overleg/Centraal Selectieoverleg

Het Kamerlid Dijkstra heeft ons gevraagd om een aantal voorbeelden te geven van de gegroeide werkwijze in het Tripartiete Overleg/Centraal Selectieoverleg Zorg (TPO/CSO). Hieronder gaan wij achtereenvolgens in op:

  • a. Zaken welke informerend zijn besproken in het TPO/CSO en waarbij de NZa zelfstandig heeft besloten tot bestuurlijke afhandeling;

  • b. Zaken welke formeel zijn aangemeld in het TPO/CSO en vervolgens bestuursrechtelijk of strafrechtelijk zijn opgepakt.

Ten slotte wordt in deze brief een overzicht gegeven van de aantallen signalen over fraude met het persoonsgebonden budget in de AWBZ die strafrechtelijk zijn opgepakt door de Inspectie SZW.

In algemene zin worden ernstige fraudesignalen waarbij mogelijk sprake is van samenloop tussen het bestuursrecht en het strafrecht besproken in het TPO/CSO onder voorzitterschap van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie met de FIOD, de Inspectie SZW, het Bureau Boetes en Opsporing en de NZa. Het gaat hierbij om signalen waarbij bijvoorbeeld een vermoeden bestaat van georganiseerd fraudeleus handelen of ondermijning van het zorgstelsel, waarbij mogelijk sprake is van samenloop is tussen bestuurs- en strafrecht besproken, zodat een keuze kan worden gemaakt in welk regime de zaak worden afgehandeld.

De gegroeide werkwijze waar wij in onze brief van 30 juni jl. aan refereren houdt in dat zaken waarbij van opzet niet is gebleken, niet formeel worden aangemeld voor het TPO/CSO. Onderstaand treft u een overzicht van het aantal zaken dat in het TPO/CSO aan de orde zijn geweest en vervolgens zijn afgedaan in ofwel het bestuursrecht ofwel het strafrecht.

  • a. informerend besproken:

    • er zijn 3 zaken door de NZa ingebracht en informerend besproken en daarna zelfstandig door de NZa bestuursrechtelijk opgepakt en afgerond (1 aanwijzing, 2 boetes);

    • er zijn 4 zaken door de NZa ingebracht en informerend besproken. Deze zaken lopen nog en over deze zaken is nog niet besloten of ze formeel aangemeld worden ten behoeve van besluitvorming over strafrechtelijke of bestuursrechtelijke afdoening.

  • b. formeel aangemeld:

    • 3 zaken door de NZa formeel aangemeld en na besluitvorming door TPO/CSO bestuursrechtelijk opgepakt en afgerond (3 boetes);

    • 11 zaken door NZa formeel aangemeld en na besluitvorming door TPO/CSO door NZa overgedragen aan OM ter strafrechtelijke afdoening;

    • 3 zaken door andere partijen aangemeld en na besluitvorming door TPO/CSO door NZa overgedragen aan OM ter strafrechtelijke afdoening.

    Van de 14 aan het OM overgedragen zaken zijn 3 zaken tot op heden niet in onderzoek genomen. Het OM doet geen uitspraak over de overige 11 lopende strafzaken.

Volledigheidshalve zij opgemerkt dat in de periode van het najaar van 2012 tot heden 14 PGB fraudezaken zijn besproken in een apart selectieoverleg met de Inspectie SZW en het Openbaar Ministerie en – omwille van de integraliteit – met ingang van maart 2014 in het CSO Zorg. Hier zullen pgb zaken voortaan aan de orde komen. Hiervan zijn 12 zaken in behandeling genomen door het pgb team van de Directie Opsporing van ISZW. Twee zaken zijn overgedragen aan de Nationale Politie.

2. Tijdlijn behandeling casus St. Antonius ziekenhuis

Zoals wij in onze brief van 26 juni (Kamerstuk 28 828, nr. 62) en de brief van 30 juni hebben gemeld is sinds november 2012 in ieder TPO/CSO de voortgang van de St. Antonius aan de orde geweest, eerst in anonieme zin («een ziekenhuis») en vanaf januari 2013 in specifieke zin («het St. Antonius»).

Dit is steeds gebeurd door de voortgang van het proces van het toezichtonderzoek, te bespreken.

De NZa heeft begin 2013 laten weten dat het, aan de hand van enkele signalen, een brede interventiestrategie binnen de ziekenhuisbranche zal gaan uitzetten. Dit met het doel de ziekenhuizen te bewegen tot correct declaratiegedrag. De NZa heeft toen aangegeven dat een van de toezichtonderzoeken het St. Antonius ziekenhuis betrof.

Voorafgaand aan het opleggen van de boete heeft de NZa in het TPO/CSO gemeld dat er vermoedelijk een boete zou volgen op het toezichtonderzoek dat door de NZa was verricht.

Er is geen nadere informatie beschikbaar die tot aanvulling leidt van hetgeen reeds in eerdergenoemde brieven is gewisseld.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven