28 807 Vogelpestcrisis (Aviaire influenza)

Nr. 143 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 mei 2012

Hierbij zend ik u, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het antwoord op de vraag van het lid Ormel welke gesteld werd tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer op 8 maart jl. over het vogelgriepvirus (Kamerstuk 28 807, nr. 135). De heer Ormel stelde de vraag of er andere vergelijkbare onderzoeken in Nederland worden gedaan die een potentieel gevaar voor de volksgezondheid opleveren. Deze vraag werd gesteld in relatie tot het onderzoek aan het Erasmus MC aan het vogelgriepvirus H5N1.

Ik versta onder andere vergelijkbare onderzoeken, die potentieel gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren, onderzoeken die zich richten op het verhogen van de overdraagbaarheid of de infectie-efficiëntie van hoogpathogene organismen tussen mensen.

Er zijn door het ministerie van IenM geen vergunningen verleend voor ander vergelijkbaar onderzoek met genetisch gemodificeerde hoogpathogene (micro)organismen dan de vergunning zoals verleend aan het Erasmus MC. Het onderzoek van het Erasmus MC is derhalve naar mijn weten uniek in Nederland.

Voor het uitvoeren van vergelijkbaar onderzoek met niet-genetisch gemodificeerde (wildtype) hoogpathogene (micro)organismen heeft de Inspectie SZW geen aanwijzingen.

Ik ga er vanuit dat hiermee de vraag van de heer Ormel afdoende is beantwoord.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma

Naar boven