Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2018
Bij brief van 20 december 2017 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van
de Verkenning Invulling Justitiële Jeugd (VIV JJ) en toegezegd in het tweede kwartaal van 2018 het eindrapport van de verkenning toe
te sturen.1 Als bijlage bij deze brief treft u het eindrapport2. Met dit eindrapport geef ik ook uitvoering aan de motie van de leden Buitenweg (GroenLinks)
en Raemakers (D66) over de vraag hoe alternatieven voor jeugddetentie, zoals de kleinschalige
voorzieningen, ook buiten de grote steden kunnen worden aangeboden.3
Het aantal jeugdigen dat in aanraking komt met het jeugdstrafrecht vertoont al enkele
jaren een dalende trend. De bezetting in de JJI’s is sterk aan het afnemen door een
fors dalende instroom. Dit heeft ertoe geleid dat er ook binnen de justitiële jeugdinrichtingen
sprake is van overcapaciteit. Daarbij is er sprake van een toename in de diversiteit
in behoeften van de jeugdigen in JJI’s. Deze ontwikkelingen maakten dat in 2015 zowel
uw Kamer als het veld een verandering van het huidige stelsel nodig achtte. Met het
rapport VIV JJ is een eerste aanzet gedaan tot een toekomstig duurzaam stelsel vrijheidsbeneming
van justitiële jeugdigen.4 In de periode tussen 2016 en 2018 is dit rapport VIVJJ middels brede samenwerking
van (justitiële) partners, ondersteund door de wetenschap, verder uitgewerkt in proeftuinen,
onderzoeken en experimenten.
In het eindrapport zijn de resultaten hiervan uiteengezet en wordt vooruitgeblikt
naar de eventuele aanpassingen van het systeem van vrijheidsbeneming van justitiële
jeugd. Op basis van de inhoudelijke verkenning zijn de ervaringen met kleinschalige
voorzieningen positief. Een eventuele keuze om diverse kleinschalige voorzieningen
te realiseren zal evenwel verstrekkende gevolgen hebben voor de huidige justitiële
jeugdinrichtingen (JJI’s). Het landschap zal dan veranderen van het huidige aantal
grootschalige inrichtingen naar enkele grootschalige en meerdere kleinschalige voorzieningen.
Ik reageer nu nog niet inhoudelijk op het eindrapport.
Tijdens het Algemeen Overleg Justitiële Jeugd van 5 april 2018 (Kamerstuk 28 741, nr. 50) heb ik toegezegd in het najaar te komen met een brede brief over het justitieel
jeugdbeleid. Ik vind het passend om in die brief ook mijn reactie op het eindrapport
VIV JJ op te nemen. In die brief komen ook de strafmaat, preventie, nazorg, het adolescentenstrafrecht
en de straf- en civielrechtelijke plaatsing van jongeren (inclusief beleidsreactie
op het RSJ advies inzake samenplaatsing) aan de orde, zodat deze dossiers in samenhang
kunnen worden bezien. Samen met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
ga ik dit najaar hierover graag met uw Kamer in gesprek.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker