28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 511 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2017

De afgelopen jaren treft de politie steeds zwaarder vuurwerk aan.1 Het is noodzakelijk dat dit zware illegale vuurwerk aan het maatschappelijk verkeer wordt onttrokken. De politie is een van de partijen die daarmee is belast. De afgelopen periode heeft de politie gekeken naar de noodzakelijke aanpassingen in de eigen werkprocessen ter bescherming van het eigen personeel en de omgeving, gelet op het toegenomen gevaar van het illegale, zware vuurwerk.

Politie en de toezichthouders hebben vastgesteld dat de tijdelijke opslag van zwaar illegaal vuurwerk door politie niet op alle punten voldoet aan de wettelijke vereisten en dat dit zo snel mogelijk moet worden opgelost. De Korpsleiding heeft besloten dat de toegenomen zwaarte van het vuurwerk aanleiding is om in verband met de veiligheid van haar medewerkers, het (toegestane) initiële transport van aangetroffen, illegaal vuurwerk door politieambtenaren verder te beperken en te laten vervangen door transport door daarvoor toegeruste ADR-transporteurs2. Ook de politievakbond ACP heeft hierop aangedrongen en ziet bovendien graag dat de kosten van transport en opslag op de dader worden verhaald.

De politie is samen met relevante partners bezig met het realiseren van structurele maatregelen voor het volgende vuurwerkseizoen. Daarbij zal ook gekeken worden of de Wet Economische delicten een mogelijkheid biedt om de kosten ervan op de dader te verhalen. Ik zal uw Kamer hierover in het voorjaar van 2018 berichten.

Helaas bleek het niet mogelijk het probleem voor de komende jaarwisseling al volledig op te lossen. Wel treft de politie met onmiddellijke ingang een aantal maatregelen gericht op het aanzienlijk reduceren van de tijdelijke opslag van het illegale vuurwerk, als ook het vervoer ervan door politieambtenaren. Hiertoe wordt in de eerste plaats het rechtstreekse ADR-transport naar de landelijke centrale opslagvoorziening geïntensiveerd.

In de beoogde eindsituatie zou tijdelijke opslag bij de politie door verder verbeterde logistiek helemaal niet meer nodig moeten zijn. Voor dit vuurwerkseizoen kan dat nog niet volledig worden vermeden. In dit verband zijn twee aanvullende maatregelen getroffen, namelijk het reduceren van het aantal politiebureaus waarbij de tijdelijke opslag plaatsvindt, en het terugbrengen van de duur van de tijdelijke opslag tot maximaal 6 uur. Het laatste wordt gerealiseerd door een versnelde afvoer door een ADR-transporteur naar de opslagvoorziening in Ulicoten. Een en ander leidt er toe dat op minder plekken dan voorheen en veel korter dan vroeger in beperkte mate nog vuurwerk wordt opgeslagen.

Ik wil benadrukken dat er een breed besef is dat de voorschriften voor de opslag van vuurwerk voor alle partijen en dus ook de politie gelden. Dit moet snel worden opgelost. Politie en partners zullen in 2018 met voorrang werken aan een structurele oplossing.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Onderzoek van de Politieacademie «Veiligheid bij jaarwisselingen», gepubliceerd op internet.

X Noot
2

ADR is de Europese classificatie voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg.

Naar boven