28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 465 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 april 2016

In deze brief ga ik in op toezeggingen die ik heb gedaan in het Algemeen Overleg van 11 november 2015 (Kamerstuk 28 684, nr. 458). Het betreft het inrichten van een financieel vangnet voor de beveiligingskosten van bedreigde politieke ambtsdragers en het onderzoek in relatie tot de vraag hoe vaak lokale verstoring van het democratische proces plaatsvindt. Verder informeer ik u over een voorziening voor acute psychosociale ondersteuning van bedreigde politieke ambtsdragers en de instrumentenkoffer Veilig bestuur.

Aanvullende financiële voorziening beveiliging politieke ambtsdragers

Voor het geval dat de beveiliging van lokale politieke ambtsdragers in acute dreigingsituaties tot financiële problemen in de gemeente leiden – en daarmee voor lastige politieke afwegingen en negatieve uitkomsten voor de persoonlijke veiligheid zouden kunnen zorgen – heb ik een financieel vangnet ingesteld.

Met het vangnet wordt voorkomen dat burgemeesters, wethouders en raadsleden bij acute en ernstige dreiging met de gemeenteraad in discussie moeten over de kosten van hun beveiliging, hetgeen ook invloed kan hebben op hun bereidheid aangifte te doen. Het gaat om een voorlopige voorziening, die eind van dit jaar geëvalueerd wordt om te bezien of het een structurele voorziening moet worden.

De voorziening is aanvullend op het stelsel bewaken en beveiligen1. Wanneer er sprake is van een concrete of voorstelbare dreiging blijven de persoon en de werkgever zelf in eerste instantie verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen die de gevolgen van eventuele inbreuken op de veiligheid voorkomen. Dit geldt zowel voor de werklocatie als het privédomein (woningen, werkplek, vervoersmiddel, etc.) van de betrokkene(n). Indien vanuit overheidszijde in het kader van het stelsel bewaken en beveiligen aanvullende beveiligingsmaatregelen worden geadviseerd, deze het niveau van het Politie Keurmerk Veilig Wonen overstijgen, de kosten van de maatregelen voor rekening komen van de gemeente als werkgever2, de kosten een onevenredig beslag op de gemeentelijke begroting leggen en daarmee tot lastige politieke afwegingen en negatieve uitkomsten voor de persoonlijke veiligheid zouden kunnen leiden, kan vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden voorzien in een tegemoetkoming in de kosten.

De zorg voor slachtoffers onder politieke ambtsdragers

Onlangs ben ik met het Instituut voor Psychotrauma (IVP) overeengekomen dat bedreigde burgemeesters, wethouders en raadsleden per 1 maart jl. voor acute gespecialiseerde psychosociale ondersteuning (24/7) een beroep kunnen doen op de diensten van dit instituut. Het IVP heeft ruime ervaring met het openbaar bestuur en de politieke context.

Deze voorziening is aanvullend op de Vertrouwenslijn die een aantal jaren geleden is ingesteld ten behoeve van politieke ambtsdragers (en hun familie) die te maken hebben met bedreiging, intimidatie en agressie. De Vertrouwenslijn biedt hen een luisterend oor, geeft advies, ondersteuning en een handelingsperspectief.

Instrumentenkoffer Veilig Bestuur

Bovengenoemde maatregelen gaan onderdeel uitmaken van de instrumentenkoffer Veilig bestuur die ik afgelopen najaar heb gepresenteerd. In deze koffer bevinden zich een leidraad en tal van andere instrumenten voor de integrale aanpak van intimidatie, agressie en geweld tegen lokale politieke ambtsdragers (zie www.agressievrijwerk.nl).

Over bovengenoemde maatregelen en de instrumentenkoffer Veilig bestuur heb ik alle burgemeesters half maart 2016 uitgebreid schriftelijk geïnformeerd. Daarbij heb ik hen verzocht deze maatregelen bekend te maken onder hun wethouders en gemeenteraadsleden en deze in de gemeente te (laten) implementeren.

Lokale verstoringen van het democratische proces

In mijn brief van 16 november jl. heb ik gesteld dat ik nader onderzoek zou laten verrichten naar het (zicht op het) aantal verstoringen van de lokale democratie en de (strafrechtelijke) reactie op die verstoringen3.

Uit dit onderzoek is het volgende gebleken: indien de «verstoring» bij de politie bekend is geworden, door aangifte bijvoorbeeld, dan kan het afhankelijk van het voorval onder verschillende artikelen uit het Wetboek van Strafrecht (WSr) worden geadministreerd. In relatie tot de vraagstelling van uw Kamer is het specifieke artikel 124 WSr («verstoring dan wel belemmering» van het democratisch proces) het meest relevant. Bij het Openbaar Ministerie (OM) zijn sinds 1992 in totaal 13 zaken geregistreerd voor overtreding van artikel 124 WSr. Eén zaak (1992) is voorwaardelijk geseponeerd in verband met de gezondheidstoestand van verdachte. In twee zaken, uit 1997 en 2005, is gedagvaard, maar zijn de vonnissen nog niet bij mij bekend. Recent, vanaf eind 2015 tot heden zijn tien zaken geregistreerd, die vooral betrekking hebben op de gebeurtenissen in Geldermalsen op 16 december jl. In vijf gevallen is gedagvaard, maar zijn de zaken nog niet «onder de rechter» en bij de overige gevallen is nog geen beslissing door het OM geregistreerd c.q. genomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Zie Circulaire bewaking en beveiliging van personen, objecten en diensten, Staatscourant 2015, nr. 18913

X Noot
2

Circulaire Besluit Harmonisering en modernisering rechtspositie van 1 juli 2014, Staatsblad 2014, nr. 230

X Noot
3

Kamerstuk 28 684, nr. 456

Naar boven