nr. 124
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 januari 2008
Hierbij bied ik u het onderzoeksrapport Je bedrijf
of je leven aan1. Het rapport geeft inzicht
in de wijze waarop afpersing (artikel 317 WvS) en afdreiging (artikel 318
WvS) van het bedrijfsleven plaatsvinden en hoe deze kunnen worden aangepakt.
De belangrijkste conclusies van het onderzoek luiden:
1. Kwetsbaar zijn vooral de detailhandel en de horeca, vanwege het open
karakter; kleine bedrijven met onvoldoende middelen voor preventie; grotere
bedrijven en multinationals, vanwege het grote geld; bedrijven afhankelijk
van internet (cyberafpersing); allochtone ondernemers binnen de detailhandel
en de horeca; individuele zakenlieden, dienstverleners en kleinere ondernemers,
kwetsbaar voor persoonsgerichte afpersing.
2. Er is sprake van beperkte aangiftebereidheid die samenhangt met: angst
voor represailles, bedrijfseconomische motieven, gebrek aan vertrouwen in
de politie, onbekendheid met afpersing als delicttype en culturele aspecten
(vooral allochtonen weten de weg naar de politie minder goed te vinden).
3. De belangrijkste dadergroepen zijn: individuele daders (vaak ex-werknemers
met vertrouwelijke bedrijfsinformatie), die weinig professioneel en meest
incidenteel opereren; dadergroepen – afkomstig uit het criminele milieu
en vaak van buitenlandse herkomst; groepen jongeren die zich vooral bezig
houden met protectieafpersing in de horeca en detailhandel.
4. De huidige aanpak van afpersing van het bedrijfsleven beperkt zich
vooral tot een repressieve aanpak op het moment dat het probleem zich voordoet.
Indien er aangifte wordt gedaan, leidt dat in ruim de helft van de gevallen
tot aanhouding van de verdachten. De aanpak blijft vooral achter bij afpersing
van kleinere ondernemers en die gevallen waarvan geen melding of aangifte
wordt gedaan.
5. Een versteviging van de aanpak is gewenst, vooral protocollering en
deskundigheidsbevordering.
6. Het doen van uitspraken over de omvang wordt bemoeilijkt door het ontbreken van betrouwbare cijfers. Niettemin indiceren zelfrapportagecijfers
uit het bedrijfsleven (MCB 2006) dat 0,14 procent van de bedrijfsvestigingen
in Nederland slachtoffer is geworden van een vorm van afpersing in 2006. Jaarlijks
komen er 80 incidenten ter kennis van de politie.
De resultaten van het onderzoek zal ik in mei 2008 aan de orde stellen
in het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC). Inzet daarbij is
het maken van gezamenlijke afspraken met het bedrijfsleven en het bevoegd
gezag gericht op het verstevigen van de aanpak van afpersing van het bedrijfsleven.
De minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin