28 676 NAVO

Nr. 195 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 februari 2014

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan ten behoeve van de bijeenkomst van de Navo-defensieministers te Brussel op 26 en 27 februari 2014.

Agenda

Op 26 en 27 februari komen de Ministers van Defensie van de Navo bijeen in Brussel. Op 6 februari ontving ik de uitnodigingsbrief van Secretaris-generaal Rasmussen. De voorlopige agenda kan – afhankelijk van de uitkomst van de lopende besprekingen in Brussel – nog worden aangepast. In zijn brief stelt Secretaris-generaal Rasmussen voor om de eerste dag twee sessies te wijden aan capaciteiten. Daarbij zal het in de eerste plaats gaan over de capability review en over het initiatief van de Secretaris-generaal om met Flagship projects het Smart Defense initiatief (2012) een impuls te geven en belangrijke militaire capaciteitstekorten aan te pakken. Verder zal worden gesproken over het Navo Defensie Planning Proces, het Connected Forces Initiative, Cyber Defence, het Framework Nations Concept en NATO reform. Tijdens het informele werkdiner spreken de Ministers over Afghanistan. Voor de tweede dag is een bijeenkomst voorzien van de NATO Ukraine Commission. Ten slotte vergaderen de Ministers van Defensie van de troepenleverende landen van ISAF.

Tijdens het algemeen overleg beleidsbrief nucleaire ontwapening en non-proliferatie hebben Minister Timmermans en ik toegezegd om in de aanloop naar de Navo-Top in Wales openheid over de nucleaire taken van de Navo aan de orde te stellen. Hiervoor zal ik bij mijn ambtgenoten aandacht vragen.

Capaciteiten

Capability review

In de eerste sessie zal de Secretaris-generaal een presentatie geven over de eerste bevindingen van de capability review, het document waarmee in juni de vierjarige cyclus van het NATO Defence Planning Process (NDPP) zal worden afgesloten. Daarin neemt de vraag, in welke mate de militaire capaciteitstekorten van de Navo zijn aangepakt, een centrale plaats in. Aansluitend zullen de Ministers van Defensie hierover in een strategische discussie van gedachten wisselen en de Secretaris-generaal van suggesties voorzien.

Ik zal opnieuw een lans breken voor transparantie over de geconstateerde capaciteitstekorten en -overschotten en de eventuele risico’s. Dat geldt ook voor de input-output cijfers van de krijgsmachten van de Navo-lidstaten. Openbaarmaking van deze cijfers zal het streven naar doelmatigheid bevorderen. Om andere bondgenoten hiertoe aan te zetten, heeft Nederland een overzicht van input-output cijfers gepubliceerd, dat als bijlage bij deze brief is gevoegd1. Dit betreft cijfers uit 2011 gebaseerd op de Defence Capability Survey, die tweejaarlijks wordt uitgevoerd. Hiermee wordt inzicht gegeven in de input en output van Nederland in capaciteiten voor de Navo (en Nederland). Denemarken en Noorwegen gingen Nederland al voor.

De definitieve capability review zal in juni aan de Ministers van Defensie worden aangeboden, voorzien van een militaire analyse van de gevolgen van de tekorten. Aansluitend zal de capability review worden betrokken bij de voorbereiding van de Navo-top in Wales (4 en 5 september 2014).

Navo Defensie Planning proces (NDPP)

Belangrijk onderdeel van de uitvoering van het Chicago Defense Package – het pakket van maatregelen dat op de Navo-Top in Chicago in 2012 is overeengekomen – is de versterking van het defensieplanningproces. Nederland steunt de versterking van het NDPP, dat meer moet worden toegesneden op de multinationale aanpak van de militaire capaciteitstekorten die zijn vastgesteld op de Top in Lissabon (2010).

Flagship Projects

Tijdens deze sessie zal ook worden gesproken over het voornemen van de Secretaris-generaal om met zogenoemde Flagship Projects het Smart Defense initiatief van 2012 een impuls te geven. Smart Defense is gericht op het internationaal samenwerken van bondgenoten bij de ontwikkeling, de verwerving, het onderhoud en het gebruik van capaciteiten. De Flagships zijn bedoeld voor samenwerkingsprojecten op gebieden waarop grote tekorten bestaan of worden voorzien. Gedacht wordt aan Joint Intelligence Surveillance Reconnaissance (J-ISR) en raketverdediging. Nederland steunt het Flagship Projects initiatief en zal zich inspannen om partners te interesseren voor de Nederlandse upgrade van de SMART-L radar. Ik zal lidstaten benaderen om met deze upgrade de sensorcapaciteit van Navo’s Ballistic Missile Defence verder te vergroten. Nederland volgt voorts met belangstelling de mogelijkheden voor het gezamenlijk onderhouden, trainen, oefenen en opereren met UAV’s. Het is de bedoeling de Flagships te presenteren op de Navo-Top in september.

Ballistic Missile Defence

De Ministers worden geïnformeerd over de voortgang op het gebied van Ballistic Missile Defence (BMD) sinds hun vorige bijeenkomst. De afgelopen maanden is vooral gesproken over de methode waarmee bondgenoten prioriteiten toekennen aan te verdedigen objecten. Er wordt weliswaar vooruitgang geboekt, maar er is nog geen consensus. Nederland blijft zich inzetten voor spoedige besluitvorming.

Connected Forces Initiative (CFI)

Tijdens de tweede sessie zal onder meer gesproken worden over het CFI. Dit behelst vooral de versterking en de handhaving van de interoperabiliteit tussen bondgenoten, maar ook met partners, zoals die door de gezamenlijke operaties als in Bosnië, Kosovo en Afghanistan is bereikt. Het doel is het zekerstellen dat de Navo-bondgenoten en partners de mogelijkheid behouden effectief gemeenschappelijk te opereren in elk type missie en dat tevens voldoende voortzettingsvermogen beschikbaar is. Nederland acht het van groot belang dat de interoperabiliteit met partners behouden blijft. In dat kader zal ik opnieuw pleiten voor het overzichtelijker en toegankelijker maken van het Navo-instrumentarium op het gebied van interoperabiliteit voor partnerlanden. Partnerlanden die een wezenlijke bijdrage hebben geleverd of kunnen leveren aan operaties verdienen speciale aandacht.

Daarnaast zal gesproken worden over de wijze waarop de activiteiten van de Navo met betrekking tot de opbouw van defensie-instituties in niet-Navo-landen en het geven van trainingen en onderwijs op dit vlak verbeterd en meer gestroomlijnd kunnen worden. De Navo is actief op dit terrein, zowel in het kader van partnerschappen als in operaties. Net als andere bondgenoten is Nederland van mening dat de Navo unieke capaciteiten en toegevoegde waarde heeft. Desalniettemin dienen de Navo-activiteiten en de inspanningen van andere bilaterale en multilaterale actoren, zoals de VN en de EU, wel complementair te zijn.

Framework Nation Concept

Tijdens de tweede sessie zal mogelijk ook worden gesproken over het door Duitsland gelanceerde Framework Nation Concept (FNC). Nederland steunt dit concept dat voorziet in structurele samenwerking tussen groepen van bondgenoten ter ontwikkeling en instandhouding van capaciteiten. Het FNC sluit naadloos aan bij het Nederlandse streven om de militaire samenwerking met strategische partners te verdiepen. De komende maanden zal het concept verder worden uitgewerkt, met als doel het te presenteren tijdens de Navo-top.

Cyber Defence

Tijdens de ministeriële wordt een voortgangsrapport over de uitvoering van het NATO Cyber Defence Beleid (2011) aangeboden. Het afgelopen jaar is in opdracht van de Ministers een impuls gegeven aan de uitvoering daarvan. Cyberdreigingen ontwikkelen zich immers snel. De Navo-top in Wales biedt de kans om nieuwe en concrete vervolgstappen te zetten.

Mijn uitgangspunt blijft dat Navo’s prioriteit ligt bij de bescherming van de eigen netwerken en dat bondgenoten verantwoordelijk zijn voor de opbouw van eigen capaciteiten. De Navo kan wel een nuttige rol spelen in het ondersteunen van de capaciteitsopbouw van bondgenoten, bijvoorbeeld door organisatie van trainingen en oefeningen, informatie-uitwisseling, de uitvoering van cyber defence targets in het NDPP en multinationale samenwerking. Het is van belang deze rol verder uit te bouwen. Andere Nederlandse prioriteiten zijn samenwerking en complementariteit met de EU en de integratie van cyber defence in operationele planning.

NATO’s maritime strategy

De Secretaris-generaal heeft voorgesteld te spreken over de uitvoering van de uit 2011 daterende maritieme strategie van de Navo. Onder bondgenoten is brede steun, ook van Nederland, voor «maritieme veiligheid» als één van de onderwerpen voor de Navo-Top. Hierbij gaat het onder meer om de focus van de Standing Naval Forces en om het versterken van maritieme partnerschappen.

NATO reform

Secretaris-generaal Rasmussen zal de Ministers van Defensie conform zijn toezegging met een voortgangsrapport informeren over de hervorming van het Navo-hoofdkwartier en het op orde krijgen van de financiële huishouding. De Resource Planning & Policy Board zal daarnaast met een financiële beoordeling komen van de NATO Reform Initiatives.

Dit geeft de stand van zaken weer van de bereikte besparingen en uitgaven gekoppeld aan de Navo-commandostructuur. In dezen is en blijft er nog veel werk te doen. De Navo heeft te maken met een veranderende omgeving en dient het beschikbare budget zo efficiënt en transparant mogelijk te besteden.

Dinersessie

De 28 Ministers zullen spreken over de situatie in Afghanistan en naar verwachting opnieuw steun uitspreken voor de post-2014 Resolute Support missie, mede in het licht van de verplichtingen voortvloeiend uit de Chicago Top en de Tokyo commitments. Het is nog te vroeg voor eventuele toezeggingen over een concrete Nederlandse bijdrage aan de nieuwe Navo-missie. Het is van belang dat eerst een Status of Forces Agreement wordt overeengekomen en dat duidelijkheid wordt verkregen over de militaire bijdrage van de Verenigde Staten, nadat een BSA tussen de Verenigde Staten en Afghanistan tot stand is gekomen.

Afghanistan

De Ministers van Defensie zullen in ISAF-samenstelling met de Afghaanse autoriteiten van gedachten wisselen. Dit is de laatste bijeenkomst voor de verkiezingen in Afghanistan op 5 april. Naar alle waarschijnlijkheid zal gesproken worden over het uitblijven van overeenstemming over de Bilateral Security Agreement (BSA) met de Verenigde Staten en de nog lopende onderhandelingen over de Status of Forces Agreement (SOFA) met de Navo.

NUC

Op dit moment is het onzeker of de bijeenkomst van de NATO Ukraine Commission (NUC) zal doorgaan. Zo ja, dan zal naar verwachting worden gesproken over de lopende militaire samenwerking (Oekraïense deelneming aan Operation Ocean Shield) en ook over de door Navo in Oekraïne uitgevoerde projecten. Uiteraard zal ook de huidige situatie in Oekraïne, die door Nederland nauwgezet en kritisch wordt gevolgd, onderwerp van gesprek zijn.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven