28 676 NAVO

Nr. 144 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2012

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan ten behoeve van de bijeenkomst van de Navo-defensieministers te Brussel op 2 en 3 februari a.s.

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen

Agenda

Op 2 en 3 februari a.s. wordt te Brussel een ministeriële bijeenkomst van de defensieministers van de Navo gehouden. De definitieve agenda is op het moment van het versturen van deze kamerbrief nog niet bekend. De onderwerpen die in deze brief worden genoemd zijn derhalve ontleend aan de conceptagenda.

De bijeenkomst staat in het teken van drie hoofdonderwerpen, te weten de lopende operaties, de voorbereiding van de Navo-top in Chicago in mei 2012 en de stand van zaken van de hervormingen in de Navo. Voorafgaand aan de bijeenkomst zal een vergadering van de Northern Group worden gehouden, onder voorzitterschap van Finland.

Operaties

Afghanistan

Afghanistan wordt tijdens de ministeriële zowel met als zonder partners besproken. De besprekingen zullen in het teken staan van de geleidelijke overdracht van verantwoordelijkheden voor de veiligheid aan de Afghaanse autoriteiten in 2014. De Navo werkt in aanloop naar de Top in Chicago aan een nieuw strategisch plan voor Afghanistan, waarin de strategische lijnen voor de resterende periode van ISAF en voor de periode daarna worden vastgelegd. De ministers van Defensie zullen zich kunnen uitspreken over de voortgang van de transitie, de te bereiken resultaten en mijlpalen in de komende jaren en de ondersteuning van de Afghaanse veiligheidstroepen na 2014. Ik zal in deze discussie aandacht vragen voor het belang van een realistische opzet van de Afghaanse veiligheidstroepen en hun inbedding in de Afghaanse overheidsstructuren. De Nederlandse regering is in beginsel bereid ook na 2014 de Afghaanse veiligheidstroepen te ondersteunen, maar gaat er daarbij wel van uit dat op de langere termijn de Afghaanse regering deze verantwoordelijkheid volledig voor eigen rekening zal nemen.

KFOR

Tijdens de vergadering zal een werksessie over KFOR met partners worden gehouden. De gebeurtenissen van het afgelopen half jaar vereisen een discussie met de partners over KFOR. Hoewel het aantal Servische wegversperringen afneemt en de bewegingsvrijheid van EULEX toeneemt, is het nog te vroeg om de Operational Response Forces, die sinds afgelopen zomer aan KFOR zijn toegevoegd, bij afloop van hun huidige opdracht op 31 januari a.s. terug te halen. Ook de overgang naar de zogenoemde Gate 3, waarbij KFOR zijn presentie verder afbouwt, zal pas aan de orde zijn als er een politieke oplossing is gevonden voor de spanningen in Noord-Kosovo. De ontwikkelingen in Kosovo hebben geen invloed op de (beperkte) Nederlandse bijdrage.

De top in Chicago

Na deze bijeenkomst volgt een bijeenkomst van de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken voor de top in Chicago in mei a.s. Deze bijeenkomst staat vooral in het teken van tussenrapportages en een inventarisatie van nog openstaande actiepunten. Veruit het belangrijkste onderwerp zal Smart Defence zijn. Dit concept, geïntroduceerd door de secretaris-generaal, behelst het door slimmer te investeren en meer samen te werken kunnen behouden van capaciteiten die voor de Navo en individuele bondgenoten essentieel zijn. Smart Defence zal ook een Europees antwoord geven op de toespraak van voormalig minister van Defensie Gates in juni 2011 waarin hij stelde dat de lastenverdeling tussen de VS en Europa de afgelopen decennia uit balans is geraakt. De afgelopen maanden hebben de speciale gezant voor Smart Defence, plaatsvervangend secretaris-generaal Bisogniero, en de Supreme Allied Commander Transformation, generaal Abrial, alle hoofdsteden bezocht om van bondgenoten te vernemen hoe zij aankijken tegen het concept en welke concrete bijdrage zij denken te kunnen gaan leveren. Het project Multinational Approaches, waarover ik u in het verslag van de vorige bijeenkomst heb bericht en waarin kansrijke projecten zijn opgenomen, is daar onderdeel van. Op dit moment bezie ik een aantal voorstellen voor projecten waar Nederland het voortouw zou kunnen nemen. Daarbij denk ik aan studies naar samenwerking met landen in de regio op terreinen die aansluiten bij de Nederlandse ambities en expertise. In de aanloop naar de top zullen deze voornemens verder worden geconcretiseerd. De secretaris-generaal zal tijdens de komende bijeenkomst ook een raamwerk voor Smart Defence presenteren. Dit raamwerk, een definitie van het concept Smart Defence, moet houvast bieden bij de invulling. De Northern Group bijeenkomst zal volledig worden gewijd aan Smart Defence en internationale samenwerking. Daar zal ik mijn ideeën ook delen met mijn collega´s.

In de aanloop naar de top zal ook over raketverdediging worden gesproken. Het voornemen is om de NATO Interim Ballistic Missile Defence Operational Capability tijdens de top in Chicago operationeel te verklaren. Hoewel daarvoor nog het nodige werk moet worden verzet, vooral op het gebied van commandovoering, Rules of Engagement en communicatiesystemen, acht ik dit haalbaar. In de discussie met Rusland over dit onderwerp is er nog weinig vooruitgang. Dit staat het doel voor de top echter niet in de weg.

Het derde onderwerp dat in het kader van de top zal worden besproken is de Defence and Deterrence Posture Review. Drie voorstudies, op de gebieden conventioneel, nucleair en wapenbeheersing, zullen kort voor de bijeenkomst worden aangeboden aan de secretaris-generaal. Deze zal een samenvatting van de bevindingen presenteren en toestemming vragen op basis daarvan te beginnen met het integrale document voor de top. Zoals de minister van Buitenlandse Zaken al stelde in zijn brief van 28 november 2011 (Kamerstuk 28 676, nr. 141) blijkt uit de discussies dat weinig landen in deze tijden van krimpende defensiebudgetten en een veranderende veiligheidssituatie aanleiding zien voor drastische wijzigingen in het samenstel van Navo-capaciteiten. De inzet van de regering voor een brede herziening, waarbij naast de conventionele en nucleaire capaciteiten ook raketverdediging, nieuwe dreigingen, zoals cyber, en wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie aan bod komen wordt inmiddels door meer landen ondersteund. Tijdens de komende bijeenkomst zal ik nogmaals een krachtig pleidooi houden voor een openbaar document tijdens de top in Chicago.

Hervormingen

Over de hervormingen is tijdens deze ministeriële naar verwachting een overzicht van de voortgang op de verschillende hervormingstrajecten aan de orde. Het betreft de hervorming van de commandostructuur, van de agentschappen, van de inrichting van de capaciteitsontwikkeling in de Navo en de herstructurering van het hoofdkwartier.

In algemene zin bestaat er reden voor tevredenheid over de bereikte resultaten tot nu toe. Wel heb ik enige zorgen over de verdere voortgang. Het is belangrijk het momentum vast te houden en onszelf te houden aan de oorspronkelijk gestelde doelen. Samen met andere hervormingsgezinde landen zal ik er daarom voor pleiten om ook tijdens de komende top in Chicago stil te staan bij de stand van zaken van de hervormingen en waar mogelijk nieuwe doelen te stellen.

Aan de hervorming van de commandostructuur wordt hard gewerkt. De militaire staf werkt aan de gedetailleerde transitieplannen en de daarbij behorende kostenramingen. De bondgenoten zijn het erover eens dat deze transitiekosten binnen de huidige Navo-budgetten dienen te worden geaccommodeerd. In de planning is de verhuizing van de entiteit DARS (Deployable Air command and Control centre Recognized Air picture Sensor fusion post) in Nieuw Milligen naar Italië in 2013 voorzien. Die verhuizing valt samen met de geplande uitbreiding van het Joint Forces Command in Brunssum.

Ook op het gebied van de hervorming van de agentschappen is vooruitgang geboekt. De General Managers van de Communication and Informations Agency en het Support Agency zijn inmiddels aangetreden en zullen nog in 2012 hun plannen voor de gestelde bezuinigingsdoelen presenteren. De Nederlandse generaal-majoor Koen Gijsbers is benoemd tot General Manager van het Communications and Informations Agency, waaronder ook het NC3A in Den Haag valt. De minste vooruitgang is geboekt bij de oprichting van het Procurement Agency. Zoals al was verwacht zorgt de diversiteit van de daaronder ressorterende multinationale verwervingsprogramma´s en de daaraan gekoppelde aansturingstructuren voor complicaties. Ik zal ervoor pleiten om bij de verdere stappen voor dit moederagentschap vooral te kijken naar de inrichtingseisen voor toekomstige materieelprojecten.

De hervormingen van het Navo-hoofdkwartier en de staven die zich bezig houden met capaciteitsontwikkeling verlopen tot nu toe moeizaam. De landen hebben geen overeenkomst kunnen bereiken over een structuur die tot aanzienlijke bezuinigingen zal leiden. De secretaris-generaal presenteert tijdens de aanstaande ministeriële nog geen resultaten over de hervorming van het hoofdkwartier. Ik zal de secretaris-generaal vragen om bij de hervorming van het hoofdkwartier nogmaals zelf te kijken naar de benodigde stafcapaciteit voor capaciteitsontwikkeling, en de resultaten daarvan nog voor de top in Chicago te presenteren.

In dit verband deel ik ook mee dat inspanningen van het kabinet en van leden van de Tweede Kamer om de IBAN-rapporten openbaar te maken inmiddels vruchten beginen af te werpen.

De international staf van de Navo bereidt de beoogde openbaarmaking van de rapporten voor. Ik verwacht dat hierover nog voor de top duidelijkheid zal bestaan.

Naar boven