Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 28642 nr. 62 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 28642 nr. 62 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2015
Boetes moeten een effectieve prikkel zijn om zwartrijden daadwerkelijk tegen te gaan. Ik ben voornemens de hoogte van de boete1, na overleg met de vervoerders, te verdubbelen en ga met mijn collega van Veiligheid en Justitie en met het Openbaar Ministerie (OM) in gesprek om de totale keten van het straffen bij zwartrijden te versterken. Daarbij is het voornemen om reizigers die per ongeluk vergeten in te checken niet te laten beboeten. Hiermee wordt invulling gegeven aan de motie van de Tweede Kamerleden De Boer en Hoogland2. Deze motie verzoekt het kabinet om, een vergelijking te maken met boetes die worden opgelegd voor andere delicten, en met een voorstel voor een verhoging van de boetes terug te komen naar de Kamer met speciale aandacht voor verhoging in geval van recidive.
Bijna 60% van de daders van agressie zijn zwartrijders. Zwartrijders zijn grofweg onder te verdelen in twee groepen. Ten eerste reizigers die per ongeluk vergeten in te checken en ten tweede bewuste zwartrijders die de pakkans en de hoogte van de boete afwegen tegen het voordeel van zwartrijden. Het boetebedrag dat nu wordt gehanteerd wordt wellicht door de bewuste zwartrijders als onvoldoende afschrikwekkend ervaren, het verhogen van het boetebedrag kan dan leiden tot minder zwartrijders. Anderzijds kan het uitdelen van verhoogde boetes door de vervoerder juist weer tot incidenten in de voertuigen leiden. Daarmee is het doel van een veiliger OV niet gediend. Met het boetebedrag moet daarom een goede balans gevonden worden.
In de bijgevoegde quick scan (bijlage) is ondermeer ingegaan op de bestaande handhavingmogelijkheden, de boetebedragen en is er een vergelijking gemaakt met (recidive bij) diefstal3. In het geval van zwartrijden hebben de vervoerders meerdere mogelijkheden om op te treden. De vervoerders zijn belast met het toezicht en hebben een keuze om de beschikbare instrumenten in te zetten. Men kan coulance betrachten, de mogelijkheid geven alsnog een vervoerbewijs aan te schaffen of een boete geven. Er is nog geen uniform coulancebeleid en niet alle vervoerders bieden de mogelijkheid alsnog een vervoerbewijs aan te schaffen. In de quick scan is uiteengezet welk traject volgt wanneer een boete uitgedeeld wordt en er niet wordt betaald.
Bij ministeriële regeling is het bedrag vastgesteld dat vervoerders aan zwartrijders in rekening kunnen brengen, bovenop de verschuldigde ritprijs. Sinds 1 januari 2005 is dit bedrag vastgesteld op € 35. Als de reiziger meerdere malen niet incheckt, een boete krijgt en niet tot betaling overgaat, kan de vervoerder proces verbaal opmaken en doorsturen aan het OM om de zaak strafrechtelijk af te doen. De geldboete die het OM hanteert is sinds 2005 periodiek verhoogd van € 65 tot het huidige € 90. Het OM kan hogere straffen eisen naar mate er vaker is zwartgereden en bij meermalen recidive kan er in beginsel aan de rechter worden gevraagd hechtenis op te leggen.
In de quick scan is een vergelijking gemaakt met diefstal. De vergelijking gaat niet helemaal op omdat bij diefstal in bijna alle gevallen sprake is van opzet. Coulance ligt dan niet voor de hand. Ingeval van winkeldiefstal zal er vaak alleen strafrechtelijk worden opgetreden. Bij diefstal van een product dat minder kost dan € 50 is de geldboete € 200 en bij recidive € 300.
De verwachting is dat bij het fors verhogen van de boete een groep bewuste zwartrijders ontmoedigd wordt. Het straffen wordt daardoor effectiever. Reizigers die per ongeluk vergeten in te checken mogen niet de dupe worden van de ontmoedigingsmaatregel om bewuste zwartrijders af te schrikken met een hoger boetebedrag. Deze groep behoort niet tot de doelgroep waarvoor de verhoogde boete gewenst is. Reizigers die per ongeluk niet ingecheckt zijn, en waarvan vast te stellen is dat ze op andere reizen wel altijd in- en uitchecken, zouden de kans moeten krijgen deze fout te herstellen. De controleur kan het reisgedrag van reizigers zien en op basis daarvan vaststellen of de reiziger bij andere reizen wel in- en uitcheckt. Een specifieke groep hierbinnen zijn uiteraard de houders van een abonnement met een afgekocht reisrecht. Ik ben van mening dat gekoppeld aan het verhogen van de boete er een uniform coulancebeleid vastgelegd moet worden door alle vervoerders. Het gesprek daarover met de vervoerders loopt.
Ik ben voornemens de boete op korte termijn te verdubbelen en dus te verhogen naar € 70 en een ophoging van de administratiekosten ingeval van niet tijdige betaling van € 10 naar € 15 en zal daarvoor een ministeriële regeling opstellen. Hiervoor is het van belang dat vervoerders op korte termijn met een uniform coulancebeleid komen. Om te bekijken of met deze verhoging het gewenste afschrikeffect bereikt wordt en of andere gevolgen zich voordoen, wordt de verhoging na twee jaar geëvalueerd.
Met mijn collega van Veiligheid en Justitie en met het OM zal het gesprek aangegaan worden over de eventuele verhoging van het boetebedrag dat het OM hanteert met speciale aandacht voor recidive. Hierbij wordt ook de vraag van het Tweede Kamerlid Houwers betrokken om de relatie met de pakkans te bekijken. Gelet op de systematiek is het is nu niet logisch om het bedrag dat de vervoerders kunnen opleggen verder te verhogen dan € 70 en administratiekosten ingeval van niet tijdige betaling van € 15, omdat de geldboete die het OM hanteert, wanneer een zwartrijder niet is ingegaan op het betalen van ritprijs en boetebedrag, € 90 bedraagt. Als een verdere verhoging van het bedrag dat vervoerders kunnen opleggen aan de orde is, wil ik daarbij de mogelijkheid om het bedrag bij recidive te verhogen nader onderzoeken. Ik zal uw Kamer periodiek over de voortgang informeren.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
In deze brief wordt gesproken over boetes bij zwartrijden. Hiermee wordt gedoeld op het bedrag dat de vervoerders kunnen opleggen indien een reiziger zonder geldig vervoerbewijs reist (zwart rijden), een uitstel van betaling (artikel 48, tweede lid, Besluit personenvervoer 2000).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28642-62.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.