nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voor bepaalde
geweldsdelicten minimum straffen in te voeren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 141, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 2° worden na de woorden «gevangenisstraf van
ten» ingevoegd de woorden: minste vier jaren en ten;
2. In onderdeel 3° worden na de woorden «gevangenisstraf van
ten» ingevoegd de woorden: minste zes jaren en ten.
B
In artikel 242 worden na de woorden «gevangenisstraf van ten»
ingevoegd de woorden: minste zes jaren en ten.
C
In artikel 287 worden na de woorden «gevangenisstraf van ten»
ingevoegd de woorden: minste acht jaren en ten.
D
In artikel 288 worden na de woorden «tijdelijke van ten» ingevoegd
de woorden: minste tien jaren en ten.
E
In artikel 289 worden na de woorden «tijdelijke van ten» ingevoegd
de woorden: minste tien jaren en ten.
F
Artikel 300 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten»
ingevoegd de woorden: minste twee jaren en ten;
2. In het derde lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten»
ingevoegd de woorden: minste drie jaren en ten.
G
Artikel 301 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten»
ingevoegd de woorden: minste twee jaren en ten;
2. In het tweede lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten»
ingevoegd de woorden: minste drie jaren en ten;
3. In het derde lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten»
ingevoegd de woorden: minste vier jaren en ten.
H
Artikel 302 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten»
ingevoegd de woorden: minste vier jaren en ten;
2. In het tweede lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten»
ingevoegd de woorden: minste vijf jaren en ten.
I
Artikel 303 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten»
ingevoegd de woorden: minste zes jaren en ten;
2. In het tweede lid worden na de woorden «gevangenisstraf van ten»
ingevoegd de woorden: minste acht jaren en ten».
J
Artikel 306 wordt gewijzigd als volgt:
1. In onderdeel 1° worden na de woorden «gevangenisstraf van
ten» ingevoegd de woorden: minste één jaar en ten;
2. In onderdeel 2° worden na de woorden «gevangenisstraf van
ten» ingevoegd de woorden: minste twee jaren en ten.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand
na de datum van uitgifte van het Staatdsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,