28 638 Mensenhandel

Nr. 75 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 april 2012

Tijdens de Regeling van Werkzaamheden op 19 april 2012 is door het Kamerlid Schouw (D66) gevraagd om een brief over de toename van mensenhandel, waarin mede op het verzoek van Kamerlid Arib (PvdA) wordt ingegaan op de stand van zaken met betrekking tot de opvang van slachtoffers. Ook zal ik op verzoek van het Kamerlid Elissen (PVV) ingaan op de stand van zaken met betrekking tot de aanpak van misbruik van de verblijfsregeling voor slachtoffers van mensenhandel.

De constatering dat sprake zou zijn van een toename van mensenhandel is gebaseerd op cijfers van het Coördinatiecentrum mensenhandel (CoMensha) over het jaar 2011. Uit deze cijfers – die u in de bijgevoegde jaarrapportage van CoMensha aantreft1 – blijkt dat er in 2011 sprake was van 1222 geregistreerde slachtoffers van mensenhandel. Dit is een toename van 23% ten opzichte van het jaar 2010. Er is al sinds 2003 sprake van een jaarlijkse toename van het aantal slachtoffers, maar deze stijging is nog niet zo fors geweest.

Het is enerzijds triest om te constateren dat er zo veel slachtoffers van een zeer ernstig misdrijf als mensenhandel vorig jaar zijn aangetroffen. Anderzijds zijn de cijfers ook een hoopgevend signaal dat de hoge prioriteit die wordt gegeven aan de aanpak van mensenhandel zijn vruchten begint af te werpen. Zoals CoMensha ook al constateert in bijgevoegde jaarrapportage begint de gezamenlijke aanpak te werken en komt door de intensivering van de activiteiten van de betrokken opsporingsdiensten de aard en omvang van mensenhandel steeds beter in zicht. Een logisch gevolg hiervan is dat het aantal aangetroffen en geregistreerde slachtoffers toeneemt. De stijging van het aantal slachtoffers typeer ik daarom niet in eerste instantie als een indicatie dat mensenhandel toeneemt, maar eerder als een aanwijzing dat de aanpak van mensenhandel begint te werken. Uiteraard ben en blijf ik wel zeer alert op eventuele signalen die aangeven dat het misdrijf mensenhandel in omvang toeneemt.

Zoals u weet is de aanpak van mensenhandel conform het Regeerakkoord een prioriteit van dit kabinet. Deze prioriteit komt onder meer tot uiting in de doelstelling dat eind 2014 het aantal criminele organisaties dat wordt aangepakt – waaronder organisaties die zich met mensenhandel bezighouden – moet zijn verdubbeld. Daarnaast is er inmiddels een actieplan voor de rijksbrede aanpak van de loverboyproblematiek2 vastgesteld en heeft u een wetsvoorstel ontvangen voor de verhoging van de strafmaxima voor mensenhandel. De door mij opnieuw ingestelde Task Force aanpak mensenhandel werkt tegelijkertijd aan een versterking van de integrale aanpak van mensenhandel.

Een logisch gevolg van de stijging van het aantal geregistreerde slachtoffers is dat de behoefte aan opvangplaatsen toeneemt. Zoals uit bijgevoegde rapportage van Comensha blijkt is was er na de start van de «pilot categorale opvang slachtoffers mensenhandel» in 2010 geen tekort aan opvangplaatsen. Door de plotselinge stijging van het aantal slachtoffers in 2011 is er alsnog een wachtlijst ontstaan van gemiddeld 13 personen per maand. In mijn brief van 1 februari 20112 heb ik toegelicht op welke wijze de structurele opvang van slachtoffers van mensenhandel wordt vormgegeven.

Om het toegenomen aantal slachtoffers op te vangen zal de categorale opvang voor slachtoffers van mensenhandel vanaf medio 2012 worden uitgebreid van 50 naar 70 opvangplaatsen. Daarnaast wordt de doorstroming van slachtoffers uit de opvang naar reguliere huisvesting verbeterd. Hiertoe worden de slachtoffers met een verblijfsvergunning op grond van de verblijfsregeling voor slachtoffers van mensenhandel onder de «taakstelling voor de huisvesting van verblijfshouders» gebracht. Dit houdt in dat een gehuisvest slachtoffer dan meetelt voor de taakstelling voor gemeenten en dat hierdoor naar verwachting de doorstroom uit de opvang verbetert. Als gevolg hiervan komen naar verwachting opvangplekken vrij voor nieuwe slachtoffers. Vanaf medio 2012 is bovendien de mogelijkheid gecreëerd van een tussentijdse uitbreiding van het aantal opvangplaatsen bij de instellingen die de categorale opvang verzorgen.

Voor wat betreft de opvang van slachtoffers loverboys is nog een brief toegezegd tijdens het Verslag Algemeen Overleg op 15 maart 2012 over het ronselen van meisjes bij jeugdzorginstellingen. De aanleiding voor deze toezegging vormde de (aangehouden) motie3 van Kamerlid Kooiman over de financiering van het opvangproject Asja 2 vanaf 2013. Mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om deze toezegging gestand te doen. Het Rijk zal Asja 2 rechtstreeks bekostigen tot en met 31 december 2014. Daarna zal de specialistische opvang voor slachtoffers van loverboys plaatsvinden via het stelsel van de opvang voor slachtoffers van geweld in huiselijk kring, waarvoor de centrumgemeenten voor vrouwenopvang verantwoordelijk zijn. In de brief van 14 december 20114 heeft de staatssecretaris van VWS uiteengezet welk traject zij voor ogen heeft voor specifieke groepen, waaronder slachtoffers van loverboys, ten behoeve van de regeling per 2015. Daarmee is de opvang van slachtoffers van loverboys structureel geregeld.

Voor wat betreft de aanpak van misbruik van de verblijfsregeling voor slachtoffers van mensenhandel heeft de minister voor Immigratie en Asiel op 15 november 20115 een aantal maatregelen aangekondigd. Eén van de maatregelen betrof een onderzoek naar de inrichting van de bedenktijd. In een brief van 22 december 2011 heb ik toegezegd dat de uitkomst van het onderzoek voor mei 2012 zou zijn afgerond. U ontvangt dus nog op korte termijn een brief over dit onderwerp van de minister voor Immigratie en Asiel.

De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Kamerstuknummer 31 839 en 28 638, nummer 166.

X Noot
2

Kamerstuknummer 28 638, nummer 72.

X Noot
3

Kamerstuknummer 31 839, nummer 183.

X Noot
4

Kamerstuknummer 28 345, nummer 117.

X Noot
5

Kamerstuknummer 28 638, nummer 57.

Naar boven