28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nr. 337 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2022

Zoals uw Kamer toegezegd (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1402), stuur ik uw Kamer hierbij ter informatie de observatiebrief van de Europese Commissie over het door Nederland ingediende National Strategische Plan voor het nieuwe GLB (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid) (GLB-NSP)1. Deze brief is op 31 maart jl. door de Commissie gestuurd aan Nederland. Daarnaast licht ik uw Kamer via deze weg in over de manier waarop ik op de observatiebrief zal reageren.

Nederland heeft op 29 december 2021 het GLB-NSP ingediend. Het GLB-NSP moet door de Europese Commissie worden goedgekeurd, alvorens het herziene GLB per 1 januari 2023 in werking kan treden. In de observatiebrief geeft de Commissie aan wat nog nadere toelichting of aanpassing nodig heeft in de plannen van de lidstaten, zodat het GLB-NSP definitief kan worden goedgekeurd. Op 31 maart jl. heeft de Commissie aan 19 lidstaten een brief gestuurd met observaties op hun GLB-NSP. Deze brieven zijn nog niet door de Commissie zelf openbaar gemaakt.

In de Landbouw- en Visserijraad van 21 maart jl. is gesproken over de voortgang van het beoordeling van de Strategische Plannen voor het nieuwe GLB (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1408). Daarbij is door de Europese Commissie aangegeven dat de plannen van de lidstaten op punten nog aanpassing behoeven. Dat geldt ook voor het Nederlandse GLB-NSP. Een dergelijke reactie van de Commissie is niet ongebruikelijk in de Europese context. De observatiebrief is immers de neerslag van een uitgebreid beoordelingsproces van het GLB-NSP door verschillende Directoraten-generaal van de Europese Commissie. Ook zijn sommige observaties meer algemene aandachtspunten die de Commissie breder signaleert. Andere lidstaten hebben namelijk op punten observaties ontvangen die vergelijkbaar zijn met die van Nederland. Dit blijkt uit een samenvatting met hoofdlijnen van de 19 observatiebrieven, die door de Commissie zelf is gepubliceerd.2

De EC waardeert de focus op de groene doelen van het Nederlandse GLB-NSP, en verwelkomt de overheveling van budget van het Europees Garantiefonds voor de Landbouw naar het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling, van 134 miljoen in 2023 oplopend tot 215 miljoen in 2027. Deze overheveling staat in dienst van de transitie naar een meer duurzame landbouw.

Een andere rode draad uit de observatiebrief is dat de Europese Commissie om meer informatie vraagt. Dat geldt met name ten aanzien van de aansluiting van het GLB op het nationale beleid van Nederland. Deze vraag laat zich deels verklaren vanuit de behoefte van de Commissie om meer inzicht te krijgen in de interactie tussen het GLB-NSP en de inzet uit het Coalitieakkoord van 15 december jl. De Commissie constateert dat er met het Klimaat en Transitiefonds en het Nationaal Programma Landelijk Gebied uit het Coalitieakkoord substantieel meer nationaal budget beschikbaar is om de uitdagingen in de landbouw aan te pakken. De Commissie merkt op dat deze fondsen en het GLB-NSP elkaar zouden moeten versterken. Daarom vraagt de Commissie of Nederland de interactie tussen de nationale inzet en het GLB-NSP verder kan toelichten. Aangezien het plan slechts twee weken na publicatie van het Coalitieakkoord is ingediend, was op dat moment een goed overzicht van voorgenomen beleid nog niet beschikbaar. Met het verschijnen van de hoofdlijnen voor de gecombineerde aanpak van natuur, water en klimaat in het landelijk gebied (Kamerstukken 33 576 en 35 334, nr. 265) is het mogelijk om het GLB-NSP op dit punt te actualiseren.

De Europese Commissie geeft verder aan het GLB-NSP niet stevig genoeg te vinden ten aanzien van de zogeheten result indicators. Deze indicatoren leggen de link tussen een interventie en het doel van die interventie. Ze zijn bedoeld om voortgang te monitoren. Er zijn volgens de Commissie meer indicatoren nodig en ook een uitgebreidere argumentatie over die indicatoren. Ik wil echter benadrukken dat een meer doelgericht GLB-NSP vereist dat er keuzes worden gemaakt in de te hanteren indicatoren. Het GLB kan immers niet voor alle doeleinden worden ingezet. Bovendien is het zo dat Nederland, net als sommige andere lidstaten, gekozen heeft voor een vereenvoudigd systeem waarbij elke behoefte zoals die volgt uit de Sterkte-zwakteanalyse (SWOT) gekoppeld wordt aan één interventie en aan één streefcijfer. Nederland is van plan om op nationaal niveau meer te monitoren en niet alles op te nemen in de verantwoordingssystematiek naar de Europese Commissie. Het toepassen van meer streefcijfers zal aantonen dat onze voorgestelde maatregelen vrijwel altijd aan meer doelen bijdragen, maar zal de uitvoering en verantwoording ook complexer maken. Ik zal daarom in de gesprekken met de Commissie de komende periode aandacht geven aan de zorgen die in Nederland leven ten aanzien van de uitvoerbaarheid en complexiteit van het systeem.

De ontvangst van de observaties van de Commissie is een eerste stap in het onderhandelingsproces over de goedkeuring van het GLB-NSP. Op dit moment bestudeer ik de observatiebrief in meer detail. Ik zal mijn appreciatie van de bevindingen van de Europese Commissie in mei aan uw Kamer toezenden en ook met de Commissie delen. Op basis van deze appreciatie zal ik de verdere onderhandelingen met de Europese Commissie voeren. In deze appreciatie zal ik, gelet op de mededeling van de Europese Commissie (COM(2022) 133 final), ook aandacht besteden aan voedselzekerheid en het versterken van de weerbaarheid van voedselsystemen.

Het opstellen van deze appreciatie doe ik samen met de Provincies en de Waterschappen, in de interbestuurlijke programmaorganisatie waarbinnen het GLB-NSP eerder ook is opgesteld. De stakeholders uit de Maatschappelijke Begeleidingsgroep van het programma GLB-NSP zullen ook worden betrokken.

Ik zet in op een zo spoedig mogelijke goedkeuring van het GLB-NSP, met als doel een tijdige implementatie van het GLB. Het is van belang om boeren zo spoedig mogelijk zekerheid te kunnen geven. De Europese Commissie is van mijn inzet op de hoogte.

De lidstaten hebben hun eigen observatiebrief allen op hetzelfde moment ontvangen. De observatiebrief is op dit moment uitsluitend in het Engels beschikbaar. De Europese Commissie heeft aangegeven dit document ook naar het Nederlands te vertalen. De vertaling zal naar verwachting rond 14 april voor handen zijn en ik zal deze dan ook aan uw Kamer sturen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

Naar boven