Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 januari 2016
Tijdens het Algemeen Overleg van 9 december 2015 met uw Kamer over de Landbouw- en
Visserijraad van 14 en 15 december 2015 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 891) heb ik toegezegd de Kamer op korte termijn te informeren over de openstelling van
de Regeling Jonge Landbouwers. De Regeling Jonge Landbouwers maakt onderdeel uit van
het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014–2020 (POP3) (Kamerstuk 28 625, nr. 189). Met ingang van POP3 voeren de provincies het grootste deel van de maatregelen onder
POP3 uit, waaronder de Regeling jonge landbouwers.
Om de Regeling Jonge Landbouwers op korte termijn te kunnen openstellen is afgelopen
tijd door de provincies en mijn departement intensief gezocht naar mogelijkheden om
de regeling snel open te stellen, zodat jonge landbouwers ook daadwerkelijk subsidie
kunnen aanvragen.
De uitkomst is dat de provincies zelf een uniforme regeling voor jonge landbouwers
zullen openstellen, waaraan een investeringslijst is gekoppeld. Door deze keuze voor
een uniforme regeling en relatief korte investeringslijst kunnen de uitvoeringskosten
beperkt blijven. Dit was ook de wens van de provincies. Passend bij de eerder tussen
provincies en het ministerie gemaakte decentralisatie afspraken rond de uitvoering
van POP3, is gekozen voor een provinciale openstelling. Afgesproken is dat er, daar
waar echt nodig, provinciale accentverschillen kunnen worden aangebracht, maar dat
dit beperkt gebeurt.
Het bovenstaande is afgesproken in het Bestuurlijk Overleg POP3 van 13 januari 2016
met de 4 gedeputeerden van het Landsdelig bestuurlijk overleg POP (LBPOP). De openstelling
van de Regeling Jonge Landbouwers is voorzien van 1 maart tot en met 15 april 2016.
Hiervoor zullen de provincies het budget inzetten van de jaren 2014 en 2015.
Met de provincies ben ik van mening dat de regeling een extra steun in de rug is voor
jonge landbouwers en ben daarom verheugd dat de regeling binnenkort provinciaal wordt
opengesteld.
Deze openstelling 2016 zal worden geëvalueerd naar inhoud en werkwijze, ten behoeve
van openstellingen in volgende jaren. In 2017 wordt een volgende openstelling voorzien,
waarbij het initiatief geheel op provinciaal niveau ligt.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
M.H.P. van Dam