28 625 Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nr. 149 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 mei 2012

Uw vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft mij verzocht «om een reactie op het bericht dat duurzaamheidcertificaten kunnen meetellen als vergroeningsmaatregel binnen het GLB en op het rapport/presentatie Kringlooplandbouw van Boerenverstand.»

Het betreffende artikel gaat in op een onderdeel van de wetgevingsvoorstellen van de Europese Commissie betreffende de vergroening van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Zoals eerder gemeld, onderschrijft het kabinet de oriëntatie van de Europese Commissie om het GLB meer te richten op de beloning van bovenwettelijke prestaties. De vergroening van de directe betalingen binnen het GLB is hiervan een belangrijke bouwsteen.

Nederland staat op het standpunt dat de vergroeningsmaatregelen daadwerkelijk effectief, doelmatig en efficiënt dienen te zijn. Een belangrijk discussiepunt in de Brussel is de mate van nationale flexibiliteit bij het invullen van vergroeningsmaatregelen. Het kabinet pleit er voor dat lidstaten de mogelijkheid krijgen om uit een Europees keuzemenu maatregelen te kiezen die maximaal bijdragen aan verbetering van bijvoorbeeld biodiversiteit, klimaat en het milieu. Hierbij is het belangrijk dat de keuzes passen in een Europees kader, om op die manier ook een gelijk speelveld te waarborgen.

Binnen deze randvoorwaarden ben ik positief over de in het artikel genoemde optie om naast biologische landbouw ook andere gecertificeerde landbouwsystemen te accepteren die zich daarvoor kunnen kwalificeren.

Dat zou een impuls kunnen zijn voor een duurzame en toekomstgerichte landbouwsector, waarin innovatie en duurzame productiemethoden een belangrijke plaats in nemen.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

Naar boven