28 481 Evaluatie Algemene wet gelijke behandeling

Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 oktober 2012

In vervolg op de beslissing van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 10 juli 2012 in de zaak «SGP tegen Nederland» heb ik per brief van 14 augustus 2012 het SGP-hoofdbestuur uitgenodigd voor een gesprek en het bestuur aangegeven graag van hem te vernemen welke consequenties het voornemens is te verbinden aan voornoemde beslissing. Ik heb dit eerder meegedeeld in antwoord op vragen van 23 juli 2012 van het lid de heer Heijnen (PvdA) (Aanhangsel Handelingen II , vergaderjaar 2011–2012, nr. 3215). Daarin heb ik ook aangegeven uw Kamer op de hoogte te houden van nadere besluitvorming.

Tegen deze achtergrond stel ik u op de hoogte van de brief die ik heb ontvangen van het SGP-hoofdbestuur in antwoord op mijn voormelde brief van 14 augustus jl. Het kondigt daarin onder andere aan een intern traject te zijn gestart dat moet leiden tot het in overeenstemming brengen van de statuten en reglementen met het geldende recht. In mijn reactie daarop heb ik naar het bestuur de verwachting uitgesproken dat vanaf de eerste helft van 2013, in welk periode de SGP conclusies zal trekken, alle belemmeringen zijn weggenomen om vrouwen op de kandidatenlijst van de SGP te kunnen plaatsen.

De desbetreffende briefwisseling treft u hierbij aan 1) . Ik zal uw Kamer eveneens op de hoogte stellen van de aangekondigde nadere stappen en/of besluitvorming hierover.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies

1) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven