28 447
Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet basisvoorziening kinderopvang)

nr. 37
AMENDEMENT VAN DE LEDEN HAMER EN TONKENS

Ontvangen 31 maart 2004

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 6, vierde lid, komt te luiden:

4. De bedragen, bedoeld in het tweede lid, en de mate waarin het toetsingsinkomen van de ouder en, indien hij een partner heeft, dat van zijn partner een rol speel bij de hoogte van de tegemoetkoming, worden telkens per 1 januari van ieder kalenderjaar bij regeling van Onze Minister herzien. De herziening van de bedragen vindt plaats aan de hand van de ontwikkeling aan de hand van de prijzen in de kinderopvang. De herziening van het toetsingsinkomen vindt plaats aan de hand van een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen index ter zake van lonen.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe om de maximumprijs die voor overheidsvergoeding in aanmerking komt, te laten meegroeien met de prijsontwikkeling in de sector. Hiermee wordt de gelijke verdeling van de kosten tussen ouders, werkgevers en overheid hersteld.

In het huidige wetsvoorstel komen de lasten van prijsstijgingen in de kinderopvang grotendeels voor rekening van de ouders en de werkgevers en niet voor de overheid. Daarmee wordt de overheidsbijdrage langzamerhand relatief verlaagd en wordt het uitgangspunt van de wet: een gelijke verdeling van de kosten tussen ouders, werkgevers en overheid, verlaten. Dit amendement beoogt alle partijen evenredig te laten meebetalen aan prijsstijgingen.

Oorspronkelijk stond dit voorstel ook in het wetsvoorstel, namelijk in artikel 87, als overgangsmaatregel. Bij tweede nota van wijziging is dit voorstel er echter uitgehaald. Met dit amendement komt het voorstel als structurele maatregel terug in de wet.

Hamer

Tonkens

Naar boven