Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2020
In deze brief informeer ik uw Kamer over twee onderwerpen ten aanzien van de constructieve
veiligheid van bouwwerken. Ik geef hiermee invulling aan toezeggingen die gedaan zijn
bij het bij Algemeen Overleg Bouwregelgeving van 20 november 2019 (Kamerstuk 28 325, nr. 206).
Veiligheid bestaande voetbalstadions
Naar aanleiding van het gedeeltelijk instorten van het dak van het AZ-stadion (10 augustus
2019) heb ik in overleg met gemeenten, stadioneigenaren en de KNVB een protocol laten
opstellen door het adviesbureau ABT voor het periodiek beoordelen van bestaande voetbalstadions.
Dit protocol kunt u vinden op www.rijksoverheid.nl1. Bij het opstellen van dit protocol is ook het definitieve rapport d.d. 2 april 2020
van Royal Haskoning DHV beschouwd over de instorting. Dit rapport is opgesteld in
opdracht van de stadioneigenaar. Uit dit rapport2 blijkt dat de hoofdoorzaak van de instorting de lasverbindingen zijn die te dun waren
uitgevoerd. Het opgestelde protocol richt zich daarom vooral ook op de beoordeling
van lasverbindingen in de staalconstructies van voetbalstadions. Met het protocol
kunnen stadioneigenaren de constructieve veiligheid van hun stadion laten beoordelen.
De bouwregelgeving stelt eisen aan de constructieve veiligheid van een stadion en
de eigenaar heeft een zorgplicht dat hieraan wordt voldaan. Gemeenten kunnen hier
als bevoegd gezag op toe zien. Het protocol kan ook worden gebruikt bij de veiligheidsverklaring
die de KNVB stelt als licentie-eis voor het spelen van betaald voetbal. Begin 2020
is in overleg tussen gemeenten, ministerie JenV en de KNVB het model van deze veiligheidsverklaring
aangepast, zodat duidelijker is dat de stadioneigenaar verantwoordelijk is voor de
periodieke beoordeling van de constructieve veiligheid van het stadion.
Zoals bekend voert ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid nog onderzoek uit naar de
instorting van het dak van het AZ-stadion. Ik wacht de resultaten en aanbevelingen
van dit onderzoek af voor het nemen van mogelijke verdere acties.
Parkeergarage Wormerveer
Naar aanleiding van de gedeeltelijke instorting van een parkeergarage in Wormerveer
op 18 september 2018 is onderzoek uitgevoerd door Pieters Bouwtechniek in opdracht
van de gemeente Zaanstad. Hierbij is gebruik gemaakt van onderzoek door Adviesbureau
Hageman. Uit deze rapporten3 blijkt dat instorting kwam door het bezwijken van een heel specifiek type stalen
ligger: een zogenaamde hoedligger met kluftverbindingen. De lassen van de kluftverbindingen
bleken onvoldoende sterk te zijn uitgevoerd. Ik heb hierover overleg gevoerd met deskundigen
op het gebied van constructieve veiligheid van de Vereniging Bouw- & Woningtoezicht
Nederland, de Vereniging van Nederlandse Constructeurs en de Stichting Bouwen met
Staal. In het kader hiervan is door de laatste twee organisaties een enquête uitgevoerd
onder haar leden over de toepassing en uitvoering van de betreffende hoedliggers en
verbindingen in Nederland. Hieruit is gebleken dat in Wormerveer sprake is geweest
van een uitzonderlijke situatie. De ligger had een ongebruikelijk grote overspanning.
Verder was de ligger niet, zoals gebruikelijk in Nederland, gemaakt door een staalbedrijf
dat gespecialiseerd is in het maken van hoedliggers. Geconcludeerd is dat er geen
sprake is van een (landelijke) systeemfout bij hoedliggers. De notitie met de bevindingen
van dit onderzoek kunt u vinden op www.rijksoverheid.nl4. De Vereniging van Nederlandse Constructeurs en de Stichting Bouwen met Staal zullen
hun leden informeren over het opgetreden incident, zodat hiervan kan worden geleerd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren