28 325 Bouwregelgeving

Nr. 158 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2016

In mijn brief van 14 december 2015 (Kamerstuk 28 325, nr. 157) heb ik u geïnformeerd over mijn voornemen om de onderzoeksplicht volgens het zorgplichtartikel 1a van de Woningwet in te zetten voor de aanpak van de problematiek van niet-resistent roestvaststaal in zwembaden. Hierbij deel ik u mede dat de daarvoor noodzakelijke wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2012 met ingang van 1 juli 2016 in werking treedt (Stcrt 2016, nr. 33491). Op basis van deze onderzoeksplicht moeten eigenaren van overdekte zwembaden een onderzoek laten uitvoeren voor 1 januari 2017. Het onderzoek moet aantonen dat er in een zwembad geen niet-resistent roestvaststaal aanwezig is op plaatsen waar breuk kan leiden tot persoonlijk letsel. Gemeenten kunnen het onderzoeksrapport opvragen en handhavend optreden als niet is voldaan aan deze onderzoeksplicht.

In genoemde brief heb ik u ook geïnformeerd over de inventarisatie onder de 1.033 overdekte zwembaden door het Mulier Instituut, waarvan het rapport als bijlage was mee gestuurd (bijlage bij Kamerstuk 28 325, nr. 157). Dit onderzoek was onderdeel van een breder onderzoek door de zwembadbranche (VSG, NPZ-NRZ en Recron). Zoals toegezegd, stuur ik u hierbij het rapport van dit onderzoek1. Kortheidshalve verwijs ik naar de samenvatting in het rapport. Uit dit rapport volgt dat de zwembadbranche de onderzoeksplicht onderschrijft en richting hun achterban zal stimuleren dat deze wordt nageleefd.

Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg van 16 maart 2016 (Kamerstuk 32 757, nr. 132), stuur ik u voor de zomer van 2017 nog een voortgangsbericht over de uitvoering van de onderzoeksplicht door zwembaden.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven