28 294
Hoofdlijnen voor een nieuwe Pensioenwet

nr. 34
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2008

Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Financiën, de reactie op de enkele vragen die u per brief van 11 november jl. heeft doorgeleid van het CDA-fractielid de heer Omtzigt. Naar aanleiding van berichtgeving in het Financieel Dagblad van 11 november jl. over de Optas-zaak, wil de heer Omtzigt, mede namens de heer Tichelaar van de PvdA-fractie, de mening van de regering hebben over de gang van zaken. Voorts vraagt de heer Omtzigt of Aegon de beleggers niet met een persbericht geïnformeerd heeft over de jaarrekeningprocedure en of dat ook geldt voor de overheid als belegger.

Donderdag 23 oktober jl. is de Stichting Belangenhartiging Pensioengerechtigden van de Vervoer- en Havenbedrijven (SBPVH) een jaarrekeningprocedure gestart bij de Ondernemingskamer tegen Aegon NV (alsmede tegen Optas Pensioenen NV en Optas Schade NV). Mede in het licht van deze procedure willen wij geen oordeel vellen over het in het Financieele Dagblad geschetste (interne) besluitvormingsproces dat ten grondslag heeft gelegen aan de overname door Aegon Nederland NV van Optas Pensioenen NV op 28 juni 2007. Het krantenartikel biedt bovendien geen extra informatie die een ander licht werpt op de kern van het geschil, zoals die beschreven is in het feitenrelaas dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft opgenomen in zijn brief van 10 december 2007 (Kamerstukken II 2007/08, 28 294).

Nadat SBPVH het verzoekschrift voor de jaarrekeningprocedure indiende bij de Ondernemings-kamer, heeft Aegon Nederland NV geen (pers)berichten doen uitgaan. Aegon heeft noch andere beleggers, noch de overheid geïnformeerd. De vennootschap beslist welke informatie naar haar mening relevant is voor beleggers en is verantwoordelijk voor een eventuele openbaarmaking.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Naar boven