Ter griffie van de Eerste en van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal
ontvangen op 20 november 2012.
De wens dat de inwerkingtreding van de
maatregel bij de wet wordt geregeld kan
door ten minste vijftien leden van de
Eerste Kamer dan wel dertig leden van de
Tweede Kamer te kennen worden gegeven
uiterlijk op 20 december 2012.
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2012
Hierbij stuur ik u een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van het Besluit
doden van dieren en het Besluit ritueel slachten in verband met de uitvoering van
Verordening (EG) nr. 1099/2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden (Pb
EU 2009, L 303) 1). Op grond van artikel 110, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet
voor dieren, moet een wijziging van deze besluiten aangezien die beide het dierenwelzijn
betreffen, aan beide Kamers der Staten-Generaal worden voorgelegd.
Het besluit betreft louter de juridisch-technische aanpassingen die ter uitvoering
van de verordening nodig zijn. Dit geldt dus ook voor de wijzigingen in het Besluit
ritueel slachten. Voorziene aanpassingen in dat besluit ter implementatie van het
Convenant onbedwelmd slachten volgens religieuze riten (Stcrt. 2012, 13162) zullen in een separaat wijzigingsbesluit worden geregeld onder de Wet dieren. Ik
verwijs u naar de brief van 1 november 2012 (Kamerstukken II 2012/13, 31 571, nr. 23) waarbij een ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, houdende wijziging van
het Besluit houders van dieren in verband met wijzigingen op het gebied van het doden
van dieren zonder voorafgaande bedwelming aan u is gezonden.
Binnen dertig dagen na de overlegging kan door ten minste vijftien leden van de Eerste
Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven dat de inwerkingtreding
van dit besluit bij wet zal worden geregeld.
Onder verwijzing naar de brief van 29 oktober 2012 naar aanleiding van een verzoek
van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie betreffende aanhangige
ontwerp-Besluiten inzake de Wet dieren (Kamerstukken II 2012/13, 28 286, nr. 595), maak ik u er op attent dat de bovengenoemde verordening met ingang van 1 januari
a.s. inwerking treedt. Ik moge u gelet hierop dan ook verzoeken het daarheen te leiden
dat ook dit besluit met ingang van die datum in werking kan worden gesteld.
De staatssecretaris van Economische Zaken,
J. C. Verdaas
1) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer