28 286 Dierenwelzijn

Nr. 559 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 9 maart 2012

De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie inzake twee brieven van Comité Dierennoodhulp te Amsterdam van 26 januari 2012 m.b.t. zieke dieren ondanks gezondheidsverklaring en 7 weken bij opslaghouder en lot overige in beslag genomen dieren en de van 7 februari 2012 houdende e-mailwisseling tussen Comité Dierenhulp en Dienst Regelingen m.b.t. conditie van in beslag genomen dieren.

De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 8 maart 2012. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Van der Ham

De griffier van de commissie, Franke

1, 2 en 3

Is het waar dat deze in beslaggenomen kippen, die uit erbarmelijke omstandigheden gered waren en via Dienst Regelingen bij gecertificeerde opvangadressen, de zogenaamde opslaghouders, waren ondergebracht, weken later nog mager en verzwakt waren en (besmettelijke) ziektes bij zich droegen? Zo ja, kunt u uitleggen hoe het mogelijk is dat verwaarloosde dieren, na inbeslagname, de benodigde zorg niet hebben gekregen op het opvangadres, terwijl deze opslaghouders volgens het ministerie streng worden gecontroleerd?

Is het waar dat een dierenarts in opdracht van uw ministerie voor deze magere en verzwakte dieren, die bovendien (besmettelijke) ziektes bij zich droegen, een gezondheidsverklaring heeft afgegeven die stelt dat de dieren gezond zijn, geen klinische afwijkingen hebben en geen besmettelijke ziektes bij zich dragen? Zo ja, kunt u uitleggen hoe dat mogelijk is en hoe u herhaling in de toekomst gaat voorkomen?

Kunt u bevestigen dat deze dieren bleken te lijden aan makkelijk te behandelen ziektes als kalkpoten, mijtinfecties en acute snot? Zo nee, waarop baseert u dat? Zo ja, waarom zijn deze dieren dan in de periode dat zij bij een gecertificeerd opvangadres waren ondergebracht niet adequaat behandeld tegen deze ziektes?

Dieren worden standaard na aankomst op het opvangadres door een dierenarts onderzocht. In onderhavig geval heeft de dierenarts het pluimvee als koppel beoordeeld waarbij niet elke kip individueel is nagekeken. Bij grotere aantallen dieren is een dergelijke koppelbenadering de gebruikelijke werkwijze. De dierenarts heeft hierbij de diagnose snot vastgesteld en verder de dieren als zeer mager en zwak beoordeeld. Tegen de snot is een behandeling ingesteld. Tijdens de laatste controle voordat de dieren het bedrijf verlaten, heeft de dierenarts geconstateerd dat er als gevolg van de ingestelde koppelbehandeling geen verschijnselen van snot meer zichtbaar waren en dat de dieren voldoende aangesterkt waren om vervoerd te kunnen worden. Door de dierenarts zijn geen kalkpoten vastgesteld.

4

Kunt u bevestigen dat het Comité Dierennoodhulp al in een eerder stadium haar zorg had uitgesproken bij de afdeling IBG van Dienst Regelingen over deze opslaghouder naar aanleiding van de overdracht van circa 70 hanen, eenden, ganzen, parelhoenders en pauwen van de opslaghouder naar Akka’s Ganzenparadijs, waarbij bij aankomst bleek dat een aantal hanen zodanig verzwakt en ziek waren dat zij daar later door zijn gestorven?

Het Comité Dierennoodhulp heeft aangegeven dat een aantal hanen bij aankomst nog in verzwakte toestand verkeerde. Dit gestelde is een logisch gevolg van het feit dat de dieren in beslag genomen zijn vanwege ernstige verwaarlozing. Ernstig verwaarloosde dieren hebben lange tijd nodig om te herstellen. Bij een koppelbehandeling kan het gebeuren dat een enkel dier niet of minder goed reageert op de medicamenteuze behandeling en/of onvoldoende hersteld is. Dit is echter niet door de dierenarts opgemerkt.

5 en 6

Kunt u aangeven wat er gebeurd is met de overige ruim 1100 dieren die eind november bij een loods in Ouderkerk aan de Amstel in beslag zijn genomen? Wat is hun gezondheidssituatie en tegen welke ziektes hebben zij welke behandeling gehad?

Kunt u bevestigen dat conform de aangenomen motie Ouwehand (TK 28 973, nr. 72) deze overige 1100 dieren niet verhandeld zijn en als voedseldier zijn gebruikt?

De in beslag genomen dieren bestonden uit geringde, ongeringde, beschermde en onbeschermde dieren. Alle juist geringde of onbeschermde dieren, zijn verkocht aan dierentuinen en een handelaar of geplaatst bij een stichting. De handelaar heeft aangegeven voldoende verkoopmogelijkheden bij particulieren en parken te hebben.

De inheemse beschermde watervogels die niet geringd waren en niet uitgezet konden worden in de natuur zijn voorzien van een chip en vervolgens ondergebracht bij dierentuinen en parken die een ontheffing hebben om deze ongeringde dieren onder zich te houden. De knaagdieren en konijnen zijn geplaatst bij een stichting. Een kleine groep dieren die nog niet voldoende hersteld zijn, bevindt zich nog bij een aantal opvangplaatsen van DR.

De dieren zijn niet als voedseldier weggegaan.

7

Kunt u bevestigen dat het Comité Dierennoodhulp aangifte tegen deze onbekende opslaghouder van het ministerie heeft gedaan? Zo ja, bent u bereid een onderzoek in te stellen naar de werkwijze van dit opvangadres en de betrokken dierenarts? Zo nee, waarom niet?

Het is de opslaghouder en mij niet bekend dat er aangifte is gedaan. Het door mij ingestelde onderzoek naar aanleiding van de gestelde vragen heeft niet aangetoond dat de opslaghouder een strafbaar feit heeft begaan. Wel dient de werkwijze voor het beoordelen van grotere aantallen dieren door een dierenarts aangepast te worden. Hiervoor zullen de instructies worden aangescherpt.

8

Kunt u uiteenzetten op welke manier, door wie en hoe vaak tijdelijke opvangplaatsen gecontroleerd worden? Kunt u tevens uitleggen hoe wordt omgegaan met opvangplaatsen die niet aan de wettelijke verplichtingen blijken te voldoen? Zo nee, waarom niet?

Jaarlijks worden alle opvangplaatsen gecontroleerd door de NVWA. Daarnaast komen medewerkers van DR regelmatig op bedrijfsbezoek.

Indien een opvangplaats niet aan de eisen uit de overeenkomst voldoet, zal een termijn worden gegeven om de tekortkomingen te herstellen. Middels een controlebezoek zal worden vastgesteld of de opvanglocatie de tekortkomingen heeft hersteld. Indien dat niet het geval is kan de overeenkomst eenzijdig worden ontbonden.

9 en 10

Deelt u de mening dat de controles op tijdelijke opvangadressen aangescherpt moeten worden, zodat verwaarloosde dieren na inbeslagname niet in vergelijkbaar slechte omstandigheden terecht komen als waaruit ze zijn weggehaald, zoals eerder gebeurd is met knaagdieren, hanen en pony’s? Zo ja, hoe gaat u dit doen en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Ziet u, na de dode knaagdieren bij een opvangcentrum in Veldhoven, de verwaarloosde paarden uit Elkenrade en nu deze zieke kippen, een neerwaartse trend in de kwaliteit van de verzorging van in beslaggenomen dieren door de door u aangewezen opvangadressen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om uit te sluiten dat verwaarloosde en/of mishandelde dieren nog steeds slecht verzorgd worden als ze eenmaal bij hun eigenaar zijn weggehaald?

Ik deel de mening niet dat de controles moeten worden aangescherpt. Ik zie geen neerwaartse trend. De opdrachtnemers voldoen aan de gestelde eisen.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Snijder-Hazelhoff, J.F. (VVD), Koopmans, G.P.J. (CDA), Ham, B. van der (D66), voorzitter, Smeets, P.E. (PvdA), Samsom, D.M. (PvdA), Jansen, P.F.C. (SP), ondervoorzitter, Jacobi, L. (PvdA), Koppejan, A.J. (CDA), Graus, D.J.G. (PVV), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Ouwehand, E. (PvdD), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Tongeren, L. van (GL), Ziengs, E. (VVD), Braakhuis, B.A.M. (GL), Gerbrands, K. (PVV), Lodders, W.J.H. (VVD), Vliet, R.A. van (PVV), Dijkgraaf, E. (SGP), Schaart, A.H.M. (VVD), Verhoeven, K. (D66), Werf, M.C.I. van der (CDA) en Hilkens, M. (PvdA).

Plv. leden: Elias, T.M.Ch. (VVD), Blanksma-van den Heuvel, P.J.M.G. (CDA), Koolmees, W. (D66), Dikkers, S.W. (PvdA), Dekken, T.R. van (PvdA), Irrgang, E. (SP), Groot, V.A. (PvdA), Knops, R.W. (CDA), Dijck, A.P.C. van (PVV), Gerven, H.P.J. van (SP), Hazekamp, A.A.H. (PvdD), Schouten, C.J. (CU), Gent, W. van (GL), Leegte, R.W. (VVD), Grashoff, H.J. (GL), Mos, R. de (PVV), Taverne, J. (VVD), Bemmel, J.J.G. van (PVV), Staaij, C.G. van der (SGP), Houwers, J. (VVD), Veldhoven, S. van (D66), Ormel, H.J. (CDA) en Jadnanansing, T.M. (PvdA).

Naar boven