28 286 Dierenwelzijn

Nr. 529 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2011

Bij brief van 15 september 2011 (TK 28 286, nr. 523) hebben de minister van VWS en ik u een reactie gestuurd op het deskundigenadvies van 24 juni over het Q-koorts aatregelenpakket en hebben we aangekondigd dat diverse maatregelen versoepeld zullen worden. Hierbij informeer ik u, mede namens de minister van VWS, over de stand van zaken van wijziging van het maatregelenpakket.

In de brief van 15 september 2011 hebben wij aangekondigd dat het uitbreidingsverbod vervalt, de mestmaatregelen en de afzonderingsplicht versoepeld worden en de vlekkenkaart gewijzigd wordt in een plekkenkaart.

De wijziging van vlekkenkaart naar plekkenkaart heeft inmiddels plaatsgevonden. De plekkenkaart is te vinden op de website van de nVWA. Voor de overige aanpassingen in het maatregelenpakket is wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten noodzakelijk. De wijzigingsregeling heb ik inmiddels in overeenstemming met de minister van VWS vastgesteld. De wijziging wordt in de Staatscourant gepubliceerd en treedt daarna zo spoedig mogelijk in werking.

Naast de in de brief van 15 september 2011 genoemde aanpassingen voeren wij met de hiervoor genoemde wijzigingsregeling de volgende aanpassingen door in het Q-koorts maatregelenpakket:

  • 1. De voorwaarden die verbonden zijn aan de uitzondering van het levenslange fokverbod voor lammeren die in de lammerperiode 2009/2010 zijn geboren, zullen komen te vervallen. Vorig jaar is deze groep lammeren uitgezonderd van het levenslange fokverbod, omdat wij het risico gering achtten dat deze lammeren besmet zouden zijn voor de vaccinatie en dat zij een gevaar zouden opleveren voor de volksgezondheid. Aan de uitzondering hebben we, om de risico’s nog verder te beperken, een aantal voorwaarden gesteld.

    Tot deze voorwaarden behoren onder andere het afgezonderd houden van de betreffende lammeren, het niet toelaten van publiek bij deze dieren en elke twee weken bezoek van een dierenarts voorafgaand en tijdens lammerperiode (TK 28 286, nr. 444). Inmiddels is gebleken dat in de groep lammeren (inmiddels volwassen dieren) die onder de uitzondering valt geen abortussen zijn geconstateerd en er rondom de bedrijven geen clustering van humane patiënten is waargenomen. Daarom is er geen aanleiding om de voorwaarden te handhaven.

  • 2. Voor Q-koorts besmette bedrijven geldt voor het gehele bedrijfsterrein een bezoekersverbod, met uitzondering van personen voor wie het met het oog op uitoefening van beroep of bedrijf noodzakelijk is het terrein te betreden. Dat wijkt af van de bezoekersregeling voor verdachte bedrijven, waar alleen een bezoekersverbod geldt voor de stal(len) waar geiten of schapen worden gehouden. Er is geen aanleiding om dit verschil in stand te houden. Daarom is de bezoekersregeling voor besmette bedrijven in overeenstemming gebracht met de bezoekersregeling voor verdachte bedrijven.

  • 3. Vaccinaties dienen voortaan plaats te vinden in de periode 1 januari-1 augustus van elk jaar (in plaats van de huidige periode 1 augustus–1 augustus). Met ingang van 2012 gaat dit ook gelden voor locaties met een publieksfunctie. Voor locaties met een publieksfunctie geldt nu nog dat de geiten en schapen vóór 1 januari gevaccineerd dienen te zijn. Deze datum wordt met ingang van 2012 gewijzigd in 1 augustus, omdat die datum beter aansluit op het reguliere dekseizoen van geiten en schapen. Bovendien geldt dan zowel voor professionele melkschapen- en melkgeitenhouderijen als locaties met een publieksfunctie dezelfde datum. Dit jaar moeten geiten en schapen op locaties met een publieksfunctie nog wel voor 1 januari (2012) gevaccineerd zijn.

  • 4. Aanvoer van geiten en schapen, met uitzondering van dieren jonger dan 3 maanden, op locaties met een publieksfunctie is voortaan alleen mogelijk als deze dieren gevaccineerd zijn. Dit sluit aan op ons huidige beleid waarbij vaccinatie de belangrijkste pijler is. Voor professionele melkgeiten- en melkschapenhouderijen geldt reeds een vergelijkbare bepaling.

  • 5. Ook professionele melkgeiten- en melkschapenbedrijven die vrij zijn van Q-koorts moeten nu aan de afzonderingsplicht voldoen als op deze bedrijven een publieksfunctie wordt uitgeoefend. Tot op heden gold dit niet als het bedrijf alle dieren op het bedrijf tijdig en correct gevaccineerd had vóórdat het publiek tot de stal werd toegelaten. Aanpassing van dit voorschrift ligt in de rede, omdat de deskundigen hebben aangegeven dat de risico’s het grootst zijn tijdens het aflammeren. Er is geen aanleiding om bij professionele melkgeiten- en melkschapenbedrijven die een publieksfunctie uitoefenen hier anders mee om te gaan.

  • 6. Geiten of schapen op een locatie met een publieksfunctie, die van deze locatie worden afgevoerd om af te lammeren omdat de houder geen aparte ruimte heeft om de dieren afgezonderd te laten aflammeren, mogen voortaan altijd terug naar desbetreffende locatie met een publieksfunctie.

    Tot op heden was dat uitsluitend mogelijk als op de locatie waarnaar de geiten of schapen waren afgevoerd, geen andere geiten of schapen aanwezig waren. Het was niet langer noodzakelijk dit voorschrift te handhaven, nu de dieren die worden afgevoerd om af te lammeren tijdig en correct gevaccineerd zijn.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven