28 286
Dierenwelzijn

nr. 384
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 maart 2010

In de brief van 20 januari 2010 verzoekt de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) mij om een reactie op de brief van 21 december 2009 die zij van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft ontvangen, en waarin de gemeentelijke aanpak rond agressieve honden wordt toegelicht. Verder verzoekt de commissie mij om de stand van zaken te geven ten aanzien van de gemeentelijke aanpak van agressieve dieren.

De ledenbrief die de VNG op 22 juni 2009 heeft uitgegeven, is in nauw overleg met het ministerie van LNV tot stand gekomen. Na het intrekken van de Regeling agressieve dieren is geconstateerd dat bestaande juridische middelen als het Wetboek van Strafrecht en de gemeentelijke Algemene Plaatselijke Verordening, voldoende aanknopingspunten bieden voor het gemeentelijk optreden ingeval van agressief gedrag van honden.

Incidenten die zich voordoen met agressieve honden vormen een serieus probleem. Het is goed dat het bestaande instrumentarium nog eens onder de aandacht is gebracht bij de gemeenten zodat zij zo effectief mogelijk op kunnen treden indien er zich een dergelijk incident voordoet.

In het voorjaar van 2010 zal door het ministerie van LNV een bijeenkomst worden georganiseerd met het Openbaar Ministerie, waarvoor tevens de vier grootste gemeenten en de VNG worden uitgenodigd. Tijdens deze bijeenkomst zal het bestaande instrumentarium voor de aanpak van agressie bij honden in bredere kring nader worden besproken.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven