nr. 354
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT EN
VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 januari 2010
Bij (dier)ziekten in de volksgezondheid en de landbouw, zoals zich nu
voordoet bij de Q-koorts, is het gebruikelijk het proces van besluitvorming
alsmede de effectiviteit van de aanpak te evalueren. Daarmee houdt de overheid
een spiegel voor en ontstaat de mogelijkheid hier lering uit te trekken. Dit
is de aanleiding voor het instellen van een onafhankelijke onderzoekscommissie.
Hiermee komen wij tevens tegemoet aan de wens van de Kamer zoals verwoord
in de Motie van de leden Waalkens en Ormel (TK, 2009–2010, 28 286,
nr. 334).
De centrale vraag van het onderzoek luidt: «Op welke wijze hebben
de ministeries van VWS en LNV de aanpak en bestrijding van de Q-koorts ter
hand genomen en welke lessen kunnen daaruit worden getrokken voor de toekomst?»
Voor de uitvoering van dit onderzoek hebben wij de heer prof. dr. ir.
G. van Dijk bereid gevonden het voorzitterschap op zich te nemen. Naast hem
zullen nog een aantal andere leden plaatsnemen in de onderzoekscommissie met
expertise op het terrein van de humane en veterinaire gezondheid alsmede bestuurskunde
en communicatie.
De commissie bepaalt zelf wie zij voor een goede uitvoering van de opdracht
wil spreken en welke documenten zij daarvoor nodig heeft. De ministeries van
VWS en LNV, inclusief de onder deze ministeries ressorterende directies en
diensten, geven aan het onderzoek hun volledige medewerking. Van andere organisaties
wordt een zelfde medewerking verwacht.
De onafhankelijke commissie stelt een rapport op met conclusies en aanbevelingen.
Het rapport van de commissie wordt voor hooren wederhoor aan ons voorgelegd
en wordt voorzien van een beleidsreactie van beide ministers aangeboden aan
de Tweede Kamer voor het zomerreces van 2010.
Wij hebben de opdracht aan de voorzitter van de commissie bijgevoegd.1
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink