28 286
Dierenwelzijn

nr. 317
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2009

Hierbij informeer ik u over het beleid ten aanzien van de minimale stahoogte tijdens transport van dieren.

Achtergrond

De Transportverordening 1/2005 vereist onder andere dat er voldoende ruimte boven de dieren dient te zijn om voor een adequate ventilatie boven de dieren te zorgen wanneer deze in hun natuurlijke houding rechtop staan zonder dat zij gehinderd worden in hun natuurlijke bewegingen. De Algemene Inspectiedienst (AID) en de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) zien erop toe dat aan deze voorwaarden wordt voldaan.

In de afgelopen jaren is door de AID geconstateerd dat het dubbeldeks laden van volwassen runderen en het driedeks laden van slachtzeugen kunnen leiden tot verwondingen. De AID heeft verder geconstateerd dat door het ontbreken van concrete normen het lastig is om onvoldoende stahoogte aan te tonen als er geen zichtbare symptomen zijn aangetroffen. Preventief optreden is daardoor erg lastig.

Om aan de bovenvermelde ongewenste situatie een einde te maken zijn de voorschriften van de transportverordening, waarin wordt bepaald dat de dieren over voldoende stahoogte dienen te beschikken, in beleidsregels nader uitgewerkt. Als leidraad hiervoor zijn de normen uit het EFSA-rapport «The welfare of animals during transport» uit 2002 gebruikt. Over de inhoud van deze beleidsregels is helaas geen contact geweest met de sector en de Dierenbescherming. Deze beleidsregels zijn begin juli 2009 in werking getreden.

Na de bekendmaking van de beleidsregels bleek dat de hierin opgenomen normen niet of onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd en praktisch uitvoerbaar waren.

Overleg sector en Dierenbescherming

Gelet op de omvang van de consequenties van de opgenomen normen heb ik besloten de beleidsregels op te schorten en in nader overleg te treden met partijen van de sector en de Dierenbescherming om te onderzoeken of een andere invulling van het doelvoorschrift de geconstateerde problematiek en de praktische problemen kon voorkomen. De controle op de naleving van de transportverordening, zoals die al gold voor het in werking treden van de beleidsregels, is onverminderd van kracht gebleven.

In het overleg heeft de sector aangegeven dat het onverkort toepassen van de beleidsregels betekent dat een deel van de voertuigen niet meer voldoet voor diervervoer en dat dit zal leiden tot extra kosten en meer transportkilometers. Daarnaast is aangedrongen om in de beleidsregels uit te gaan van schofthoogte en niet van de kruin omdat de hoogte van de kruin niet eenduidig is vast te stellen.

De Dierenbescherming is de mening toegedaan dat ondanks het ontbreken van een wetenschappelijke onderbouwing toch moet worden vastgehouden aan de eerder opgenomen normen.

Vervolg

Op basis van de gesprekken heb ik de volgende besluiten genomen:

1. Runderen

De minimale vrije ruimte boven de schoft van het hoogste dier moet bij runderen tenminste 10 cm bedragen.

Het gevolg hiervan zal zijn dat, afhankelijk van de vrije ruimte in het vervoermiddel, in een groot aantal gevallen runderen niet meer dubbeldeks geladen mogen worden.

2. Slachtzeugen

De stahoogte voor slachtzeugen moet minimaal 110 cm bedragen.

Het gevolg hiervan zal zijn dat, afhankelijk van de vrije ruimte in het vervoermiddel, in de meeste gevallen slachtzeugen niet meer driedeks geladen kunnen worden.

3. Overige diercategorieën

Bij het transport van de overige diercategorieën (biggen, slachtvarkens, schapen en geiten) zijn door de AID en Voedsel en Waren Autoriteit geen problemen inzake stahoogte geconstateerd. Om deze reden heb ik besloten vooralsnog geen nadere normen voor de overige diercategorieën op te nemen totdat onderzoek is uitgevoerd.

4. Wetenschappelijke onderbouwing normen

Ik heb moeten vaststellen dat er onvoldoende wetenschappelijke gegevens zijn om op basis hiervan te kunnen besluiten welke minimale ruimte of stahoogte voldoet aan de voorwaarden uit de transportverordening. Ik heb de Animal Sciences Group daarom opdracht gegeven te onderzoeken welke ruimte of stahoogte minimaal nodig is om te voldoen.

5. Hoogte vrachtwagen

Er is een aantal vervoermiddelen dat de beschikking heeft over een uitschuifbaar dak waardoor de de hoogte van de wagen kan variëren van 4.00 tot 4.30 mtr. De Wegenverkeerswet staat echter niet toe dat een vervoer-middel hoger is dan 4.00 mtr. Bij het berekenen van de minimale ruimte of stahoogte wordt uitgegaan van een maximale hoogte van de wagen van 4.00 mtr.

Aanpassing beleidsregels dierenwelzijn 2009

Ik zal de Beleidsregels dierenwelzijn 2009 op korte termijn aanpassen conform de hierboven beschreven lijn over de normen ten aanzien van stahoogte tijdens diertransport. Door deze normen te hanteren, verwacht ik dat veel van de geconstateerde problemen ten aanzien van het niet preventief kunnen optreden in twijfelgevallen, kunnen worden voorkomen.

Op basis van het resultaat van het onderzoek en het overleg hierover met de sector en de Dierenbescherming zal ik bezien of en zo ja op welke wijze de gewijzigde beleidsregels aangepast en uitgebreid dienen te worden.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven