28 286
Dierenwelzijn

29 683
Dierziektebeleid

nr. 199
VERSLAG VAN EEN NOTAOVERLEG

Vastgesteld 8 februari 2008

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 en de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport2 hebben op 4 februari 2008 overleg gevoerd met minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de Nota Dierenwelzijn en de Nationale Agenda Diergezondheid.

Van het overleg brengen de commissies bijgaand stenografisch verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Schreijer-Pierik

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Smeets

De wnd. griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Berenschot

Stenografisch verslag van een notaoverleg van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Maandag 4 februari 2008

13.00 uur

De voorzitter: Schreijer-Pierik

Aanwezig zijn 12 leden der Kamer, te weten:

Cramer, Van Gent, Graus, Van der Ham, Ormel, Ouwehand, Schreijer-Pierik, Snijder-Hazelhoff, Thieme, Van Velzen, Van der Vlies en Waalkens,

en mevrouw Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de heer Klink, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

de Nota Dierenwelzijn en de Nationale Agenda Diergezondheid (28286, nr. 76);

de brief van de minister van LNV van 12 oktober 2007 met de Nota Dierenwelzijn en de Nationale Agenda Diergezondheid (28286, nr. 76);

de brief van de minister van LNV van 18 januari 2008 met de beantwoording van feitelijke vragen over de bovengenoemde nota's en achtergrondinformatie;

de brief van de minister van LNV van 25 januari 2008 met het werkprogramma Dierenwelzijn 2008-2011;

de brieven van de minister van LNV van 12 en 13 april 2007 met de beantwoording van schriftelijke vragen van respectievelijk het lid Ouwehand (PvdD) en het lid Van Velzen (SP) over dierenwelzijnsrichtlijnen circusbranche (Kamervragen met antwoord 2006-2007, nrs. 1253 en 1250);

het verslag van een schriftelijk overleg met de minister van LNV over de beantwoording van bovengenoemde Kamervragen (28286, nr. 53H);

de brief van de minister van LNV van 3 september 2007 met stand van zaken aantal toezeggingen (28286, nr. 56);

de brief van de minister van LNV van 7 september 2007 over onderzoek naar de gevolgen van een verbod op de verrijkte kooi voor legpluimveehouderij (30800-XIV, nr. 145);

de brief van de minister van LNV van 29 oktober 2007 over nationaal alarmnummer voor dieren (31200-XIV, nr. 100);

de brief van de minister van LNV van 19 november 2007 met plan van aanpak ingrepen pluimveehouderij (28286, nr. 89);

de brief van de minister van LNV van 23 november 2007 over uitvoering van de motie-Ormel c.s. inzake dierziekteoefeningen (28474, nr. 14);

de brief van de minister van LNV van 28 november 2007 over beleid t.a.v. het houden van exotische dieren in relatie tot volksgezondheid (28286, nr. 90);

de brief van de minister van LNV van 3 december 2007 over herziening preventiebeleid evenhoevigen (29683, nr. 15);

de brief van de minister van LNV van 13 december 2007 over oprichting Centraal Veterinair Instituut (29683, nr. 17);

de brief van de minister van LNV van 20 december 2007 over ingrepen bij diergroepen (28286, nr. 92);

de brief van de minister van LNV van 21 december 2007 met beleidsdraaiboek Klassieke varkenspest (25229, nr. 75);

de fiche Mededeling over een nieuwe strategie voor diergezondheid voor de EU "Voorkomen is beter dan genezen" (brief staatssecretaris EU-zaken van 1 november 2007 (22112, nr. 581, fiche 3).

(Zie notaoverleg van 28 januari 2008.)

De voorzitter:

Ik heet iedereen hartelijk welkom. Voor dit overleg hebben wij tot 16.00 uur tijd gereserveerd. Het kan natuurlijk altijd ietsje uitlopen, maar ik zal er als voorzitter op toezien dat een uitloop zoals vorige week vandaag niet zal plaatsvinden. Sommige leden hebben nog spreektijd, anderen willen alleen moties indienen. De leden kennen allemaal hun eigen tijd en ik hoop dat zij zich een beetje aan die tijd houden.

Aan de ministers deel ik mee dat de vaste commissie voor LNV vooraf twee petities in ontvangst heeft mogen nemen van voorstanders en tegenstanders van circusdieren.

MevrouwVan Velzen(SP)

Voorzitter. De minister van LNV heeft in haar eerste termijn veel vragen beantwoord, maar het zal niemand verbazen dat ik niet echt tevreden ben met die antwoorden. Dierenwelzijn blijft in Nederland onder deze minister ondergeschikt aan economische belangen. Dieren zijn onder minister Verburg niet vrij van honger, dorst en onjuiste voeding, wat toch de eerste vrijheid is van Brambell. De vijf vrijheden van Brambell zouden volgens de minister de basis moeten zijn van het dierenwelzijn in Nederland en de Nota Dierenwelzijn en daarmee van het beleid in Nederland. Aan de eerste voorwaarde kan de minister zich al niet houden. Dieren zijn onder minister Verburg niet vrij van angst en chronische stress. Het respecteren van de vrijheid van soorteigen gedrag wordt onder minister Verburg ook niet gegarandeerd. Deze minister kan niet garanderen dat een dier vrij zal zijn van pijn, verwonding of ziekte. Fysiek ongerief vermijden? Niet onder het beleid van deze minister. Ik zal mijn pleidooi van vorige week niet herhalen, maar ik hoop dat ik via een aantal moties het dierenwelzijn in Nederland iets kan verbeteren.

MevrouwThieme(PvdD)

Ik vind het jammer dat mevrouw Van Velzen niet het pleidooi herhaalt van vorige week, want vorige week pleitte de SP voor een verbod op wilde dieren in circussen. Nu mogen wij vernemen dat de SP daar niet voor is. Tot en met donderdag stond op haar website dat de SP voor een verbod is op wilde dieren in circussen. Ook in haar weblog heeft zij daarover gesproken. Ik begrijp dat er een worsteling is geweest in de SP-fractie. Kan mevrouw Van Velzen mij uitleggen hoe het kan dat de SP opeens 180 graden is gedraaid?

MevrouwVan Velzen(SP)

Er is geen worsteling geweest; wij gebruiken geen geweld in onze fractie. Maar er is wel een stevige discussie geweest. Mijn fractie heeft daarbij gekeken naar de realiteit. De minister heeft aangekondigd onderzoek te willen doen. Mijn fractie heeft ook gezien dat er weinig onderzoek is en dat de onderzoeken die zijn gedaan, elkaar tegenspreken. Mijn fractie vindt dat er regels moeten komen en dat het dierenwelzijn gegarandeerd moet worden, maar zij wil ook het onderzoek afwachten. Dat is het standpunt van mijn fractie.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Wat de SP en D66 doen is wel cruciaal. Mevrouw Van Velzen schrijft op haar weblog en stelt schriftelijke vragen over wilde dieren die het circus uit moeten. Zij is ervoor om dat te doen. Dat heeft zij de vorige keer ook in haar bijdrage gezegd. Ik vraag mij zo langzamerhand af of de SP nu de SP is van de dierenliefde of van de kadaverdiscipline. Mevrouw Van Velzen is gewoon door de bocht gegaan omdat Marijnissen haar de oren heeft gewassen!

MevrouwVan Velzen(SP)

Soms werken partijen op een democratische manier. Dan wordt een discussie gevoerd en dan wordt bekeken wat de meerderheid vindt. Dat is geen kadaverdiscipline, dat is op een volwassen manier met elkaar discussiëren. Mijn standpunt is mevrouw Van Gent bekend. Nu kent zij ook het standpunt van mijn fractie. Wij zullen het onderzoek afwachten.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Jarenlang heeft mevrouw Van Velzen namens de SP aangegeven dat zij voor een verbod is op wilde dieren in het circus. Nu dreigt hiervoor in de Tweede Kamer een meerderheid te ontstaan van 76 zetels, waar ik heel blij mee ben, en nu opeens trekt zij zich terug. Dat is toch heel ernstig mevrouw Van Velzen? U laat ons toch niet in de steek?

MevrouwThieme(PvdD)

Het verbod op wilde dieren in circussen staat nota bene ook nog eens in het verkiezingsprogramma van de SP. Tijdens het dierendebat voor de verkiezingen in Paradiso heeft u gewoon uw hand opgestoken bij de stelling dat wilde dieren in circussen verboden moeten worden.

MevrouwVan Velzen(SP)

Dat kan ik ook niet ontkennen. Het punt is wel dat er nu een onderzoek loopt. Wij willen dat er goede regels komen voor dieren in het circus, zoals er ook goede regels zijn voor dieren in dierentuinen. Ik heb in het verleden inderdaad vaak vragen gesteld, omdat ik het heel erg raar vind dat er een uitzondering voor deze sector geldt en dat er geen regels zijn. De sector heeft regels opgesteld. Die deugden niet, dat zijn wij met elkaar eens. Nu is het standpunt van mijn fractie: laten wij dan op basis van goed wetenschappelijk onderzoek die regels opstellen.

Voorzitter. Ik vervolg mijn betoog. Ik wil een aantal moties indienen om het dierenwelzijn in Nederland te verbeteren. Dan heb ik het over de 10 miljoen legkippen die nu in legbatterijen zitten en die mogelijk door een meerderheid in de Kamer straks in een gepimpt kooitje worden gezet: de Kleingruppenhaltung. Dat wil mijn fractie niet. Ik zal een motie indienen over de 600.000 kalfjes die op de rand van bloedarmoede en vaak ook eroverheen zitten, omdat er nu eenmaal mensen zijn die blank of roze vlees willen eten. Ik heb een voorstel om dat tegen te gaan. Ik heb het over de 400.000 paarden die in Nederland worden gehouden, terwijl er niet eens afspraken zijn over de minimumeisen voor bijvoorbeeld huisvesting. Daar wil ik een voorstel over indienen. Ik wil een voorstel indienen om geld voor de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming uit te trekken. Ik wil 30% zoals ooit is afgesproken in plaats van de magere 13% van de kosten, zoals het nu is. Ik wil voorstellen om het verbod op rallyvissen dat per 1 januari 2007 is ingegaan, voor iedereen te laten gelden, en niet een uitzondering te maken voor die twee provincies waar het nog vaak gebeurt. Ik wil maatregelen voor een verscherpt toezicht op de 330 miljoen kippen die jaarlijks geslacht worden, waarvan niet gegarandeerd is dat ze goed verdoofd worden. Ik wil, nu wij per 1 april besluiten om in Nederland vossen en chinchilla's niet meer te gaan fokken, dat ook de handel wordt verboden, eerst in Nederland maar het liefst ook in heel Europa. En ik wil dat het wordt verboden dat er in Nederland koeien worden gehouden die niet op een natuurlijke manier kunnen bevallen, maar alleen door voortdurend keizersneden te ondergaan.

Dit gezegd hebbende, zal ik mijn moties indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de vraag naar blank kalfsvlees door met name Italiaanse en Franse afnemers voornamelijk gebaseerd is op het uiterlijk en niet op de kwaliteit van het vlees;

constaterende dat momenteel het wettelijk minimum hemoglobine (Hb)-gehalte bij kalveren op gemiddeld 4,5 mmol/liter ligt;

constaterende dat de EFSA adviseert, in de laatste vier weken voor de slacht het Hb-gehalte te controleren, waarbij ter vermijding dat enig individueel dier onder de 4,5 mmol/liter zit een gemiddelde aanzienlijk boven de 4,5 gehanteerd moet worden;

constaterende dat om werkelijk gezondheid te garanderen een minimum Hb-gehalte van gemiddeld 6 mmol/liter vereist is;

verzoekt de regering, een Hb-gehalte van gemiddeld 6 mmol/liter als minimum voor kalveren verplicht te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 101 (28286).

MevrouwVan Velzen(SP)

Mijn tweede motie luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat dikbillen door het fokbeleid zeer zelden in staat zijn om op natuurlijke wijze te bevallen;

constaterende dat daardoor stelselmatig keizersneden nodig zijn die leiden tot pijn, ontstekingen, verklevingen en vergroeiingen;

overwegende dat het dikbil-gen bovendien kan leiden tot dikke tongen, kromme poten en hart- en ademhalingsproblemen;

constaterende dat er dikbilfoklijnen zijn die wel op natuurlijke wijze bevallen;

verzoekt de regering, een verbod in te stellen op het fokken met stieren die het gen dragen dat het voor dikbillen vrijwel onmogelijk maakt om op natuurlijke wijze te bevallen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 102 (28286).

MevrouwVan Velzen(SP)

Mijn volgende motie gaat over de 400.000 paarden die in Nederland gehouden worden.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een behoorlijk aantal welzijnsproblemen is binnen de paardenhouderij;

verzoekt de regering, wettelijke welzijnsregels voor paarden op te stellen, te beginnen met het stellen van minimumeisen aan de afmetingen van de verblijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 103 (28286).

MevrouwVan Velzen(SP)

Mijn vierde motie gaat over de Landelijke Inspectiedienst (LID). Zoals ik net al aangaf, waren er bij de oprichting van de LID afspraken gemaakt over de hoeveelheid geld die de overheid zou zetten tegenover de financiering van de Dierenbescherming zelf. Het percentage dat toen werd afgesproken, was in de praktijk 30. Dat is inmiddels gezakt tot 13. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat handhaving van dierenwelzijn bij gezelschapsdieren een publieke zaak is;

constaterende dat bij de oprichting van de Landelijke Inspectiedienst (LID) de principeafspraak gemaakt is dat de middelen voor de LID voor een derde vanuit het Rijk en voor twee derde vanuit de Dierenbescherming worden geleverd;

constaterende dat de bijdrage vanuit het Rijk aan de LID momenteel slechts 13% van het totale budget is;

verzoekt de regering, met inachtneming van het bestaande convenant, de principeafspraak in ere te herstellen en structureel een derde bij te dragen aan het budget van de LID,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 104 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij het zogenaamde rallyvissen zo veel mogelijk vis gevangen wordt die niet teruggezet wordt, maar gedood voor het bepalen van de uitslag;

overwegende dat deze vorm van sport maatschappelijk niet geaccepteerd wordt, geen aandacht heeft voor het welzijn van de vis en dientengevolge door de georganiseerde hengelsport zelf verboden is per 1 januari 2007;

constaterende dat in Groningen en Drenthe desalniettemin gekozen is, de rallyvisserij af te bouwen in een periode van drie jaar;

verzoekt de regering, in overleg met de georganiseerde hengelsport het verbod op rallyvissen zonder uitzonderingen te implementeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 105 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de beoogde vervanging van de legbatterij en verrijkte kooi volgens het Landbouw Economisch Instituut niet veel meer is dan een grote verrijkte kooi, waar grote verschillen in welzijn niet te verwachten zijn en verenpikken en kannibalisme niet worden opgelost;

overwegende dat het een gemiste kans is om de pluimveesector nu te laten investeren in een nieuw huisvestingssysteem dat geen systeeminnovatie is en waar kippen niet in staat zijn, hun natuurlijk gedrag uit te voeren;

verzoekt de regering, geen Kleingruppenhaltung of verrijkte kooi als minimum verplicht te stellen, maar er in Europa op aan te dringen, slechts scharrel of volière toe te staan;

verzoekt de regering tevens, de sector te helpen om de markt voor eieren uit alternatieve houderijsystemen te vergroten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 106 (28286).

Is dit uw laatste motie?

MevrouwVan Velzen(SP)

Nee, ik heb er nog drie. Dit komt omdat wij een jaar lang niet gesproken hebben over dierenwelzijn en in de jaren daarvoor de kansen om iets te verbeteren aan dierenwelzijn erg mager waren.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat met betrekking tot het doden van pluimvee momenteel verschillende methoden gebruikt worden;

constaterende dat het voorkomt dat pluimvee na de beoogde elektrische verdoving toch levend en bij bewustzijn het verdere slachtproces in gaat;

constaterende dat de gasbedwelmingsmethode voor pluimvee uit welzijnsoogpunt te prefereren valt boven elektrische bedwelming;

verzoekt de regering, het toezicht op juiste toepassing van de elektrische bedwelmingsmethode te verscherpen en bij nieuwbouw en renovaties van pluimveeslachterijen de gasbedwelmingsmethode voor te schrijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 107 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het houden van vossen en chinchilla's voor hun bont in Nederland vanaf 1 april 2008 verboden is;

overwegende dat de grote welzijnsproblemen en het voorhanden zijn van alternatieven voor bont de belangrijkste reden zijn voor het verbod;

constaterende dat het desondanks nog steeds mogelijk is, deze producten in te voeren;

verzoekt de regering, de import van producten van vossen- en chinchillabont in Nederland te verbieden;

en verzoekt de regering tevens, in Europa het debat over vossen en chinchilla's te intensiveren met als eerste doel een Europees verbod op het fokken van vossen en chinchilla's voor bont,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 108 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Nota Dierenwelzijn een onderscheid maakt tussen landbouwhuisdieren, vis, paarden en gezelschapsdieren;

constaterende dat er in Nederland ook sprake is van commercieel gehouden dieren, zoals herten, struisvogels, lama's, ganzen en kamelen, maar dat die niet voorkomen in de Nota Dierenwelzijn;

verzoekt de regering, te onderzoeken welke diersoorten in Nederland gehouden worden voor dierlijke producten en voor deze soorten onderzoek te doen naar welzijnsaspecten;

verzoekt de regering tevens, regelgeving op te stellen om er zorg voor te dragen dat het welzijn van de dieren in deze sectoren ook gegarandeerd is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 109 (28286).

De heerOrmel(CDA)

Voorzitter. Ik bedank beide ministers voor de uitgebreide beantwoording in eerste termijn. Het is weliswaar een week geleden maar mijn dank is groot. De uitgangspunten van de Nota Dierenwelzijn en de Nationale Agenda Diergezondheid staan recht overeind. Dat verheugt de CDA-fractie, want beide nota's zijn goede nota's met ambitie voor de toekomst en realiteitszin voor de praktijk van vandaag. De Nationale Agenda Diergezondheid trok niet de meeste aandacht van de Kamer, terwijl een goede diergezondheid een basisvoorwaarde is voor goed dierenwelzijn en daarnaast van groot belang kan zijn voor de volksgezondheid. Stappen naar een flexibeler dierziektebestrijdingsprogramma in de EU en afbouw van het Europese non-vaccinatiebeleid, zijn voor de CDA-fractie kernpunten waarop wij de inzet van de minister kritisch zullen blijven volgen. Met haar toezegging aan de CDA-fractie om zich in te zetten voor het van toepassing te laten zijn van de OIE-compartimentering op bedrijven die gecertificeerd vrij zijn van bepaalde dierziektes, zoals IBR, doet de minister recht aan de grote inspanning die deze bedrijven hebben gepleegd en biedt zij hen voordeel bij de export van levende dieren. Wij blijven graag van de voortgang op de hoogte.

De diergeneesmiddelendistributie en het jaar op jaar hogere gebruik van diergeneesmiddelen baart de CDA-fractie zorgen. Centrale en transparante registratie van het gebruik van diergeneesmiddelen, zoals in ontwikkeling is met het programma VETbase, levert een belangrijke bijdrage aan terugdringing van overmatig diergeneesmiddelengebruik. Ik dien daarom samen met de fractie van de PvdA de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat stijging van het gebruik van diergeneesmiddelen in de veehouderij een potentieel risico voor de volksgezondheid, diergezondheid en het milieu kan opleveren;

van mening dat het gebruik van diergeneesmiddelen teruggedrongen dient te worden;

overwegende dat een overeenkomst tussen dierhouder en dierenarts met voor beiden een duidelijke afbakening van de verantwoordelijkheid noodzakelijk is om te komen tot een verantwoord diergeneesmiddelengebruik en dat daartoe een centrale, transparante en onafhankelijke registratie gewenst is;

verzoekt de regering, een centrale, transparante en onafhankelijke registratie van het gebruik van receptplichtige diergeneesmiddelen bij landbouwhuisdieren te bevorderen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ormel en Waalkens. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 110 (28286).

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Ik hoor graag van de heer Ormel of hij er zeker van is dat er nu geen goede registratie is. Mijn fractie weet niet anders dan dat op alle bedrijven waar vee wordt gehouden – koeien, varkens, kippen – logboeken moeten worden bijgehouden die inzichtelijk zijn voor de controleurs. De vraag is wat er wordt toegevoegd. Ontstaat er daarmee niet een heel grote administratieve lastendruk met veel registratie? Is dat noodzakelijk naast het hebben van een logboek?

De heerOrmel(CDA)

Wij willen niet dat de administratieve lastendruk hoger wordt. Wij denken dat een en ander met de moderne techniek heel eenvoudig te realiseren is. Logboeken op een bedrijf zijn zichtbaar voor ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst die op dat moment op een bedrijf komen. Niet voor ieder bedrijf is echter een ambtenaar nodig. Als de informatie centraal wordt geregistreerd, dan kan uit de – geanonimiseerde –gegevens worden afgeleid in hoeverre het gebruik van bepaalde diergeneesmiddelen gestegen of gedaald is. Er kan dan worden ingegrepen als opeens heel vaak oxytetra gebruikt wordt. Ook kan aan de hand van een dergelijke registratie veel gerichter onderzoek worden gedaan naar welke dierenartsen het vaakst antibiotica voorschrijven en welke bedrijven antibiotica het vaakst gebruiken. Dan kan worden nagegaan of zij iets niet goed doen. Het is op deze manier veel beter om het diergeneesmiddelengebruik terug te dringen. Om die reden hebben collega Waalkens en ik deze motie ingediend.

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Naar mijn gevoel klinkt in de motie heel sterk de beschuldiging door naar de sector dat er te veel diergeneesmiddelen worden gebruikt. Ik ben daar wat verbaasd over. De controle en de inspecties zijn naar mijn mening uitstekend. Boeren moeten ontzettend veel bijhouden. De achterliggende gedachte die bij uw motie bij mij opkomt, is dat u wantrouwen koestert jegens de sector wat het gebruik van diergeneesmiddelen betreft.

De heerOrmel(CDA)

Allerminst. Het gaat niet om een beschuldiging maar om de constatering van een feit dat ook door de minister geconstateerd is en dat blijkt uit jaarverslagen. Met procenten per jaar neemt het diergeneesmiddelengebruik toe terwijl het aantal dieren afneemt. Dat kan een potentieel risico vormen voor de volksgezondheid; denk aan de mrsa-problematiek. Bovendien is het voor de sector van belang dat er transparant wordt gewerkt. Registratie is bedoeld om de kwaadwillenden er beter uit te kunnen halen; daarmee is de hele sector en de volksgezondheid gediend.

De heerWaalkens(PvdA)

Als mede-indiener van deze motie hecht ik eraan om op te merken dat het ons er voornamelijk om gaat, de trends te halen uit het gebruik van geregistreerde diergeneesmiddelen. Dit heeft niets te maken met een beschuldigende vinger. Het gaat erom, de veenbrand veel eerder zichtbaar te maken van het gebruik van middelen bij dierenartsenpraktijken in regio's.

De heerOrmel(CDA)

Voorzitter. De CDA-fractie is bezorgd over de veterinaire infrastructuur. De minister deelt onze zorg en heeft aandacht voor de spanningen die de verantwoordelijkheden van een landbouwhuisdierenarts oproept. Aan de ene kant is hij adviseur van steeds groter wordende bedrijven. Aan de andere kant is hij onafhankelijk borger en controleur van de naleving van wettelijke regels. De CDA-fractie is van mening dat een goed functionerende veterinaire beroepsgroep van wezenlijk belang is voor de diergezondheid, het dierenwelzijn en de volksgezondheid. Nu is er een onduidelijke verantwoordelijkheidsverdeling tussen directies van LNV en de VWA. Er is onvoldoende transparantie met betrekking tot het register van tot de uitoefening van de diergeneeskunde toegelaten personen. Er is geen duidelijk en transparant beleid inzake de toelating van dierenartsen uit het buitenland. Er is beperkte capaciteit bij de klachtambtenaar en de opsporingsdienst. Diverse EU-landen delegeren deze taken aan een orde, zoals de Franse Ordre des Vétérinaires, het Britse Royal College of Veterinary Surgeons en de Duitse Tierärztekammer. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de veterinaire infrastructuur onder druk staat;

van mening dat een goed functionerende veterinaire beroepsgroep van wezenlijk belang is voor de diergezondheid, het dierenwelzijn en de volksgezondheid;

van mening dat een objectief, onafhankelijk en onpartijdig oordeel van dierenartsen over de gezondheids- en welzijnsstatus van dieren noodzakelijk is voor de volksgezondheid, dierenwelzijn en diergezondheid;

van mening dat dierenartsen zich dienen te houden aan handhaafbare en controleerbare normen;

van mening dat er ook in Nederland een openbaar register dient te zijn van tot uitoefening van de diergeneeskunde toegelaten personen, alsmede duidelijke normen voor opname in dit register, zoals vereist volgens de "Terrestrial Animal Health Code" van de wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE);

constaterende dat het reguleren van de uitoefening van de diergeneeskunde door een onafhankelijk statutair lichaam wordt voorgeschreven in artikel 1.1.1.1. van de "Terrestrial Animal Health Code" van de wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE);

verzoekt de regering, de mogelijkheden te onderzoeken om te komen tot een privaatrechtelijke Orde voor dierenartsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ormel. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 111 (28286).

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

U twijfelt aan het bestaande tuchtrecht, dat volgens mij doelmatig toeziet op het functioneren van de dierenartsen. Onder de verantwoordelijkheid van de minister ziet een tuchtcollege toe op de uitoefening van het beroep. U vindt dat onvoldoende, en u vindt daarnaast een apart apparaat nodig om dit te kunnen controleren. Begrijp ik u zo goed?

De heerOrmel(CDA)

Ik twijfel niet aan het tuchtrecht. Dit is op een voldoende wijze wettelijk verankerd in Nederland. Daarom heb ik het over een privaatrechtelijke orde en niet over een publiekrechtelijke orde, want dan zou het tuchtrecht daarbij behoren. Het tuchtrecht is dus goed geregeld, maar ik constateer wel dat dit met name is gericht op de wat kleinere zaken. Het is ons bekend dat de veterinaire infrastructuur onder druk staat. Wij moeten weten welke dierenartsen door het tuchtrecht van de beroepsuitoefening zijn uitgesloten. Verder moet worden gegarandeerd dat zij het beroep in Nederland echt niet kunnen uitoefenen. Dat geldt ook voor buitenlandse dierenartsen, die meer en meer in Nederland werkzaam zijn. Dit geldt zeker als er sprake is van een crisissituatie, zoals het uitbreken van een dierziekte.

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Dat kan ik allemaal wel vatten. Dierenartsen kunnen in het kader van het tuchtrecht uit hun beroep worden gezet. Om een dergelijke uitspraak te kunnen handhaven en ervoor te zorgen dat betrokkene echt zijn beroep niet meer uitoefent, hebt u nog deze aparte private organisatie nodig. Dat hoor ik u eigenlijk zeggen.

MevrouwThieme(PvdD)

Ik juich de motie van de heer Ormel op zichzelf genomen toe. Dat komt niet vaak voor. Wel vraag ik mij af hoe het mogelijk is dat de heer Ormel wil dat de handhaving op het gebied van dierenwelzijn en diergezondheid door een private organisatie moet worden gegarandeerd. Als wij de dieren willen beschermen tegen allerlei misstanden, zoals uitbuiting en mishandeling, moet dat door de overheid worden aangestuurd, en niet door een private organisatie.

De heerWaalkens(PvdA)

Ook ik vraag mij af waarom dit in de privaatrechtelijke sfeer moet worden geregeld. Ligt hier niet een taak voor de branche zelf?

De heerOrmel(CDA)

Dat laatste ben ik met de heer Waalkens eens. Ik ben het ook eens met mevrouw Thieme dat dierenmishandeling zwaar moet worden bestraft. Daarvoor hebben wij diverse mogelijkheden, via de politie en de Algemene Inspectiedienst. De dierenartsen vormen een beroepsgroep die een belangrijke rol speelt op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn. Velen studeren af in de diergeneeskunde. Volgens de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde zijn zij bevoegd om de diergeneeskunde in alle facetten uit te oefenen. Onvoldoende transparant is op dit moment echter welke dierenarts waar aan het werk is in Nederland en voor welke beroepsgroep. Er komen steeds meer deelcertificaten voor dierenartsen, waardoor zij niet meer alles mogen doen. Zo moet je een speciaal certificaat halen om IKB-controles te kunnen uitvoeren. Weer een andere dierenarts heeft zich gespecialiseerd en heeft een extra bevoegdheid voor het opereren van paarden. Ik vind dat er een openbaar register moet zijn. De beroepsgroep kan dit best zelf regelen; vandaar een privaatrechtelijke orde.

Voorzitter. In eerste termijn heb ik nadrukkelijk aandacht gevraagd voor degenen die werken met proefdieren. In Nederland wordt op uiterst zorgvuldige wijze met proefdieren omgegaan. Vermindering, vervanging en verfijning van proefdiergebruik zijn ook voor de CDA-fractie uitgangspunten voor het proefdiergebruik. Tegelijkertijd erkennen wij de noodzaak van het gebruik van proefdieren. Enkele weken geleden werden wij opgeschrikt door het overlijden van een significant aantal patiënten die waren ingedeeld in een onderzoek naar therapieën voor pancreatitis. Dankzij de inzet van proefdieren komt dit soort dramatische gebeurtenissen gelukkig zelden voor. Nederlanders hebben de afgelopen 50 jaar hun gemiddelde levensverwachting met ruim zeven jaar zien toenemen, mede dankzij de inzet van proefdieren. Per Nederlander die 80 jaar wordt, worden ongeveer drie proefdieren ingezet. Zet dat eens af tegen de muizen en ratten die als ongedierte een nare dood sterven door rattengif of muizenvallen.

MevrouwThieme(PvdD)

Het is ook dankzij uw regering dat ratten een vreselijke dood sterven in de ongediertebestrijding. U moet daarover geen krokodillentranen plengen. U zegt dat dierproeven nodig zijn voor de gezondheid van mensen...

De heerOrmel(CDA)

En van dieren.

MevrouwThieme(PvdD)

In het concrete geval dat u noemde, zijn 23 mensen gestorven aan de desbetreffende probiotica. Daaraan zijn nota bene allerlei dierproeven voorafgegaan. Dat geeft dan toch duidelijk aan dat dieren niet geschikt zijn als model om mensen beter te maken en de gezondheid van mensen te garanderen?

De heerOrmel(CDA)

Mevrouw Thieme, u moet goed luisteren. Ik heb gezegd dat wij veel vaker een vreselijke gebeurtenis, zoals die zich onlangs heeft voorgedaan, zouden meemaken indien wij helemaal geen proefdieren zouden mogen inzetten. Dat heb ik gezegd en dat moet u ook eens onder ogen zien!

Voorzitter. Afgelopen vrijdag hebben wij in het programma NOVA een noodkreet kunnen horen van degenen die professioneel met proefdieren werken. Nederland dreigt farmaceutische research te verliezen. Dat is erg voor Nederland, maar ook voor proefdieren. Want er is bijna geen land ter wereld waar proefdiergebruik zo intensief door driedubbele vergunningprocedures is gereguleerd. Ik vind het vooral schandalig dat mensen in Nederland bedreigd worden in hun persoonlijke levenssfeer. Zij willen niet-zichtbaar worden geïnterviewd uit angst voor hun leven en dat van hun gezin. Een mevrouw zei: ik voel mij pas prettig op een eiland in de Middellandse zee. Huizen worden beklad, auto's worden beschadigd en zelfs kinderen worden bedreigd. Dit sluipende terrorisme moet stoppen. Ik verzoek de minister met klem om grotere urgentie en om overleg met de minister van Justitie. De overheid schijnt de grootste opdrachtgever voor dierproeven te zijn. Hierbij past een verantwoordelijkheid jegens hen die in het belang van de Nederlandse samenleving dit noodzakelijke werk doen. Ik verzoek de minister om een kabinetsreactie op de noodkreet die haar per brief door de farmaceutische industrie is toegestuurd. Ik verzoek haar ook, de Kamer haar antwoord op deze brief te doen toekomen.

Vanuit de grote zorg die de CDA-fractie heeft over het klimaat rond dierexperimenteel onderzoek in Nederland, dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat het klimaat waarin dierexperimenteel onderzoek wordt gedaan in Nederland, geschaad wordt door intimidatie tegen personen die rechtstreeks of indirect te maken hebben met dierproeven en door misleidende campagnes tegen dierproeven;

constaterende dat het uitvoeren van dierproeven door strenge regelgeving wordt gereguleerd en dat op uiterst zorgvuldige wijze met proefdieren wordt omgegaan;

constaterende dat dierexperimenteel onderzoek een belangrijke bijdrage levert aan de bestrijding van ziektes van mens en dier;

van mening dat volop moet worden ingezet op vermindering, verfijning en vervanging van dierproeven;

verzoekt de regering, passende maatregelen te nemen om criminele acties door dierenactivisten te voorkomen;

verzoekt de regering tevens, bij te dragen aan goede voorlichting over het maatschappelijk en wetenschappelijk belang van dierexperimenteel onderzoek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ormel. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 112 (28286).

MevrouwOuwehand(PvdD)

Ik ben niet verbaasd over het feit dat de heer Ormel deze motie indient. Toch wil ik opmerken dat de CDA-fractie de wetgeving rond dierproeven in Nederland met deze motie op een voetstuk zet en en passant hierover een sausje van terrorisme gooit. De heer Ormel weet net zo goed als ik dat de Wet op de dierproeven op een aantal essentiële onderdelen, waaronder de openbaarheid, niet functioneert. Dit hebben wij kunnen lezen in de rapportage over de evaluatie van de wet. De AIVD geeft aan dat de dreiging die de heer Ormel terrorisme noemt, zelfs wat zou kunnen worden weggenomen met meer openbaarheid bij dierproeven. Waarom stemt de CDA-fractie enerzijds tegen voorstellen om de openbaarheid te vergroten en doet zij anderzijds alles wat in haar macht ligt om een en ander achter gesloten deuren te houden, en komt de heer Ormel nu met deze motie?

De heerVan der Ham(D66)

Ik vind de motie erg sympathiek. Er staan dingen in die ik namens de fractie van D66 van harte kan steunen. Voordat ik ervoor kan stemmen, wil ik van de heer Ormel wel een duiding horen. Dierproeven zijn helaas nodig. De heer Ormel vindt toch ook dat je actie kunt voeren of kunt demonstreren tegen dierproeven als de industrie bijvoorbeeld wat te lui is om verder te innoveren? Met demonstraties moet de industrie een beetje onder druk gezet kunnen worden. Dit moet gebeuren op een manier die binnen de wet past. Daarvoor is de heer Ormel toch wel? Alle acties die met geweld gepaard gaan, kunnen wij natuurlijk nooit steunen.

De heerOrmel(CDA)

Ik begrijp niet waar mevrouw Ouwehand de wijsheid vandaan haalt die zij zojuist tentoonspreidde. In de eerste termijn van dit debat heeft de minister gezegd dat hij werkt aan meer openbaarheid rond dierproeven. De CDA-fractie is daar zonder meer voor, mits deze openbaarmaking de veiligheid niet bedreigt van mensen die dierproeven doen of die in dierethische commissies zitten. Dit is op dit moment het geval vanwege het klimaat dat wordt gecreëerd. Verder wordt in het dierexperimenteel onderzoek vertrouwelijke informatie gewisseld. Als er onderzoek wordt gedaan naar nieuwe medicijnen en dit nog in een vertrouwelijke fase verkeert, kan alle informatie niet in de openbaarheid komen. De CDA-fractie is zonder meer voor zo veel openbaarheid als mogelijk is. Juist door het criminele dierenactivisme wordt deze openbaarmaking tegengewerkt.

Op de vraag van de heer Van der Ham antwoord ik dat de CDA-fractie uiteraard voor de vrijheid van meningsuiting is. Mensen kunnen en mogen in Nederland tegen dierproeven zijn. Mijn fractie ontzegt mensen echter het recht om anderen te bedreigen in hun persoonlijke levenssfeer. Daarover hebben wij het op dit moment en hierover gaat mijn motie.

MevrouwOuwehand(PvdD)

Voorzitter...

De voorzitter:

Nee, mevrouw Ouwehand, als wij zo doorgaan wordt het vanavond weer tien uur.

MevrouwOuwehand(PvdD)

Voorzitter, het lijkt mij van groot belang dat wij hierover een inhoudelijk debat kunnen voeren.

De voorzitter:

Toch spreekt de Kamer nu in tweede termijn. De commissie heeft aangegeven tot en met vier uur over de Nota Dierenwelzijn te willen spreken en heeft mij gevraagd dit debat strak voor te zitten.

MevrouwVan Velzen(SP)

Het moge duidelijk zijn dat wij ons beleid onder druk van organisaties en activisten aangescherpt hebben. Het verbod op dierproeven voor het ontwikkelen van cosmetica zou er niet gekomen zijn als er geen organisaties de aandacht voor hadden gevraagd. Hetzelfde geldt voor het verbod op het gebruik van mensapen als proefdieren. Volgens mij zijn wij het er allen over eens dat er een grens is: bedreigingen. Ik denk dat er niemand in de Kamer is die gewelddadige activisten of bedreigingen wil verdedigen; ik heb dat ook niet gehoord.

Nu dient u een motie in waarvan ik de portee niet snap. Goede voorlichting? Daar zijn wij altijd een voorstander van, wij zijn tegen slechte voorlichting. Passende maatregelen? Wij hebben er al zo vaak een debat over gevoerd dat er passende maatregelen moeten worden genomen tegen mensen die geweld gebruiken of bedreigingen uiten. De regering doet blijkbaar iets verkeerd en u weet het beter, maar wat wilt u dan?

De heerOrmel(CDA)

Ik constateer dat er bij NOVA mensen niet in beeld kunnen komen om hun verhaal te vertellen. De regering doet haar best, maar ik roep haar in deze motie op om burgers die namens de Nederlandse samenleving experimenteel onderzoek met dieren doen, nog beter te beschermen. Wat er nu gebeurd is, kan gewoon niet. Ik heb aan minister Klink gevraagd, voorlichting te geven als tegenwicht voor de eenzijdige, misleidende campagnes tegen dierproeven. De minister vroeg zich af of dit wel een taak van de overheid is, maar als de overheid spotjes als "als ik een kip was, zou ik ook anders kiezen" uitzendt, kan zij ook voorlichting geven over experimenteel onderzoek met dieren en over het grote belang ervan voor de gezondheid van mens en dier. Daar roep ik de regering dan ook toe op.

MevrouwVan Velzen(SP)

Ik vind deze vergelijking wel heel interessant, want het was uw fractie die geen voorlichting wilde over dierenwelzijn en geen spotjes over een kip die zelf anders zou kiezen, maar nu vindt u dat het bij dierproeven anders moet. Dit is meten met twee maten.

De heerOrmel(CDA)

Meten met twee maten heb ik net uitgebreid kunnen waarnemen toen u aan het woord was. De overheid kan ervoor kiezen om geen voorlichting te geven, maar als de overheid dat wel doet, dan moet zij dit, gelet op het huidige klimaat, er zeker ook bij betrekken. Hiertoe roep ik haar met mijn motie op, en ik bespeur steun hiervoor bij de SP-fractie, waarvoor ik u dankbaar ben.

MevrouwOuwehand(PvdD)

Ik wil de indruk wegnemen dat de fractie van het CDA zich als enige zorgen zou maken over dit soort dingen. Is de heer Ormel het er niet mee eens dat de evaluatie van de Wet op de dierproeven in 2005 al voldoende handvatten heeft opgeleverd om de persoonsgegevens van onderzoekers en gegevens die van belang zijn voor het onderzoek te beschermen?

De heerOrmel(CDA)

Wij zijn niet degenen die anderen vanuit een superioriteitsgevoel de morele maat nemen als het erom gaat of je van dieren houdt. En dit geldt ook voor dierproeven, ik hoop dat iedere fractie mijn motie zal steunen. Het gaat erom dat wij een enorm probleem zien, dat met name door sluipend dierenactivistenterrorisme veroorzaakt wordt. Dit moet een halt worden toegeroepen. Door dit terrorisme is meer openheid op dit moment helaas niet mogelijk, je moet het niet omdraaien.

Ik heb in verband met de paardenfokkerij aandacht gevraagd voor het Gelderse paard. Ik dien hierover een motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat het fokbeleid van paarden niet eenzijdig op topsport gericht dient te zijn, maar dat karaktereigenschappen en geschiktheid voor recreatieve doeleinden ook een uitgangspunt van het fokbeleid voor paarden dienen te zijn;

constaterende dat het Gelderse paard vanwege zijn karaktereigenschappen zeer geschikt kan zijn voor recreatieve doeleinden en als politiepaard;

van mening dat het Gelders paard behoort tot de zeldzame huisdierrassen en dat behoud van bloedlijnen van dit ras uit een oogpunt van behoud van biodiversiteit gewenst is;

van mening dat onderzocht dient te worden of onder auspiciën van het Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland (KWPN) een stamboek van oorsprong voor het Gelderse paard kan worden opgericht;

verzoekt de regering, in overleg met het KWPN te bevorderen dat de toekomst van het Gelderse paard veilig wordt gesteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ormel en Snijder-Hazelhoff. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 113 (28286).

MevrouwThieme(PvdD)

Begrijp ik het goed dat na lezing van de Nota Dierenwelzijn uw enige aanvullende zorgen gaan over de raszuiverheid van het Gelderse paard? Is dat uit dierenliefde of is het meer het berijden van een van uw stokpaardjes?

De heerOrmel(CDA)

Het is geen stokpaard, het is een Gelders paard. Ik ben blij dat u nu de was uit uw oren haalt, want ik heb al een paar moties ingediend. Het is niet het enige wat ik doe. Ik behandel beide nota's serieus. Ik vind het belangrijk dat wij het fokbeleid voor dieren aanpassen. Kijken wij naar paarden, dan kun je ervoor kiezen om tot de vierkante millimeter te regelen hoe groot de stal voor een Shetlandpony of voor een Belgisch paard moet zijn, zoals mevrouw Van Velzen wil. Ik vind dat wij meer moeten kijken naar de fokkerij. De karaktereigenschappen, die bij het Gelders paard zo duidelijk aanwezig zijn, moeten een reden zijn om meer te letten op het fokken van dieren. Dat geldt niet alleen voor het Gelderse paard.

Ik heb in eerste termijn aandacht gevraagd voor het Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren. Dit centrum moet uitgroeien tot hét informatiebaken over gehouden dieren. Daarover zijn wij het met elkaar eens. Voor burgers die overwegen om een dier aan te schaffen, moet het vanzelfsprekend worden om de LICG-site te bezoeken. Hoe zit het dan met de voorlichting over hobbydieren? Is het niet logisch dat het LICG, naast de specifieke en gespecialiseerde voorlichting die door stamboek- en hobbydierenverenigingen kan worden gegeven, algemene informatie verschaft over de aanschaf van een geit of een pony? Hoe ziet de minister deze taakverdeling?

Ik sluit af. Dierenwelzijn en diergezondheid staan volop in de belangstelling en terecht. Dieren zijn levende schepselen waarvoor mensen verantwoordelijk zijn, zeker als zij deze dieren onder hun hoede hebben. Velen zijn bezorgd en vervreemd door de beelden van de massaliteit van de intensieve veehouderij. Ook de CDA-fractie vindt dat er veel moet verbeteren, zeker ook in de veehouderij, maar zij kiest daarin de Europese weg en zoekt de balans tussen dierenwelzijn, volksgezondheid en economische duurzaamheid. Boeren die de afgelopen twintig jaar voor 3 mld. hebben geïnvesteerd in dierenwelzijn moeten wij koesteren. Zij verzorgen namens de Nederlandse samenleving volgens door ons opgestelde regelgeving dag in, dag uit de hun toevertrouwde dieren. Voor hen wil de CDA-fractie opkomen, maar ook voor veranderingen die noodzakelijk zijn om als sector gedragen te worden door de samenleving. Wij zijn verheugd dat de motie van de ChristenUnie en het CDA voor Kleingruppenhaltung, de kippenrenstal, op draagvlak in de Kamer kan rekenen. Ook dit is een resultaat van een nieuwe balans tussen "wat is goed voor het dier", "wat is in het belang van de volksgezondheid" en "hoe kan een belangrijke sector concurrerend blijven in de mondiale markt".

Nederland is een onderdeel van de EU en daar kunnen echte veranderingen plaatsvinden. Beter een castratieverbod in de hele EU dan alleen een tussenstap in Nederland. Beter een beperking van de transportduur in de hele EU dan alleen onze boeren treffen, die nu eenmaal in een veel kleiner land produceren en daardoor sneller over de grens moeten kijken. In EU-verband dient ook het non-vaccinatiebeleid en het fokkerijbeleid ter sprake te komen. Liever een zeug die acht jaar lang twintig biggen per jaar grootbrengt dan een zeug die vier jaar 25 biggen grootbrengt en daarna op is. Beter een kip die er iets langer over doet om het gewicht te halen, maar dan ook steviger vlees heeft. Beter een koe die iets minder melk geeft, maar gezondere klauwen heeft en daardoor langer leeft en meer lactaties kan volmelken. Uiteindelijk zal de consument ook zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid beter dienen te beseffen. Eten is een morele daad.

Wij moeten erkennen dat onze hoog geïndustrialiseerde samenleving nog in vrijwel elke porie afhankelijk is van de relatie tussen mens en dier. Zeer velen beleven op tal van manieren veel plezier aan contacten met dieren. 95% van de mensen in dit land gaat goed met dieren om en zorgt naar behoren voor hen. Respect voor dieren wordt bevorderd in de dierentuin, het Safaripark, het Dolfinarium, het circus – wij steunen wat dat betreft de motie van de PVV-fractie – via sportactiviteiten zoals paardrijden, sportvisserij en hondensport. Mensen houden duiven, cavia's en kanaries. Gelukkig is Nederland zo rijk dat het zich kan veroorloven om ambulances voor dieren aan te schaffen. Er is bier voor honden. Verder zijn er dieetvoeders, crematoria voor paarden, dierenbegraafplaatsen en -ziekenhuizen, -pensions, -rusthuizen, ethische commissies voor dieren, een raad voor de dierenaangelegenheden, fysiotherapeuten en psychologen voor dieren. Samen met de fractie van de PVV dienen wij de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat dieren levende wezens met gevoel zijn waar de mens respectvol mee om dient te gaan;

constaterende dat dieren een wezenlijke plaats hebben in de Nederlandse samenleving en dat zeer velen op respectvolle wijze met dieren omgaan voor recreatieve en educatieve doeleinden;

van mening dat contact met en respect voor dieren worden bevorderd in de dierentuin, het safaripark, dolfinarium en circus, via sportactiviteiten zoals paardensport en hondensport, maar ook door het hobbymatig houden en verzorgen van dieren;

van mening dat uitkomsten van onderzoek naar dierenwelzijn gevolgen kunnen hebben voor de wijze van huisvesting en verzorging en dat dierenmishandeling streng gestraft dient te worden;

van mening dat professionele voorlichting over het houden van dieren en lessen op scholen over respectvolle omgang met dieren kunnen bijdragen aan een samenleving die met respect met dieren omgaat;

constaterende dat contacten tussen mens en dier een grote bijdrage leveren aan het geestelijk welbevinden van mensen;

verzoekt de regering, de veelzijdige contacten tussen mens en dier te blijven toestaan en bevorderen met als uitgangspunt het respect voor de intrinsieke waarde van het dier,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ormel en Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 114 (28286).

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Wat beoogt de heer Ormel met zijn motie? Is het de bedoeling om met schoolkinderen ook de bio-industrie te bezoeken, hen te laten zien wat er in slachterijen gebeurt, informatie te geven over de vlees- en de bio-industrie? Daarvan zou ik overigens geen tegenstander zijn. Of is het de bedoeling dat wij alleen wat lieve dingen doen, als "logisch, biologisch"?

De heerOrmel(CDA)

Voor iedere leeftijdsgroep is een andere vorm van voorlichting nodig. Wij leiden kinderen ook niet rond in operatiekamers van ziekenhuizen en evenmin bezoeken wij met hen begraafplaatsen. Natuurlijk is het belangrijk om onder anderen aan kinderen goede voorlichting te geven, ook over de minder prettige aspecten van de veehouderij. Vroeger keken kinderen toe als er een kip of een varken werd geslacht. Toen was dat een normale zaak. Dat is nu op afstand gezet. Misschien is dat de oorzaak van het feit dat wij nu doorschieten naar volledige humanisering van het dier. Dieren zijn dieren en mensen zijn mensen.

De heerWaalkens(PvdA)

Een motie beoogt een punt te markeren of een nota of overleg aan te vullen. Volgens mij heeft de heer Ormel letterlijk een paragraaf uit de Nota Dierenwelzijn overgeschreven. Wat is de aanvulling op de nota?

MevrouwThieme(PvdD)

De heer Ormel heeft gezegd dat boeren veel heel hebben geïnvesteerd en dat wij voor hen moeten kiezen. Elke week moeten echter 55 boeren ophouden met het bedrijf. Dat is niet te wijten aan de fractie van de PvdD of aan andere diervriendelijke politieke partijen, maar dat is het gevolg van het beleid van de afgelopen 50 jaar dat onder andere door de fractie van het CDA is gevoerd. Wat biedt de heer Ormel de boeren, anders dan een doodlopende weg?

MevrouwVan Velzen(SP)

Ik was even in de veronderstelling dat de heer Ormel een motie ging indienen over hondenbier, en ik ben blij dat dat niet zo is. In zijn betoog zei hij, te kiezen voor de Europese weg, waarbij er veel moet worden verbeterd. Vervolgens somde hij een paar punten op waarmee wij het als Kamer al helemaal eens zijn. Mag ik daaruit concluderen dat hij vindt dat er helemaal niets hoeft te verbeteren, op een paar puntjes over diergeneesmiddelen na? Of heeft hij daadwerkelijk punten waarmee hij de minister op pad stuurt?

De heerOrmel(CDA)

De heer Waalkens vroeg naar de zin van deze motie. Je zou deze motie, de Nota Dierenwelzijn lezend, kunnen omschrijven als een ondersteunende motie voor de minister. Maar als ik de Kamer hoor, inclusief de heer Waalkens, vind ik de motie hard nodig.

Mevrouw Thieme zegt dat er iedere week boeren stoppen. Helaas klopt dat. Maar ik ben ervan overtuigd dat als haar beleid het beleid van de Nederlandse regering zou zijn, wij al geen boeren meer hadden in Nederland. Dan was het hier een dierenparadijs, waarbij nog hier en daar een varken aan het wroeten was, en wij ons vlees importeerden uit landen waar het veel minder goed gesteld zou zijn met het dierenwelzijn dan hier. Het feit dat er boeren stoppen, heeft te maken met de mondialisering, een waarheid als een koe. Ik vind het schandalig dat er geen boer meer in Nederland zou zijn als het aan de Partij voor de Dieren lag.

Tegen mevrouw Van Velzen zeg ik: misschien is dat hondenbier wel een leuke act voor haar in het circus! Zij heeft kunnen horen dat ik beide ministers heb geprezen voor de nota's. Dat mag ook wel eens, wij hoeven niet alleen maar azijnig het glas half leeg te laten zijn. De ministers hebben twee evenwichtige nota's geschreven. Het ziet ernaar uit dat beide nota's op hoofdlijnen door de Kamer zullen worden aanvaard. Dat is een steun in de rug voor al die mensen in dit land die met dieren omgaan, een steun in de rug voor de boeren die namens onze samenleving op professionele wijze dieren verzorgen en een steun in de rug voor alle dieren in Nederland.

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Voorzitter. Ook mijn fractie ondersteunt op hoofdlijnen de beide nota's, iets wat ik in eerste termijn overigens al heb gezegd. Maar ik heb nog wel een aantal opmerkingen. De VVD vindt dat bij het almaar stimuleren van nieuwe dierenwelzijnseisen van een negatief beeld wordt uitgegaan. Wij zouden veel liever van een positieve invalshoek willen uitgaan: niet duwen, maar trekken vanaf de andere kant. Wij vinden dat in de beide nota's de rol van de consument wordt onderbelicht.

De minister heeft heel duidelijk in haar eerste termijn gezegd: het eenzijdig opleggen van dierenwelzijn is niet de juiste keus. Wij vinden dat correct: wij hebben in eerste termijn gezegd dat dat op Europees niveau moet gebeuren. Verder zegt de minister dat je ervoor gaat als je ambitie hebt. Waar en in welke mate gaat de minister haar stappen op Europees niveau – het level playing field en het marktgericht denken – verwezenlijken? Waar ik niet om vraag, is om hinken op twee benen: hier stappen zetten en maar afwachten of Europa nog meegaat. De sector dreigt dan zaken te verliezen.

Wij hebben ook gesproken over voorbeelden van initiatieven vanuit de sector, zoals de Volwaardkip. De minister heeft geantwoord dat zij 4 mln. als extra ondersteuning geeft voor het tussensegment, zoals zij dit noemt. Dat is prima. Wij hebben de minister gevraagd om te bekijken hoe dit product aan de man kan worden gebracht. Wellicht kunnen nog veel meer initiatieven vermarkt worden. De sector heeft daarvoor ondersteuning nodig. Wij hebben de minister gevraagd om ondernemers vouchers te geven. Dit mag ook een andere naam krijgen. Wij vragen haar nogmaals om meer aandacht te besteden aan de introductie van producten in het tussensegment op de markt.

MevrouwThieme(PvdD)

Mevrouw Snijder-Hazelhoff noemt de rol van de consument cruciaal. 70% van de dierlijke productie in Nederland wordt geëxporteerd. Hoe kan de rol van de consument stevig zijn als hij geen invloed heeft op dat percentage? Wat wordt geproduceerd voor de export?

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Mevrouw Thieme weet net zo goed als ik dat de consument, de markt, een heel grote rol speelt bij de eisen die aan de productie worden gesteld. In vorige debatten schermde mevrouw Thieme met het percentage Nederlanders dat hogere eisen aan het dierenwelzijn wilde stellen. In het koopgedrag komt dit nog niet terug. Onderzoeken hebben aangetoond dat de burger buiten de supermarkt een heel andere is dan de burger die voor het schap staat.

De heerWaalkens(PvdA)

Is mevrouw Snijder het eens met de stelling dat de markt geen geweten en geen geheugen heeft? Geldt volgens haar de zegswijze "Zuerst das Fressen, dann die Moral"? Waarom vaart mevrouw Snijder-Hazelhoff zo blind op de markt?

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Ik vaar absoluut niet blind op de markt. Ik bedoel juist te zeggen dat alle burgers een verantwoordelijkheid hebben. Dat geldt niet alleen in de productiesector, maar ook in de hobbysector. De VVD heeft herhaaldelijk de waarschuwing uitgesproken dat wij niet te grote stappen moeten nemen. Anders verplaatsen wij de productie. Wat betreft de dierenwelzijnseisen zitten wij op een hoog niveau. Als wij dit laten lopen, verplaatst de productie zich straks naar landen waar het dierenwelzijn op een lager niveau staat. Kippen, varkens en koeien schieten daar niets mee op.

De heerVan der Ham(D66)

De VVD vindt het toch ook belangrijk om het bedrijfsleven te helpen en te stimuleren om bovenwettelijk te produceren? Daar heb je toch fiscale instrumenten voor? De VVD wil toch ook de lasten voor het bedrijfsleven terugdringen?

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Wij moeten niet alleen maar stimuleren. Op dit moment benaderen wij alles vanuit het perspectief van het boerenerf. Wij moeten ons veel meer afvragen wat de consument wil. Wat is de consument bereid om waarvoor te betalen? De Volwaardkip is een prachtig voorbeeld. Die is goed weggezet in de markt. Consumenten hebben dit goed opgepakt. In het tussensegment onderneemt het bedrijfsleven zelf actie. Wij moeten niet aldoor duwen van onze zijde. De consument moet een grote rol spelen. De minister kan meehelpen om producten op de markt te brengen. Ik spreek weer over de markt. Wij hechten aan de rol die zij kan spelen.

In de eerste termijn hebben wij uitgebreid gesproken over het houden van gezelschaps- en hobbydieren. De minister wil een certificeringstraject voor honden en katten. De VVD-fractie vindt dat eigenlijk te marginaal. De sector is zeer professioneel bezig. Kan de minister de certificering voor dierenspeciaalzaken direct meenemen in plaats van eventueel in 2009? Waarom wil zij in 2008 alleen maar een bepaald traject meenemen en niet direct de volledige sector? Ik dien daartoe de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat een certificatiestelsel voor diegenen die beroepsmatig betrokken zijn bij gezelschapsdieren in het belang van het dierenwelzijn is;

constaterende dat de regering in overleg met de sector een privaat certificatiestelsel voorbereidt en ondersteunt voor partijen uit het Honden- en kattenbesluit;

overwegende dat het in het belang van het dierenwelzijn is, dat ook dierenspeciaalzaken en de import- en groothandel van overige diersoorten deel kunnen nemen aan een privaat certificatiestelsel;

verzoekt de regering, dierenspeciaalzaken, import- en groothandel van overige diersoorten te betrekken bij het overleg ter voorbereiding van een privaat certificatiestelsel,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Snijder-Hazelhoff en Ormel. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 115 (28286).

De heerWaalkens(PvdA)

De strekking van de motie is heel sympathiek. Over dit onderwerp heb ik ook gesproken. Gaat de motie zo ver dat iedereen verplicht is om zich aan te sluiten bij dat privaat certificeringssysteem? Als dat niet het geval is, hebben wij een systeem waar iedereen onderuit kan.

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Ook voor de VVD-fractie is het een wenselijke gedachte om dat systeem verplicht te stellen. Daarom doen wij dit verzoek aan de minister. De branche zou natuurlijk zelf ook van alles kunnen optuigen, maar wij willen toch de ondersteuning van de minister daarbij betrekken.

De heerWaalkens(PvdA)

Neemt u daarbij een verplichte deelname als uitgangspunt?

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

De sector moet met het initiatief komen. Wij willen een privaat systeem, maar de minister moet het oog er wel op houden. U weet dat de VVD-fractie niet van nog meer regels en nog meer administratievelastendruk houdt, maar het oog van de minister moet erover gaan. Dat betekent dus een verplichting tussen aanhalingstekens, want anders schieten wij er echt niets mee op. Dat onderkennen wij ook.

De heerVan der Vlies(SGP)

Ik zat te wachten op de definitie van verplichting, maar mevrouw Snijder heeft deze al tussen aanhalingstekens gezet. Als de overheid er een oog op houdt, maar geen instrument in handen heeft, is het allemaal nog niet heel veel. Wij vernemen nog wel van mevrouw Snijder wat die aanhalingstekens betekenen.

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Dat komt helemaal goed.

MevrouwOuwehand(PvdD)

Ik ben benieuwd of u de criteria voor certificering kunt toelichten. Gaan die over huisvesting of over verkoop van hokken waarvan wetenschappelijk is bewezen dat ze ondeugdelijk zijn voor de desbetreffende dieren? Wat moet voor u in ieder geval ten grondslag liggen aan die certificering?

De heerOrmel(CDA)

Als mede-indiener van de motie wil ik mevrouw Snijder een ondersteunende vraag stellen. Als er een certificatieketen komt en de overheid aangeeft met name die bedrijven actief te zullen controleren die niet tot de keten behoren, is het niet dan voor ieder bedrijf dat maar een beetje wat voorstelt zeer zinnig om zich bij die certificatieketen aan te sluiten?

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

De vraag van de heer Ormel behoeft eigenlijk niet te worden beantwoord. Dat is zo klaar als een klontje.

Mevrouw Ouwehand wil direct weer afmetingen over hokjes et cetera horen. Zoals ik al in eerste termijn zei, is de branche daarmee bezig. De sector pakt zelf de handschoen op om een instrument te ontwikkelen waarmee controle uitgeoefend kan worden op wie wat verkoopt, om goede voorlichting te geven et cetera. Voorlopig dienen wij het initiatief bij de sector te laten en nu niet met allerlei regels te komen. Wij hebben wettelijke regels voor allerlei zaken. Wij laten dit voorlopig even rusten. Dan moet hierop maar in een volgend debat teruggekomen worden. Ik ga daar nu niet verder op in.

Ik heb gevraagd om een fonds voor geneesmiddelen voor kleine groepen productiedieren. Ik heb daarbij de vissen genoemd. De minister dank ik voor haar toezegging om dit met de sector te bekijken, maar dat leverde voor mij wel een vervolgvraag op. Wellicht zijn er nog meer van dit soort kleine sectoren dat toch enige controle behoeft op de niet geregistreerde diergeneesmiddelen. Kan de minister ook toezeggen, te bezien of er meer kleine sectoren zijn waarin nu niet geregistreerde middelen worden gebruikt?

Ik ga even in op een paar moties waarvan ik weet dat zij zullen worden ingediend. Allereerst is dat de motie van de heer Van der Vlies. Ik wil uitspreken dat wij die motie zullen steunen. In het vorige debat heb ik over de motie inzake de matten in de kalversector al gezegd dat het wel eens zo kan zijn dat de oplossing erger is dan de kwaal.

Ik kan nu al meedelen dat wij geen steun zullen geven aan de moties die wilde dieren het circus uit willen hebben, en dan zet ik "wilde dieren" ook nog tussen aanhalingstekens. Wij steunen de inzet van de minister om eerst onderzoek te doen. Ik ben dan ook blij dat de SP tot inkeer is gekomen.

Het gaat er ons om dat wij niet aldoor meer en meer regels krijgen. De VVD-fractie vindt dat geen goed uitgangspunt. Dierenwelzijnsbeleid dient naar ons gevoel gevoerd te worden met de beide benen op de grond, met een zeker realisme en zeker met een blik op Europa en de rest van de wereld. Laten wij helder zijn: wij moeten het dierenwelzijnsbeleid in een goede balans voeren en niet ver uit de pas lopen.

Mensen hebben plichten op het gebied van dierenwelzijn. Dieren zijn volledig afhankelijk van de zorg van mensen. In mijn eerste termijn ben ik daarmee begonnen. De VVD-fractie blijft erbij dat juist goede voorlichting en private initiatieven, ook vanuit het bedrijfsleven, daarbij gewenst zijn. Als wij al regelgeving hebben, dan moeten wij regelgeving hebben die handhaafbaar is.

De heerWaalkens(PvdA)

Voorzitter. Ik dank de beide bewindslieden voor hun antwoord en reacties tegenover de Kamer en de Partij van de Arbeid. Dierenwelzijn is voor de Partij van de Arbeid een aangelegen punt. Van de vele reacties die wij hebben gekregen, wil ik één reactie noemen. Iemand maakte zich zeer bezorgd. Aan het eind van zijn bericht schreef hij: dieren zijn geen dingen. En zo is het.

Het kabinet heeft de zorgen van de Partij van de Arbeid gedeeld over de verminderde weidegang voor koeien. Koeien horen in de wei. De voortgaande robotisering drijft koeien eerder de stal in dan eruit. Groot was mijn verrassing dat een landbouwkrant afgelopen zaterdag een fantastisch experiment van start liet gaan in de vorm van een rijdende robot die al kruipend door de weide de melk opslobbert. Wat kun je je nog meer wensen?

Het kabinet heeft de exportafhankelijkheid van de levende biggen tot zijn zorgen gerekend. De onbalans, die de Partij van de Arbeid heeft betrokken in haar analyse over de trends in de varkenssector voor de komende jaren, leidt tot een ongewenst evenwicht tussen de afmestcapaciteit en de biggenproductie.

De Partij van de Arbeid heeft zich zorgen gemaakt – en heeft die ook gedeeld met het kabinet – over de importafhankelijkheid van kalveren. Een aantal van 600.000 kalveren, meer dan de helft van de totale productiecapaciteit, komt uit het buitenland.

Ik dank de minister van LNV voor haar reactie op ons voorstel om met betrekking tot de dikbilfokkerij afspraken met de sector te maken dat men alleen maar door kan gaan met de gewenste fokrichting in de dikbilfokkerij. De vererving waarbij het dikbil-gen expressief is tijdens de dracht, mag niet meer gebruikt worden.

De motie van de fracties van de VVD en het CDA over de certificering van dierenspeciaalzaken en het INR-systeem voor honden vinden wij, zeker met de uitleg van mevrouw Snijder over het "verplichtend" karakter van die certificering, zeer sympathiek.

Wij maakten ons zorgen over de positie van de proefdierdeskundigen, de uniformering en het op elkaar afstemmen van de adviezen van de verschillende proefdierdeskundigen in Nederland. Wij zijn blij met de toezegging van de minister van VWS dat dit ter hand wordt genomen en dat op dit gebied een extra inspanning wordt geleverd.

Ik heb in eerste termijn gezegd dat ik niet hoopte dat wij voor elk dier of elke diersoort zouden eindigen met een motie. Ook bij ons is de noodzaak gevoeld om drie moties in te dienen. Een van de moties gaat in op de huisvesting van leghennen. Wij weten allemaal dat een vurig pleidooi is gehouden voor het tussensegment, de Kleingruppenhaltung, ook wel genoemd een opgepimpte kooi. Die tussenstap zou kunnen leiden tot het wegnemen van de druk om de aansprekende alternatieven te ontwikkelen. Daar waar er initiatieven zijn, moeten die ondersteund worden. Ik wil samen met de heer Cramer van de ChristenUnie de volgende motie op dit punt indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het verbod op de batterijhuisvesting per 2012 in Europa van kracht wordt;

overwegende dat zich meerdere systemen als alternatief voor de verrijkte kooi aandienen;

overwegende dat de ontwikkeling naar meer dierenwelzijnsvriendelijke alternatieven niet tot een einde moet komen;

spreekt uit dat het van groot belang is dat alternatieve huisvestingssystemen nu gerichte ondersteuning krijgen;

verzoekt de regering, de doorontwikkeling van deze alternatieven te faciliteren, hoge prioriteit te geven en de Kamer een overzicht te geven van de stappen die de regering gaat zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Waalkens en Cramer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 116 (28286).

MevrouwVan Velzen(SP)

Ik heb eigenlijk meer een vraag aan de heer Cramer, als mede-indiener van deze motie. Hij heeft toch altijd boven de Kamer laten hangen dat er in plaats van de verrijkte kooi een opgepimpte kooi komt. Ik dank de heer Waalkens dat hij deze woorden ook heeft gebruikt. Is de motie die de heer Cramer al heeft ingediend, en die boven de Kamer hangt, bij dezen ingetrokken?

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Ik heb een vraag voor beide indieners. Zij hebben samen natuurlijk gedeald en gewheeld. Interpreteert de heer Waalkens de motie dan zo dat die Kleingruppenhaltung van tafel is?

De heerWaalkens(PvdA)

In de motie wordt de absolute wens uitgesproken om aansprekende alternatieven te blijven ondersteunen en een hoge prioriteit te geven. Ik neem kennis van de ontwikkelingen in de Kamer. Onze positie daarin is helder, maar die wordt niet geplakt aan deze motie. In deze motie wordt expliciet gevraagd om de alternatieven door te blijven ontwikkelen en een hoge prioriteit te geven. Wat ons betreft, komt de Kleingruppenhaltung er niet als tussenstap of als eindstation, of hoe je het ook mag bekijken. Wij hebben gezocht naar de mogelijkheid om de schijnwerpers te zetten op de alternatieven die zich nu aandienen. Ik heb in eerste termijn voorbeelden van die alternatieven gegeven. De heer Cramer is dat met mij eens. Anders waren wij niet tot deze motie gekomen.

De heerCramer(ChristenUnie)

Ik denk dat ik er in mijn eerste termijn heel duidelijk over ben geweest dat wij de Kleingruppenhaltung of de "groepshuisvesting" – laat ik het dan maar even zo noemen – op dit moment als een reëel alternatief zien, dat veel verder gaat dan de verrijkte kooi. Om deze reden hebben wij de motie bij de begrotingsbehandeling ingediend. Daar sta ik nog steeds voor de volle honderd procent achter. Het is echt een hele verbetering, zowel ten aanzien van het dierenwelzijn en de gezondheidsdruk op de dieren als wat betreft het medicijngebruik, dat bijna tot nul is gereduceerd. Men mag hierover lacherig doen, maar degenen die dat doen, hebben deze groepshuisvesting niet zelf in de praktijk gezien. Onze fractie is van mening dat dit echt een aanmerkelijke stap beter is dan de verrijkte kooi. Daarom heb ik deze motie ingediend. Ik heb in mijn eerste termijn echter ook heel nadrukkelijk duidelijk gemaakt dat je daarbij niet stil moet blijven staan. Ik was hierover in gesprek met de heer Waalkens. Daarom steun ik de door ons samen ingediende motie. Op dit punt moeten wij immers altijd blijven nadenken en altijd blijven innoveren. Het grappige is dat de sector zelf dit eveneens zegt. Wij hebben dus gezocht naar een oplossing en een formulering waarin doorgegaan wordt met de ontwikkeling. Als de markt breder wordt, ben ik ervan overtuigd dat steeds meer ondernemers het als een kans in plaats van als een bedreiging zullen zien om over te stappen naar de scharrelhouderij of de verbeterde systemen waartoe deze motie oproept.

De voorzitter:

Mijnheer Van der Vlies, wilt u reageren op de heer Cramer of gaat u terug naar de heer Waalkens?

De heerVan der Vlies(SGP)

Ik reageer op beiden. Ik ben het spoor bijster. Dit overkomt mij niet zo vaak. Ik zou graag een beetje geholpen worden. De heer Waalkens zegt dat de tussenstap van de "groepshuisvesting" – laten wij dat woord even gebruiken – er voor hem niet is. De heer Cramer zegt daarentegen dat die tussenstap er voor hem wel is. Dit is niet met elkaar te verzoenen. Naar mijn mening moet er een helder signaal naar de pluimveesector gaan over de toekomst van de huisvesting van de dieren. Dit heldere signaal is er nu niet. Er zijn twee moties naast elkaar.

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Ik kan mij daarbij aansluiten. Dit geeft zo'n onzekerheid. Terwijl de motie van Cramer duidelijk een uitspraak deed over de vraag waar wij eventueel naartoe willen in de komende periode, en zelfs vanaf nu, laat deze motie van de heer Waalkens, die de heer Cramer dus mede heeft gesteund, alles weer open. Daarin wordt weer om verder onderzoek gevraagd. Nu is er niets mis met onderzoek, maar waar willen de heren Waalkens en Cramer in vredesnaam met de sector naartoe? Een aantal jaren terug hebben wij duidelijk gekozen voor de verrijkte kooi. Ik kan mij voorstellen dat wij nu met elkaar tot iets anders besluiten, als de sector dit eveneens wil. Beide woordvoerders zijn echter absoluut niet duidelijk en laten de sector in grote onzekerheid zitten, als een van deze moties wordt aangenomen.

De heerOrmel(CDA)

De op zich sympathiek klinkende motie van de heren Waalkens en Cramer roept ertoe op, niet met denken te stoppen en door te gaan met ontwikkelen. Als dit de strekking is, dan is dat goed. Dit moet in alle vormen van dierhouderij gebeuren. Mijn vraag aan de heer Waalkens is echter: als u dit vindt, dan hebt u nu de keuze om ofwel de motie van de fractie van de ChristenUnie en de CDA-fractie te steunen, en daarmee de Kleingruppenhaltung, ofwel de lijn te steunen van de minister, die de motie-Thieme naast zich neerlegt. In het laatste geval steunt u dus de verrijkte kooi. Wat wordt uw keuze? Kiest u voor de verrijkte kooi of voor de Kleingruppenhaltung?

MevrouwVan Velzen(SP)

Met de voorliggende motie constateer ik dat 19 miljoen dieren die nu in een legbatterij zitten, nog steeds in die gepimpte kooi terecht kunnen komen. Dit gebeurt dan met steun van de heer Waalkens. Dit is in tegenspraak met wat hij in eerste termijn zei. Wij hebben nu een betere motie, die ertoe oproept om zowel van de legbatterij af te komen, als van de verrijkte kooi, als van de Kleingruppenhaltung. Dat is mijn motie. Ik vraag de heer Waalkens of hij bereid is, deze motie te steunen.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Hier wordt wat gescharreld met wat wij precies willen. Dit is wel belangrijk. In de coalitie is blijkbaar een beetje gedoe over die Kleingruppenhaltung. Dat vind ik interessant. De heer Cramer zegt dat wij gaan investeren om te saneren. De heer Waalkens zegt dat wij die Kleingruppenhaltung helemaal niet willen. Het is het een of het ander. Ik zou zeggen: heren, kiezen!

MevrouwThieme(PvdD)

In de motie van Waalkens en Cramer staat de term "aansprekende alternatieven". Voor mijnheer Cramer betekent dat de Kleingruppenhaltung en voor mijnheer Waalkens is dat niet het geval. Kennelijk is deze motie een steun van de PvdA-fractie aan de ChristenUnie-fractie om de minister op te roepen om vooral bezig te zijn met de Kleingruppenhaltung.

De heerVan der Ham(D66)

Als ik het goed heb verstaan, zei de heer Waalkens dat het gestimuleerd of gefaciliteerd moest worden. Verstaat hij daar financiële prikkels onder, belastingkorting? Misschien is de industrie wel zover te krijgen dat zij direct voor de goede alternatieven gaat, niet voor de Kleingruppenhaltung.

De heerWaalkens(PvdA)

Het gaat over deze motie, waarin de regering wordt verzocht om de doorontwikkeling van de alternatieven, die eerder beschreven zijn als dierwelzijnsvriendelijke alternatieven, te faciliteren, daaraan een hoge prioriteit te geven en de Kamer te informeren over de stappen die zij gaat zetten. Als ik terugkom op de opvatting van mijn fractie over de Kleingruppenhaltung, dan benadruk ik dat de PvdA-fractie daar niet voor is. Ik heb dat klip en klaar aangegeven in mijn eerste termijn. Dat staat echter los van deze motie. Alles over elkaar heen trekken en de grauwsluier over het debat trekken, is de verantwoordelijkheid van degenen die dat doen. De PvdA-fractie is heel helder. Uit het dictum, de overwegingen en de constateringen blijkt heel duidelijk dat het denken niet op slot gaat; wij willen niet de diervriendelijke alternatieven aan de zijlijn parkeren. Daar gaat het om. Er is op dit moment inderdaad geen duidelijkheid voor de sector maar er komt vast en zeker een Kameruitspraak over deze vorm van huisvesting voor leghennen. Mijn fractie zal daarin heel consequent haar positie bepalen en heel consequent het kabinet vragen om te doen wat in de motie verwoord is.

De voorzitter:

Ik sta geen vervolgvragen toe.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Er is een motie aangenomen door de Kamer. Wij mogen toch wel weten of die motie nog steeds belangrijk is voor de PvdA-fractie?

De voorzitter:

Die vraag is net gesteld en daar moet nog een antwoord op komen. Na dat antwoord geef ik mevrouw Van Velzen gelegenheid om haar vraag te stellen.

De heerWaalkens(PvdA)

Met alle respect: hoe kan er worden getwijfeld aan een aangenomen motie?

MevrouwVan Velzen(SP)

Ik heb de heer Waalkens net gevraagd of hij voor alle duidelijkheid ook even wil aangeven waar hij staat als het gaat om de motie die ik net heb ingediend, die alle duidelijkheid biedt: geen verrijkte kooi, geen opgepimpte kooi, gewoon geen kooi; kappen ermee. Steunt de heer Waalkens die motie?

De heerWaalkens(PvdA)

Die motie is al aangenomen.

De heerCramer(ChristenUnie)

Mijn reactie is consistent met het verhaal dat ik in eerste termijn hield. De heer Waalkens geeft aan dat hij niet kiest voor die groepshuisvesting, maar dat was ook al duidelijk in eerste termijn. Wij vonden elkaar in het feit dat men daar niet bij stil moet blijven staan. Iedereen roept dat de sector anders nog niet weet waar hij aan toe is, maar dat weet de sector wel. De Kamer heeft duidelijk uitgesproken dat er een welzijnsverbetering moet komen voor de huisvesting van kippen. Voor mijn fractie is die groepshuisvesting daar een bewezen alternatief voor. Daar moet men echter niet stil blijven staan. De Kamer heeft uitgesproken dat als de markt voor de biologische houderij uitbreidt en een aantal problemen wordt opgelost, de voorkeur wordt gegeven aan een integrale overstap. Dat moet echter een groeipad zijn; dat kan niet in één keer. Om die reden heb ik ervoor gekozen om namens de fractie van de ChristenUnie duidelijk te maken dat ik oog heb voor de sector, waarin de belangen heel groot zijn, maar dat ik ook oog heb voor dierenwelzijn en daarom deze ontwikkeling in gang wil zetten.

De heerWaalkens(PvdA)

In mijn eerste termijn heb ik aandacht gevraagd voor meerdere parameters om te beoordelen hoe het principe "nee, tenzij" moet worden ingevuld in relatie tot het houden van dieren. Dit principe is gebaseerd op de parameters van dierenwelzijn. Ik heb daarnaast gezegd dat er meer is dan alleen het wegnemen van ongerief, suboptimaliteiten of dierenleed. In dit kader dien ik, samen met de heer Cramer, de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat om de intrinsieke waarde van het dier te beschermen een ethisch afwegingskader nodig is;

overwegende dat ook bij het opstellen van dierwelzijnseisen en het vastleggen van een positieflijst van te houden dieren een ethisch afwegingskader nodig is;

van mening dat een dergelijk afwegingskader inzicht kan geven in de weging van de verschillende betrokken belangen;

verzoekt de regering, dit kader voor december 2008 te ontwikkelen en aan de Kamer voor te leggen;

verzoekt de regering tevens, de Kamer te informeren over de toepassing van dit afwegingskader op toekomstige besluiten die raken aan dierenwelzijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Waalkens en Cramer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 117 (28286).

MevrouwThieme(PvdD)

Dit is een sympathieke motie. Het gevolg van het aannemen van de motie zou echter kunnen zijn, dat de ontwikkeling van de positieflijst nog langer wordt uitgesteld, omdat er eerst weer onderzoek moet worden gedaan naar ethische vraagstukken en er een kader moet komen. Dat is toch niet de bedoeling?

De heerWaalkens(PvdA)

Nee. Wij hebben steeds gepleit voor een positieflijst. Er zijn nu meerdere parameters ingeschreven. Als wij een integraal afwegingskader creëren, moet daarbij de notie worden meegenomen die in de samenleving ontstaat over de vraag wanneer wij dieren willen houden en wanneer niet.

Dit brengt mij bij een laatste motie, namelijk over een verbod op het gebruik van wilde dieren bij het circus.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een maatschappelijk debat is over het gebruik van wilde dieren in circussen;

overwegende dat het gebruik van wilde dieren in circussen geen redelijk doel dient;

overwegende dat het begrip "wilde dieren" Europees beschreven is en ook gebruikt wordt bij het Dierentuinenbesluit en hiermee volstrekte duidelijkheid verschaft over de categorie "wilde dieren";

spreekt uit dat het gebruik van wilde dieren in circussen geen recht doet aan de maatschappelijke wens om hiermee te stoppen;

verzoekt de regering, een landelijk verbod op het gebruik van wilde dieren in circussen voor te bereiden en die wetgeving aan de Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Waalkens. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 118 (28286).

De heerOrmel(CDA)

Waarom heeft de heer Waalkens nog geen halfjaar geleden de minister gesteund toen zij een onderzoek toezegde naar het welzijn en de verzorging van circusdieren? Als hij dit onderzoek een halfjaar geleden steunde en nu deze motie indient, neigt dit naar onbehoorlijk bestuur.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Wij horen hier pittige woorden binnen de coalitie. Ik ben blij met deze motie. Wanneer wil de fractie van de PvdA dat dit wordt voorgelegd? Op welke termijn moet het gebruik van wilde dieren in het circus worden verboden? Ik heb zelf een motie voorbereid waarin gesteld wordt dat zo'n verbod in 2010 zou moeten ingaan.

De heerVan der Ham(D66)

Wij maken ons allemaal zorgen over circusdieren. Er moeten welstandseisen worden opgesteld. De minister is bezig om dit te onderzoeken. Waarschijnlijk wordt deze motie van de heer Waalkens niet aangenomen, maar stel dat dit wel gebeurt, dan zal de minister waarschijnlijk met de motie in handen die de heer Waalkens een halfjaar geleden heeft gesteund, stellen dat zij over een halfjaar bij de Kamer terugkomt, als het onderzoek is afgerond. Deze motie lijkt symboolpolitiek. Het is jammer dat dit onderwerp het debat over dierenwelzijn is gaan claimen. Wij zouden dat niet moeten willen.

De heerGraus(PVV)

Het is een diepe schande dat er zo naar de circussen wordt gewezen. Heeft de heer Waalkens ooit een circus achter de schermen meegemaakt? Ik wel. Ik heb jarenlang circussen gevolgd en heb alles bij trainingen kunnen zien. Ik heb hierbij nog nooit dierenmishandeling geconstateerd. Ik weet dat er filmpjes rouleren die een ander beeld oproepen, maar laat de heer Waalkens zich daardoor leiden? Ik vind het een diepe schande om die paar mensen zo onder vuur te nemen, terwijl overal dieren mishandeld worden, ook bij u en bij mij in de straat, en ook in de bio-industrie. En dan zouden wij de circussen onder vuur nemen terwijl de circusmensen juist het goede met de dieren voor hebben?

De heerWaalkens(PvdA)

Bij het debat over het onderzoek heb ik gezegd dat het breder zou moeten zijn dan alleen gericht op het wegnemen van ongerief, lees: dierenleed. Wij hebben er toen voor gepleit om de brede context van het houden van dieren te koppelen aan een redelijk doel. Dat is er niet van gekomen en ik ben ervan uitgegaan dat er beter een onderzoek op alleen een onderdeel zou kunnen worden gehouden dan helemaal geen onderzoek. Maar ik heb wel gezegd dat ik het absoluut noodzakelijk achtte om het onderzoek te verbreden. En nu wij de Nota Dierenwelzijn bespreken, moeten wij die in zijn volle breedte behandelen en onze zorgen over de verschillende sectoren moeten nu dan ook aan bod komen. Ik heb de motie niet voor niets als laatste stap ingediend om het debat niet te "kannibaliseren", maar het is onze zorg, onze verantwoordelijkheid om dit op een ordentelijke manier te regelen. Wilde dieren in circussen worden getraind om kunstjes te doen, maar ik spreek niet van mishandeling en ik spreek er geen schande van dat dompteurs en dieren met wederzijds respect zo ver kunnen komen, want ik heb er een geweldige bewondering voor. Maar inmiddels hebben wij geen dansende beren meer op straat en zijn er circussen die ook zonder roofdieren een fantastische voorstelling geven. En dan zeg ik: het opruimen van de laatste restanten doet pijn, ook in onze fractie, maar als je over dierenwelzijn praat, moet je ook dit benoemen en dan ook consequent zijn. De heer Van der Ham is niet consequent en de fractie van de SP is ook niet helemaal consequent. Wij moeten dus nu zaken doen, want het onderzoek is indertijd uitgezet zonder de randvoorwaarden die ik toen heb aangegeven. Ik roep de regering op, een landelijk verbod voor te bereiden; dat heeft z'n tijd nodig en ik wil de regering niet onder druk zetten.

De heerVan der Ham(D66)

Wij hebben niets gezegd over circusdieren, wij hebben gezegd dat wij het resultaat van het onderzoek wilden afwachten. Er is dus niets inconsequents aan ons verhaal.

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Ik ben toch wel wat verbaasd over het betoog van de heer Waalkens, want ik had hem in eerste termijn gevraagd waar voor hem de grens ligt. Daar ben ik werkelijk heel benieuwd naar, want voor zijn fractie is de volgende stap dat het dolfinarium in Harderwijk en de dierentuinen absoluut verboden moeten worden. Hij is met dit betoog echt een grens over gegaan.

De heerWaalkens(PvdA)

Wat wilde dieren zijn, is beschreven.

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Het gaat om dolfijnen, zeeleeuwen.

De heerWaalkens(PvdA)

Ik wilde de verwarring niet nog groter maken. Wij hebben trouwens samen op de barricaden gestaan om de zeehondenjacht in Canada aan de kaak te stellen.

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Dat is toch een heel ander onderwerp!

De heerWaalkens(PvdA)

Het gaat om ethische grenzen, om morele waarden. Wij willen hiermee stoppen, maar zonder de circussen op slot te doen. Ik begeef mij niet in casuïstiek, ik heb het over wilde dieren in de zin van het Dierentuinenbesluit. U leest het er maar op na, dat is volstrekt helder, ook voor de circussen en de dierentuinen.

De heerGraus(PVV)

Voorzitter. Volgens de Volkskrant heb ik vorige week maar zes minuten gesproken en zou ik nog veertien minuten over hebben.

De voorzitter:

Onze griffier heeft een heel mooi klokje en alles wordt perfect bijgehouden. Ik weet niet wat de Volkskrant hier bijhoudt, maar ik ga toch uit van datgene wat de griffier bijhoudt.

De heerGraus(PVV)

Ik bedoelde het ook zeer hatelijk, omdat er niks van deugt. Ik zal enkel drie moties voorlezen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat elke gemeente een zorgplicht kent voor het opvangen en verzorgen van zwerf-, wilde en/of verwilderde dieren;

constaterende dat vele gemeenten deze zorgplicht aan hun laars lappen;

verzoekt de regering, de zorgplicht opnieuw onder de aandacht te brengen en met een passende strafmaat structurele weigeraars aan te pakken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 119 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bij (zwaar)gewonde dieren in nood de behoefte bestaat aan spoedeisende, professionele hulp;

constaterende dat het in Nederland ontbreekt aan professioneel opgeleid dierenambulancepersoneel;

verzoekt de regering, opleiding mogelijk te maken tot paraveterinair dierenambulancepersoneel,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Ormel. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 120 (28286).

De heerGraus(PVV)

Wij van de PVV zijn circusvrienden en de laatste motie gaat over het circus.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het circus tot een belangrijk deel van onze volkscultuur behoort en grote waardering verdient;

verzoekt de regering, de circussen recht van bestaan te laten behouden en alleen die circussen het werken met dieren te ontzeggen welke zich schuldig maken aan diermishandeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Ormel. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 121 (28286).

De heerGraus(PVV)

Bij de laatste motie is heel belangrijk dat overal dieren worden mishandeld. De goede circussen willen niets liever dan dat de rotte appels eruit worden gepakt. Circussen zoals Althoff, Renz, Krone en Louis Knie; ik heb ze allemaal jarenlang gevolgd met cameramensen en bij trainingen. De heer Althoff zit hier toevallig; hij heeft mij mee achter de schermen genomen. Ik heb nog nooit als dierenambassadeur een vorm van diermishandeling kunnen ontdekken; mogelijk wel in de ogen van velen van minder dierenwelzijn, maar dat is een kwestie van wat je goedvindt. Dieren thuis in te kleine hokken, honden die veertien uur niet worden uitgelaten; dat vind ik mishandeling. Daar moeten de activisten eens achteraan gaan. Zij moeten niet de verkeerde mensen aanpakken.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Is de heer Graus als dierenliefhebber, zoals hij zich altijd afficheert, het met mij eens dat je in de Gezondheid- en welzijnswet voor dieren ten minste welzijnseisen zult moeten formuleren voor circussen? Vergelijk het bijvoorbeeld met het Dierentuinbesluit. Bent u daar wel voor? Of zegt u: laat maar waaien?

MevrouwVan Velzen(SP)

Ik kan de heer Graus niet helemaal volgen. In eerste termijn was hij jubelend over de circussen: er was niks aan de hand. Dat herhaalt hij nu, maar vervolgens zegt hij dat er wel sprake kan zijn van verminderd dierenwelzijn. Het is het een of het ander: er is niks aan de hand of er is sprake van verminderd dierenwelzijn. Ik zie een minister die een onderzoek wil beginnen, maar die niks zegt over de mogelijke consequenties. Vindt de heer Graus dat er op zijn minst heldere regels moeten worden gesteld, zoals wij die ook voor dierentuinen hebben?

MevrouwThieme(PvdD)

Ik hoorde de heer Graus net vertellen hoe zielig de dieren zijn die in kooien worden gehouden door particulieren. Jaarlijks zitten er 400 miljoen kippen in kooien op elkaar, maar daar doet u helemaal niets voor. Ik vind het vreemd dat u wel zegt: het is een schande dat de heer Waalkens met die motie tegen circussen komt; hij moet zich druk maken over de bio-industrie. Maar ik heb u geen enkele motie horen indienen die de dieren in de bio-industrie gaat beschermen. U hebt zo de mond vol over het onverdoofd ritueel slachten. Waarom komt u niet met een motie?

De heerVan der Ham(D66)

Het viel mij op dat de minister in eerste termijn in reactie op één punt van de heer Graus geld voor dierenambulances heeft toegezegd. Is achter de schermen de afspraak gemaakt dat de heer Graus geld krijgt voor dierenambulances – het is overigens een prachtig doel – en dat laatstgenoemde als tegenprestatie voor de Kleingruppenhaltung stemt? Is die deal tot stand gekomen?

De heerGraus(PVV)

Niemand zal mij en de minister ervoor aanzien dat die afspraak is gemaakt. Wij hebben dat als beste alternatief gekozen. Ik heb ook gezegd dat het snaveltje voor de kip het belangrijkst is en dat dat moet worden beschermd. Als honderden of duizenden kippen in rennen scharrelen, moeten de snavels worden getoucheerd. Daarvan ben ik een groot tegenstander omdat dan het belangrijkste van de kip wordt afgenomen, namelijk het snaveltje. Wij hebben dus voor de "second best"-oplossing gekozen, namelijk de Kleingruppenhaltung. Daarover zijn echter geen deals gesloten.

De heerVan der Ham(D66)

Is de heer Graus niets toegezegd?

De heerGraus(PVV)

Nee, dat is logisch. Wij steunen de moties waarin wij ons kunnen vinden en andere niet. Dat is de lijn van de fractie van de PVV. Als er een fractie in de Kamer is die zich niet laat omkopen, is dat die van de PVV. Zij zet haar eigen lijn uit.

De heerVan der Ham(D66)

Ik spreek niet over omkopen, maar over het sluiten van een deal.

De heerGraus(PVV)

Ik heb ook moties ingediend over ritueel slachten, maar die worden niet aangenomen. Steeds heb ik gezegd dat ik tegenstander ben van ritueel slachten en dat houd ik vol. Ik vraag mij echter wel af wat ik moet doen als mijn moties over dat onderwerp niet worden aangenomen. Het is mij overigens niet duidelijk dat dit punt wordt aangehaald, want mijn fractie is uit principe fel tegenstander van ritueel slachten en zij draagt dat ook uit.

Ik herhaal dat ik ten aanzien van de kooidieren voor het snaveltje heb gekozen. Het is naar mijn idee beter dat die dieren op een kleiner oppervlak moeten leven dan dat zij het snaveltje niet kunnen behouden, al is het een "second best"-oplossing.

MevrouwThieme(PvdD)

Die dieren in die kooi kunnen niets met hun snavel beginnen. Waarover heeft de heer Gaus het dan?

De heerGraus(PVV)

In die Kleingruppenhaltung kunnen die dieren meer. Ik zie ook liever zes kippetjes op een erf en een hond in de hoek, maar die tijden zijn er helaas niet meer. Er moeten dus andere keuzes worden gemaakt.

De fractieleider en ik hebben met diverse circushouders gesproken. Zij zijn ook voorstander van het vaststellen van normen, eisen en richtlijnen voor het houden van dieren. Daarmee zijn zij zelf al bezig geweest.

Ik pleit ervoor om dierenmishandeling aan te pakken, ongeacht of het bij een boer, een particulier of in een circus is. Wat dat betreft krijg ik echter nooit steun van de Kamer. Als ik om minimumstraffen vraag, geeft niemand thuis. Ik verzet mij ertegen om circushouders aan te pakken die het beste met hun dieren voor hebben. Waarom heb ik nooit gezien wat anderen wel onder ogen kregen? De filmpjes waarop wordt gedoeld, zijn uit Amerika afkomstig. Ik wil beelden zien van incidenten die in Nederland hebben plaatsgevonden. Dan hebben wij recht van spreken. Het zou een schande zijn om circushouders aan te pakken voor iets wat in Amerika heeft plaatsgevonden.

De heerCramer(ChristenUnie)

Voorzitter. Er is vorige week al veel gezegd, en het debat ging in de media nog even door. Dank aan de beide bewindspersonen voor de uitgebreide, behoorlijk complete beantwoording in eerste termijn.

Wat de afgelopen week bijzonder in de schijnwerpers stond, was het circus. Ik benadruk hier nogmaals in de richting van collega Van der Ham dat de fractie van de ChristenUnie het onderzoek dat de minister instelt, afwacht, zij het dat zij niet afwijzend staat tegenover het idee van een definitief verbod op wilde dieren in circussen.

Ik heb inmiddels genoeg gezegd over de groepshuisvesting van kippen. Mijn collega Graus heeft, overigens met heel veel woorden, een van de belangrijkste onderdelen, namelijk het diereneigen gedrag en het niet hoeven kappen van snavels, naar voren gebracht, waarmee groepshuisvesting wel degelijk een aantrekkelijke optie is, juist ten opzichte van de alternatieve houderijen of de scharrelhouderijen.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Ik heb nog een vraag over de wilde dieren in circussen. De heer Cramer zegt het onderzoek te willen afwachten, maar ik heb daarover twee concrete vragen aan hem. Is de ChristenUnie voor of tegen wilde dieren in het circus? Vindt de heer Cramer niet dat de richtlijnen uit het Dierentuinbesluit ten minste ook moeten gelden voor circussen?

De heerCramer(ChristenUnie)

Voor die eerste vraag is het belangrijk de uitkomst van het onderzoek van de minister af te wachten. Dan gaat het om het huidige welzijn, wat ik belangrijk vind. Maar wij zijn daar kritisch op geweest en daarom herhaal ik dat wij niet afwijzend staan tegenover een eventueel verbod op het houden van wilde dieren in circussen.

De tweede vraag vind ik politiek gezien niet slim. Feitelijk betekent dat namelijk dat je dan de mogelijkheden voor het houden van wilde dieren in circussen verbiedt. Dan moet je kiezen en dus niet doen alsof je een dierenwelzijnsbesluit neemt en de dieren kunt houden zoals dat in dierentuinen gebeurt. Je moet dan eerlijk zijn en het dus verbieden. Dan moet de minister het in gang gezette onderzoek eerst kunnen presenteren.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Maar daar kun je toch een eventueel verbod op wilde dieren bij betrekken? Anders raak je verstrikt in onderzoeken. De minister geeft zelf aan dat het dan nog maar de vraag is of je moet overgaan tot een verbod. Het is gewoon hom of kuit.

MevrouwOuwehand(PvdD)

De ChristenUnie zegt nu het onderzoek van de minister te willen afwachten. Zoals bekend heeft op basis van het reeds beschikbare onderzoek en ethische afwegingen een wethouder van de ChristenUnie in Winschoten een voorloperspositie ingenomen, en er zijn verschillende gemeenten die over willen gaan tot een verbod op het gebruik van wilde dieren in circussen. Waarom wil de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie een onderzoek afwachten, waar lokale vertegenwoordigers van die partij al overtuigd zijn van het immorele karakter van het gevangen houden van dieren in circussen?

De heerCramer(ChristenUnie)

Ik probeer die twee vragen te combineren. Hoe beoordeel je het welzijn van circusdieren? Ons raadslid in Winschoten constateerde op dat moment dat er aanmerkelijke opmerkingen waren te maken over het circus: hij had het gezien en vond het vreselijk. Er zijn anderen die zeggen dat die dieren in veel circussen ontzettend goed worden verzorgd. Ik vind daarom dat de resultaten van dat onderzoek moeten worden afgewacht. Ik vind het een slag te snel om dit vooruitlopend op een lopend onderzoek te verbieden.

Ik heb ook vragen gesteld over de tijgermug. Die is op dit moment geen probleem, maar kan al snel wel een groot probleem worden. Inenten tegen tropische ziektes zoals knokkelkoorts en chikungunya is immers nog nietmogelijk. De mug kan overleven in Nederland en kan ook virussen van besmette reizigers overbrengen. Ik zou dus graag zien dat dit hoger op de actielijst wordt opgenomen. Daarom heb ik de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de tijgermug diverse pathogene virussen (knokkelkoorts en chikungunya) kan overbrengen en dat deze mug sinds de zomer van 2005 in Nederland geïmporteerd wordt met Lucky bamboo uit China;

constaterende dat in Nederland een convenant is afgesloten met importeurs dat heeft geleid tot vermindering, maar niet tot beëindiging van invoer van muggen en dat het convenant bovendien niet in rechte afdwingbaar is;

overwegende dat deskundigen het mogelijk achten dat de mug zich in Nederland voortplant en verspreidt, vooral in kassen;

verzoekt de regering om een voortzetting van de monitoring in en rond kassen waar nu en in het verleden Lucky bamboo heeft gestaan en zo spoedig mogelijk onderzoek te laten uitvoeren naar de aanwezigheid van tijgermuggen rond de invoerroute en de Kamer hierover te informeren;

verzoekt de regering tevens, importeurs van Lucky bamboo te verplichten deze planten na aankomst in quarantaine te plaatsen tot duidelijk is dat zich geen tijgermuggen dan wel hun eieren en larven meer op de planten bevinden en de Plantenkundige Dienst hierop toe te laten zien,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Cramer en Waalkens. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 122 (28286).

De heerCramer(ChristenUnie)

Laten wij eerlijk zijn: met deze nota's zijn de laatste woorden over het dierenwelzijn nog niet gesproken. Kijk maar naar alle onderzoeken en vervolgtrajecten die de minister in gang heeft gezet. Voor gedegen beleid voor dierenwelzijn is een deugdelijk afwegingskader noodzakelijk. Daarom heb ik samen met collega Waalkens een motie op dat punt ingediend.

MevrouwVan Velzen(SP)

Het is wel duidelijk waar de PvdA staat als het gaat om die 19 miljoen kippen die op dit moment in kooien zitten, maar u laat de motie boven de markt hangen. Gaat u die motie nu ter stemming brengen met alle andere moties die vandaag zijn ingediend? Of laat u haar hangen, zodat de minister telkens een excuus heeft om de motie, die is aangenomen, niet uit te voeren? Daarover krijg ik graag duidelijkheid.

De heerVan der Ham(D66)

Er is natuurlijk dat afwegingskader, maar tegelijkertijd zijn er de problemen van ondernemers en boeren die het allemaal wel willen maar die het niet kunnen betalen. Is de heer Cramer bereid om in die hele afweging mee te wegen welke fiscale en financiële prikkels er zouden moeten komen om boeren een beetje te helpen om aan die hoge en noodzakelijke dierenwelzijnseisen te voldoen? U zit in een coalitie en u kunt in de Kamer ook een meerderheid bepalen. Bent u daartoe bereid?

MevrouwThieme(PvdD)

Ik heb een vraag naar aanleiding van de moties over de Kleingruppenhaltung en het stimuleren van alternatieven. De minister heeft aangegeven dat zij de Kleingruppenhaltung gaat stimuleren. In de motie van Waalkens en Cramer staat dat stimuleringsmaatregelen ten aanzien van alternatieven moeten worden genomen. Dat betekent eigenlijk dat de minister niet de Kleingruppenhaltung mag stimuleren, want dat zou tegen de motie van Waalkens en Cramer ingaan. Ik vind het echt ontzettend onduidelijk wat de minister nou moet gaan stimuleren. U wilt de Kleingruppenhaltung stimuleren, maar Waalkens zegt dat andere systemen, dus niet de Kleingruppenhaltung, moeten worden gestimuleerd. Ik denk dat de minister met een totaal onduidelijke opdracht teruggaat naar haar ministerie.

De heerCramer(ChristenUnie)

Ik ga eerst in op de vraag van de heer Van der Ham over het afwegingskader en de financiële prikkels. Ik moet daar even over nadenken. Ik kan mij voorstellen dat je zoiets doet, maar dan zullen wij heel alert moeten zijn, enerzijds op de formulering op de motie – want volgens mij wil de heer Van der Ham dit graag bereiken – en anderzijds op de verhouding tot eventuele onderhandelingen op het gebied van de WTO en staatssteun voor dit soort zaken. Wij zijn in Nederland zorgvuldig in subsidieverlening. Je kunt dat niet zomaar ongericht doen. Dat hangt van een aantal actoren af.

Dan de motie over de groepshuisvesting. Volgens mij hebben enkele Kamerleden die motie niet goed gelezen. De motie roept de minister er niet toe op om de groepshuisvesting te stimuleren, maar om de Kleingruppenhaltung als minimumhuisvesting te zien. Het gaat dus niet om de verrijkte kooi, maar om een minimumhuisvesting. Dit is een belangrijke stap voorwaarts ten opzichte van de verrijkte kooi. Ook roepen wij in deze motie de regering op om te blijven nadenken. Dit sluit dus naadloos aan op de motie van mij en de heer Waalkens. In de motie staat dat dit nadenken in Europees verband moet gebeuren. Wij hebben hieraan toegevoegd dat de minister de andere productie moet stimuleren. Deze vraag van onze fractie is volstrekt in lijn met wat ik eerder heb gezegd. Ik zie dus geen onduidelijkheid. De ChristenUnie is voor een hogere standaard dan de verrijkte kooi. De Kleingruppenhaltung is een hogere standaard. De ChristenUnie is er ook voor om te blijven nadenken en te blijven ontwikkelen. Voor het dierenwelzijn is dit de enige haalbare weg.

MevrouwThieme(PvdD)

Betekent dit dat elke stimuleringsmaatregel die de minister neemt ten aanzien van de Kleingruppenhaltung ingaat tegen de wens van de Kamer? Stimuleringsmaatregelen mogen immers alleen maar gericht zijn op andere systemen dan Kleingruppenhaltung of batterijsystemen.

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Dit is natuurlijk afhankelijk van welke moties worden aangenomen. Ik ga ervan uit dat de motie die tijdens de behandeling van de begroting door de heer Cramer is ingediend, nu opnieuw in stemming komt.

De voorzitter:

Die komt in stemming.

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Er is namelijk nog niet over gestemd. Deze motie zit straks niet bij ons pakketje. Wij moeten daar dus heel alert op zijn.

De heerVan der Vlies(SGP)

Ik vraag mij af wat een pluimveehouder die zaterdag een beslissing moet nemen over zijn toekomst, moet doen. Kan hij uitgaan van de Kleingruppenhaltung of moet hij voor een hogere standaard kiezen? Dat is volgens mij het spanningsveld. Daarover zouden dit debat en de stemmingen duidelijkheid moeten leveren. De praktijk moet een signaal krijgen van wat wijsheid is. Natuurlijk is het wijsheid om het maximaal mogelijke te doen. Dit is echter vaak niet haalbaar. Daardoor kom je in een tussensituatie terecht.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Ik vraag mij af van welk walletje wij gaan eten, van het walletje van de ChristenUnie of dat van de Partij van de Arbeid? Het CDA manoeuvreert daar nog een beetje tussendoor. Dit kan natuurlijk niet, mijnheer Cramer. Uw partij is in de regering gegaan om een beetje dualistisch te kiezen. Ik wil u dus nogmaals vragen om een keuze te maken. U hinkt een beetje op twee gedachten. Dat lijkt mij niet eerlijk ten opzichte van de boeren en van de consument. Op zo'n manier moet je geen politiek willen bedrijven.

De heerOrmel(CDA)

Laten wij duidelijk zijn. Wij hebben behalve een Nota Dierenwelzijn ook een Nota Diergezondheid. Niet alleen het dierenwelzijn is van belang, maar ook de diergezondheid en de volksgezondheid. De CDA-fractie is daarom blij dat de motie van de ChristenUnie en het CDA over de Kleingruppenhaltung, alias de kippenrenstal, in stemming wordt gebracht. De motie-Waalkens/Cramer kan volgens de CDA-fractie zo worden verstaan dat er altijd onderzoek kan worden gedaan naar verbetering van welk systeem dan ook. Ook de huidige systemen, de volièrestal, de Freilandstall en de biologische stal kunnen worden verbeterd. Het is prima als daar geld voor komt.

De heerCramer(ChristenUnie)

Een aantal fracties suggereert dat de Kleingruppenhaltung hetzelfde is als de verrijkte kooi. Dat is niet zo. Er bestaat een aanmerkelijk verschil tussen beide. Ik ga dit niet allemaal herhalen. Dat verschil betreft niet alleen de snavel.

De minister geeft terecht aan dat de motie over de verrijkte kooi onevenredig grote schade voor de sector met zich meebrengt. Ik voel mij, juist als lid van een regeringsfractie, gedwongen om mee te denken over alternatieve oplossingen. De afwijzing van de verrijkte kooi betekent voor mij niet dat dan maar niets moet worden ondernomen. Een belangrijk deel van de sector zou dan omvallen. Deze houding van mij komt voort uit rentmeesterschap. De ChristenUnie heeft altijd gezocht naar een balans tussen economie en ecologie. Daarom zijn wij als ChristenUnie voor de Kleingruppenhaltung als minimumeis. Wij zijn er echter ook voor om te blijven ontwikkelen. Tegen de heer Van der Vlies wil ik zeggen dat een ondernemer die goed nadenkt en goed kiest, kijkt naar wat de voorkeur heeft in Nederland. Dat zijn biologische houderijen of scharrelkippenhouderijen. Dit heeft onze voorkeur. Maar wij zijn zo reëel om te zeggen dat een belangrijk deel van de productie naar het buitenland gaat. Wij willen daar een kwaliteitseis aan stellen. Daarom heb ik beide moties ingediend.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Voorzitter. Ik wil natuurlijk de bewindspersonen hartelijk bedanken voor hun beantwoording. Het valt mij op dat er, ook door mijn collega-Kamerleden, veel warme woorden gesproken worden over de theorie van diergezondheid en dierenwelzijn. Als het echter aankomt op de realiteit en het nemen van concrete maatregelen, waait er nog steeds een ijskoude wind in Nederland maar ook in de Kamer. Af en toe is sprake van een opmerkelijke venijnigheid. Wij moeten hier toch een debat over kunnen voeren?

Voelt de minister er iets voor om het ministerie van LNV om te dopen in het ministerie van LNVD, zodat Dierenwelzijn wordt toegevoegd aan de naam? Ook bij het ministerie zit het namelijk nog niet echt allemaal goed tussen de oren en moet er nog het nodige gebeuren.

Bij dierenwelzijn spreekt de GroenLinks-fractie niet alleen maar over paarden, pony's en circusdieren. Wij hebben het daar wel degelijk ook over de bio-industrie, waar natuurlijk evenzeer het nodige gedaan moet worden. De discussies in de Kamer over Kleingruppenhaltung geven af en toe wel weer aan dat het gescharrel met dierenwelzijn gewoon doorgaat. Dat betreur ik. Er moeten concrete maatregelen getroffen worden, maar die ontbreken eigenlijk een beetje. Wij moeten wachten tot wij een ons wegen en ondertussen vliegen de kiloknallers nog steeds de winkel uit. Consumenten worden te weinig voorgelicht en de GroenLinks-fractie wil daarom een aantal hardcore-maatregelen inzetten. Ik zal daarover dan ook een motie indienen.

Over de circusdieren houdt de GroenLinks-fractie zoals altijd de rug recht. Wij hebben niets tegen het circus, maar de wilde dieren moeten het circus uit. Wij houden onze rug recht en gaan niet mee met het kunstje van slappe knieën of van jongleren met principes. Ik betreur dat anderen dat wel doen, want wachten op nota's heeft nog nooit veel gebracht. Minister Verburg heeft eerder schriftelijk aangegeven dat zij wil kijken of de branche niet zelf een aantal maatregelen moet nemen. Dat lijkt toch een beetje op het verschijnsel van "de slager keurt zijn eigen vlees" en dat vinden wij niet goed. De overheid moet het zelf doen. Als de minister de consument gerelateerd aan de bio-industrie serieus neemt, dan moet zij bereid zijn om een aantal maatregelen in te zetten.

Ik dien de volgende moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de kloof tussen de consument en de afkomst van het voedsel steeds groter wordt;

overwegende dat openhartige informatie over het leven van boerderijdieren kan leiden tot verandering in het consumptiegedrag van consumenten;

verzoekt de regering, een voorlichtingscampagne te voeren die consumenten moet informeren over het verschil tussen de intensieve veehouderij en de biologische landbouw,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 123 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, producenten die legbatterijeieren in hun producten verwerken te verplichten om de consument hierover te informeren via duidelijke etikettering,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gent, Thieme en Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 124 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat voor honden identificatie en registratie vanaf 2011 verplicht is vanwege redenen rond zwerfdieren, welzijn, mishandeling etc.;

overwegende dat deze problemen ook bij katten spelen;

verzoekt de regering, de verplichte identificatie en registratie ook voor katten verplicht te stellen per 1 januari 2011,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gent, Thieme en Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 125 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aantal paarden in Nederland toeneemt;

overwegende dat in toenemende mate het probleem optreedt dat onbekend is wie de eigenaar is van een verwaarloosd paard;

overwegende dat identificatie en registratie van koeien al langer gebruikelijk is;

overwegende dat bij diefstal de opsporing vereenvoudigd kan worden;

verzoekt de regering, uiterlijk in 2011 te komen tot een diervriendelijk registratiesysteem gekoppeld aan de eigenaar van paarden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gent, Thieme en Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 126 (28286).

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Voorzitter. Tot slot wil ik een motie indienen over circussen. Mede gelet op de motie van de heer Waalkens heb ik gewikt en gewogen of ik deze motie nog wel in moest dienen. Ik ben wel blij met de motie van de heer Waalkens. Het zal nog een hele klus worden voor de heer Waalkens, voor mij en anderen om de rechte rug die wij nog hebben ook bij anderen te stimuleren. Wat ik een beetje jammer vind, is dat de heer Waalkens geen termijnen noemt. Het kan dus allemaal wat langer gaan duren. Daar ben ik niet zo voor. Volgens mij moeten wij wat concreter doorpakken. Ik sluit niet uit dat wij misschien nog in overleg gaan en een goede deal kunnen sluiten zodat wij uiteindelijk één motie hebben die op ten minste 76 stemmen kan rekenen. Alles overwegende wil ik mijn bijdrage daarom afsluiten met de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het houden van dieren in het circus in strijd is met de in de nota genoemde vijf vrijheden;

overwegende dat de samenleving en gemeenten zich tegen het gebruik van (wilde) dieren in het circus verzetten;

verzoekt de regering, uiterlijk per 1 januari 2010 het gebruik van (wilde) dieren (zoals gedefinieerd in het Dierentuinbesluit) in circussen te verbieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gent, Thieme en Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 127 (28286).

De heerVan der Ham(D66)

Voorzitter. Ik heb weinig tijd en begin daarom meteen met het indienen van een motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een hoger wettelijk niveau van dierenwelzijn gewenst is;

overwegende dat de transitie naar een wettelijk hoger dierenwelzijnsniveau consequenties voor de concurrentiepositie van boeren kan hebben;

verzoekt de regering om een aantal scenario's uit te werken waarbij hogere wettelijke eisen aan dierenwelzijn worden gekoppeld aan fiscale en/of andersoortige compensatiemaatregelen en deze scenario's ter beraadslaging aan de Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Ham. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 128 (28286).

De heerVan der Ham(D66)

Wij spreken heel vaak over een level playing field en dat soort gemeenplaatsen. Ik wil nu wel eens gekwantificeerd zien hoe wij eventuele problemen voor boeren kunnen compenseren met fiscale of andersoortige maatregelen. Dan weten wij wat het kost en dan kan de Kamer afwegen of zij dat wil. De ene partij zal daar harder in zijn dan de andere. Die financiële consequenties wil ik in hogere dan wel lagere scenario's graag uitgewerkt zien door de minister.

Ten slotte zeg ik even iets over de circusdieren. Daar heb ik ook iets in de media over geroepen. Wij zijn zeer ongerust over de circusdieren, want dat gaat toch te vaak fout. Het feit dat er over het algemeen geen dierenwelzijnsnormen voor zijn, baart ons zeker zorgen. Daarom waren wij vorig jaar al blij met de inzet van de minister om een onderzoek uit te voeren. Ik heb daar in mijn inbreng in eerste termijn dan ook niet over gesproken. Ik heb wel gesproken over het feit dat er in de nota geen aandacht was voor de intrinsieke waarde van circusdieren. Bij het onderzoek moet niet alleen maar de vraag worden betrokken hoe het geriefelijker kan worden gemaakt voor circusdieren. Ook moet ten aanzien van specifieke dieren worden gevraagd of het niet gewoon verboden moet worden. Sommige dieren moeten wij misschien daar gewoon niet hebben. Ik wacht het onderzoek van de minister af, maar ik wil wel dat die vraag ook uitdrukkelijk in dat onderzoek wordt gesteld, zodat wij daarover straks een goed inhoudelijk debat kunnen voeren.

Wij waren in principe al voor dat onderzoek, maar ik vind het wel heel gek dat het in de beeldvorming rond dit debat een week lang eigenlijk vooral over de circusdieren is gegaan. Ik kijk hier de media ook op aan. Het gaat daarbij zeker om grote problemen, maar het is niet gegaan over die 19 miljoen kippen waar het toch eigenlijk over had moeten gaan. Een aantal fracties, waaronder die van de ChristenUnie, zegt nog steeds het voorstel van de minister te steunen om tot die Kleingruppenhaltung over te gaan. Dat bezwaart mij. Ik hoop dat dit meer aandacht zal krijgen in de media dan alleen maar die circusdieren.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Dat komt door uw gedraai, mijnheer Van der Ham.

De heerVan der Ham(D66)

Dan heeft u niet goed opgelet, mevrouw Van Gent. U heeft een grote mond.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

En u heeft kleine principes.

MevrouwThieme(PvdD)

Voorzitter. Tijdens de verkiezingen heeft de heer Van der Ham gewoon gezegd: ja hoor, ik ben voor een verbod op de circusdieren. Dat deed hij in Paradiso. Ik weet het nog heel goed.

Vorige week koos elke fractie voor haar eigen stokpaardje, terwijl het overleg bedoeld was om helderheid te krijgen over een integraal dierenwelzijnsbeleid. Wij zullen de Kamer nu gaan vragen om een helder ja of nee te zeggen tegen de beloften die zijn gedaan in de verschillende verkiezingsprogramma's. Daartoe dien ik een groot aantal moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, een lijst met criteria en indicatoren op te stellen om te kunnen toetsen of naast Europese regelgeving aanvullend nationaal beleid voor dierenwelzijn noodzakelijk is en deze lijst binnen een halfjaar aan de Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 129 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, binnen twee maanden over te gaan tot ratificering van de Europese overeenkomst ter bescherming van kleine huisdieren (ETS-125, 1987),

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 130 (28286).

MinisterVerburg

Voorzitter. Ik heb een punt van orde. Ik hoor nu alleen het dictum van een motie. Voor mijn oordeel over een motie is het wel nodig om ook de overwegingen en dergelijke te horen.

MevrouwThieme(PvdD)

Die zijn er niet. U kunt daarbij verzinnen wat u wilt. Ik ga weer verder met het indienen van moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om binnen een halfjaar een plan van aanpak te presenteren dat erop gericht is, kalveren voor bepaalde tijd bij de moeder te laten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 131 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om per 2009 de kalverhouderij te verplichten om kalveren onbeperkte toegang tot water en ruwvoer te verschaffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 132 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, per 2009 de kalverhouderij te verplichten om alle kalveren op stro te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 136 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om per 2009 het importeren van levende kalveren voor de kalverhouderij te verbieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 135 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om per 2009 een fok- en houdverbod in te stellen voor runderrassen waarvoor het percentage keizersneden hoger ligt dan 50,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 134 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om binnen een halfjaar de Kamer een lijst toe te sturen van toegestaan verplicht afleidingsmateriaal dat voldoet aan de behoefte van varkens om te wroeten, spelen en onderzoeken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 133 (28286).

MevrouwVan Velzen(SP)

Voorzitter. Ik wil deze moties heel graag ondersteunen, maar mevrouw Thieme praat zo snel, dat ik niet eens weet waar ik mijn hand voor opsteek. Ik heb zelf nog vijf minuten spreektijd over. Ik wil die graag aan haar geven, zodat zij gewoon in een langzamer tempo kan voorlezen. Dan weet ik tenminste waar het over gaat.

MevrouwThieme(PvdD)

Dat aanbod neem ik graag aan.

De heerVan der Ham(D66)

Ik heb een punt van orde. In de eerste termijn heeft de PvdD niets gezegd, behalve: "het deugt niet". De PvdD heeft helemaal geen argumenten gegeven. De zinsnede "gehoord de beraadslaging" is normaal een beetje een leeg iets; je hebt immers al toegelicht wat je precies wilde. Mevrouw Thieme zegt die zin echter zonder iets te hebben toegelicht. Zij komt hier met een stoot aan moties, waarvan ik sommige zal steunen en andere misschien niet. Ik vind de manier waarop wij de beraadslaging voeren echter niet netjes. Mevrouw Thieme voert de beraadslaging niet. De eerste zin van haar moties deugt dus al niet.

MevrouwThieme(PvdD)

Wij hebben wel duidelijk aan de beraadslagingen in de eerste termijn meegedaan. Wij hebben aangekondigd dat wij moties zullen indienen ten aanzien van al die miljoenen dieren die op dit moment niet gehoord worden in de Tweede Kamer. Wij willen graag duidelijkheid van de andere fracties met betrekking tot hun verkiezingsbeloften. De heer Van der Ham heeft zich in dit opzicht al gediskwalificeerd, want hij houdt zich niet aan de belofte om een verbod op circusdieren in te stellen.

De heerVan der Ham(D66)

Misschien zullen wij dat over een halfjaar wel doen. Wat is dit voor onzin? Wij zijn aan het beraadslagen. Wij zijn naar elkaar aan het luisteren in deze Kamer. Wij proberen argumenten te wisselen. Als wij dat niet meer doen, dan kunnen wij beter ophouden, mevrouw Thieme.

De voorzitter:

Mijnheer Van der Ham, het punt dat u nu naar voren brengt, heeft de meerderheid van de partijen de vorige keer al naar voren gebracht in de richting van de PvdD. De fractie van de PvdD heeft de vorige keer geen inbreng gehad, of hoogstens twee regels, en heeft aangekondigd, de volgende keer – dat is dus nu – de spreektijd te benutten.

MevrouwThieme(PvdD)

Ik ga verder met de moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, per 2009 de varkenshouderij te verplichten om alle varkens in Nederland op stro te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 138 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, te komen tot een plan van aanpak voor aanvullend nationaal welzijnsbeleid voor vleeskuikens en vleeskuikenouderdieren, in aanvulling op de Europese pluimveerichtlijn, en dit binnen een halfjaar aan de Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. De indiening van deze motie wordt niet voldoende ondersteund. Zij hoort daarom niet tot de beraadslaging.

De heerVan der Ham(D66)

Ik wil de motie wel steunen. Ik ga niet kinderachtig doen.

De voorzitter:

Ik heb vijf handen nodig.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van de motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 137 (28286).

MevrouwThieme(PvdD)

Als deze motie niet procedureel wordt ondersteund, dan wordt een Kamerlid het recht onthouden om moties in te dienen.

Ik ga door met mijn volgende motie.

De heerVan der Ham(D66)

Hier heb ik geen zin in. Ik ga even naar het toilet.

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Ik wil toch een procedurele opmerking plaatsen. Er wordt een aantal moties ingediend, waarbij van mij gevraagd wordt om met het indienen ervan akkoord te gaan. Aan moties ligt beraadslaging ten grondslag. In deze moties is een aantal onderwerpen aan de orde waarover wij niet echt beraadslaagd hebben. Ik vind dat niet reëel. Als mevrouw Thieme zichzelf serieus neemt, dan moet zij dit een volgende keer echt anders doen. Anders gaan wij echt niet weer onze hand opsteken om de indiening van moties te ondersteunen. Ik vind dit procedureel geen correcte wijze om met elkaar om te gaan.

De heerOrmel(CDA)

Mevrouw Thieme heeft weinig spreektijd omdat zij niet zo veel kiezers achter zich heeft. Zij heeft het volste recht om die weinige spreektijd te gebruiken op de manier die zij wenst. Zij doet het nu op deze manier. Daarin steun ik haar. Als ik zo de geluiden uit de Kamer hoor, lijkt de kans dat haar vele moties worden aangenomen, mij echter niet zo groot.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Laten wij het een beetje zakelijk houden. Wij zitten hier niet in een procedurevergadering. Het gaat om de inhoud en niet om de afzender. Ik hoop dus dat iedereen daarmee zo verstandig mogelijk omgaat. Iedereen kiest zijn tactiek. Dat moet vooral zo blijven, zou ik zeggen.

De heerVan der Vlies(SGP)

Wij moeten in een dergelijke zaak formeel handelen. Formeel gezien kan het zo. Als het ons om de inhoud moet gaan, dan kan het zo natuurlijk niet. Het eerste is echter aan de orde en het tweede niet.

MevrouwThieme(PvdD)

Het mooie is dat al deze teksten bij de andere leden in hun verkiezingsprogramma's staan. Er is dus geen enkele verrassing bij.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, te komen tot een verbod op het houden van pluimvee in kooihuisvesting,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 139 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, te komen tot een verbod op het houden van pluimvee op een ondergrond van gaas,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 140 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om binnen een halfjaar met een plan van aanpak te komen om het welzijn van commercieel gehouden geiten, schapen, herten, kalkoenen, struisvogels, eenden en konijnen in kaart te brengen en te verbeteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 141 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om binnen een halfjaar over te gaan tot een verbod op het onverdoofd ritueel slachten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 142 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om binnen een halfjaar met een plan te komen om de transporten van dieren op lange afstanden slechts bij uitzondering toe te staan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 143 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om bij de ontwikkeling van integrale huisvestingssystemen voor landbouwhuisdieren, dierenwelzijn op zodanige wijze als basisvoorwaarde op te nemen dat gegarandeerd wordt dat geen versoepeling plaatsvindt van eisen ten aanzien van dierenwelzijn ten gunste van andere belangen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 144 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om een verbod in te stellen op het onverdoofd castreren van biggen en het couperen van staarten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 145 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om een verbod in te stellen op het knippen en vijlen van varkenstanden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 146 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

spreekt uit dat het ruimen van gezonde dieren geen onderdeel mag uitmaken van het beleid rond de aanpak van dierziekte-uitbraken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 147 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, een plan te presenteren voor de aanpak van dieronvriendelijke praktijken en slachterijen en dit aan de Kamer voor te leggen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 148 (28286).

MinisterVerburg

Ik verstond de tekst van deze motie echt niet. Ik hoor niet wat hier wordt gevraagd.

MevrouwThieme(PvdD)

De regering wordt verzocht om een plan te presenteren voor de aanpak van dieronvriendelijke praktijken in slachterijen en dat aan de Kamer voor te leggen.

De voorzitter:

Hoeveel moties dient u nog in?

MevrouwThieme(PvdD)

Nog een behoorlijk aantal. Wij gebruiken al onze spreektijd ervoor.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, over te gaan tot verplicht cameratoezicht op veemarkten en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 149 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, de AID onder het ministerie van Justitie te laten ressorteren in plaats van onder het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 150 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, een plan van aanpak op te stellen om te komen tot een verplichte etikettering van artikelen waarin bont is verwerkt en de Kamer hierover binnen een halfjaar te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 151 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om een einde te maken aan landelijke vrijstellingen voor de jacht op vossen, ganzen en konijnen en uit te gaan van maatwerk per provincie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 152 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, een jachtverbod in te stellen in draag-, rui- en zoogtijd van dieren waarop de jacht c.q. schadebestrijding met het jachtgeweer is geopend,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 153 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, een verbod in te stellen op het voeren van grote, ongedomesticeerde hoefdieren, inhoudende een verbod op lok-, tel- en observatievoer, inclusief aanleg van voerakkers in het leefgebied,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 154 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om bij het afgeven van afschotvergunningen voor grote hoefdieren zodanige voorschriften te stellen dat scheefgroei in de geslachtsverhoudingen en daaruit voortvloeiende populatieproblemen zoveel mogelijk voorkomen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 155 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om een verbod in te stellen op het houden van roofvogels door particulieren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 156 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de populatieontwikkeling van grote hoefdieren op de Veluwe in relatie tot afschotmethoden, voerverstrekking en geslachtsverhoudingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 157 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, een levenslang jachtverbod op te leggen aan jagers die zijn veroordeeld wegens het vervolgen van beschermde dieren zoals roofvogels,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 158 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, een totaalverbod in te stellen op de drijfjacht, inclusief de jacht op klein wild, zoals hazen en konijnen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Thieme. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 159 (28286).

MevrouwThieme(PvdD)

Wij mogen nu gebruikmaken van de spreektijd van mevrouw Van Velzen van de SP-fractie.

De voorzitter:

Zo gaan wij niet met spreektijden om.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

MevrouwOuwehand(PvdD)

Voorzitter. Ik heb begrepen dat er bij een notaoverleg voldoende ruimte is om moties in te dienen. Wij hebben heel bewust weinig spreektijd gebruikt voor andere opmerkingen. Ik wil graag ook een reeks moties indienen. Ik begrijp dat het ongemakkelijk is, maar wij vinden het nog veel ongemakkelijker dat de Nota Dierenwelzijn een aantal belangrijke punten laat liggen, dus ik wil graag ook mijn moties kunnen indienen.

De voorzitter:

Hoeveel moties hebt u?

MevrouwOuwehand(PvdD)

Ik heb er welgeteld 29.

De heerVan der Ham(D66)

Ik ga naar huis! Ik ga echt iets anders doen.

De voorzitter:

Ik denk, mevrouw Ouwehand, dat ik u daarvoor niet de tijd ga geven, want dan gaan straks alle Kamerleden naar huis. U kunt niet 29 moties indienen, want daar hebt u zeker een halfuur voor nodig. U hebt dit niet aangekondigd in de procedurevergadering.

MevrouwOuwehand(PvdD)

Ik kan snel voorlezen. Het lijkt mij gewoon het beste dat ik maar begin.

De voorzitter:

Ik kan u bij dezen zeggen dat u ergens tussen de tien en vijftien moties zult moeten stoppen.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

MevrouwOuwehand(PvdD)

Dan dien ik nu mijn moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, regelgeving te ontwerpen voor het doden van vissen en hiertoe het Besluit doden van dieren aan te passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 164 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, voor het doden van vissen het gebruik van de meest humane apparatuur die beschikbaar is, verplicht te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 163 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, te komen tot een verbod op het doden van paling met behulp van zoutbaden, en de Kamer hierover binnen een halfjaar te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 162 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, over te gaan tot een verbod op het gebruik van de meertandige weerhaak in de sportvisserij,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 161 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, regelgeving te ontwerpen voor het doden van ongewervelde dieren en hiertoe het Besluit doden van dieren aan te passen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 160 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, binnen een halfjaar een voorlichtingscampagne over pijn en stress bij vissen op te zetten voor beroepsvissers,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 168 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, te komen tot een landelijk plan van aanpak voor de verdere professionalisering van de opvang van gezelschapsdieren en de Kamer hierover binnen een halfjaar te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 167 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, nadere regelgeving op te stellen voor de huisvesting en verzorging van particulier gehouden gezelschaps- en hobbydieren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 166 (28286).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, binnen een halfjaar met een plan van aanpak te komen om de malafide hondenhandel tegen te gaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 165 (28286).

Mevrouw Ouwehand kan nog één motie indienen.

MevrouwOuwehand(PvdD)

Daar maak ik bezwaar tegen, maar ik kan er niets tegen doen.

Ik dien mijn laatste motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, binnen een halfjaar te komen tot een verbod op de verkoop van vissenkommen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 169 (28286).

De heerWaalkens(PvdA)

Voorzitter. Ik heb een vraag over deze laatste motie. Gaat het om ronde of vierkante vissenkommen?

De voorzitter:

Is dat een serieuze vraag? Wij moeten er geen gênante vertoning van maken. Dit is tenslotte wel de behandeling van een nota door de Tweede Kamer en wij moeten correct met elkaar omgaan.

De heerWaalkens(PvdA)

Het is wel degelijk een serieuze vraag.

De heerOrmel(CDA)

Ik heb geen vraag voor mevrouw Ouwehand, maar een punt van orde. Als wij in het verkeer met de regering na beraadslaging moties indienen en daarbij de overwegingen geven, verwachten wij van de regering dat zij een oordeel geeft en dat oordeel dan met redenen omkleedt. Ik zou de regering in overweging willen geven om over moties die worden ingediend zonder overwegingen, een oordeel te geven zonder dat dit met redenen is omkleed. Wij zijn gewend dat de regering meedeelt of zij het aannemen van een motie ontraadt, het oordeel erover aan de Kamer overlaat of de inhoud ervan opvat als ondersteuning van haar beleid. Uiteraard gaat de regering zelf over de manier waarop zij op deze moties reageert, maar ik geef haar in overweging om moties die zijn ingediend zonder overwegingen slechts van een oordeel te voorzien.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Ook ik heb een punt van orde. Het valt mij op dat mijn collega's zich een beetje laten kennen. De opstelling van de Partij voor de Dieren is een beetje stout. Dat vind ik niet per se fout. De woordvoerders van de PvdD hebben gekozen voor een bepaalde tactiek waarvoor ik niet zou kiezen, maar het is wel een tactiek. Het moet nu niet gaan over "oog om oog, tand om tand". De fractie van de PvdD heeft gekozen voor een bepaalde methode. Ik ga ervan uit dat de regering normaal op alle moties zal reageren, zodat wij in alle rust ons stemgedrag kunnen bepalen.

De heerVan der Ham(D66)

Ik ben het niet eens met de heer Ormel. Ik vind dat de regering over elke motie die wordt ingediend, op de normale manier een oordeel moet uitspreken. Dit mag geen precedentwerking krijgen. Verder wil ik nog eens zeggen dat ik het erg vind dat dit debat een travestie begint te worden, terwijl het over zo'n belangrijk onderwerp gaat. Ik vrees dat de woordvoerders van de Partij voor de Dieren door te kiezen voor dit soort manieren van werken, de uitgangspunten geen goed doen die ik met de PvdD deel.

De heerCramer(ChristenUnie)

Ik vraag de beide woordvoerders van de Partij voor de Dieren of zij de nota van de minister zullen steunen als alle moties worden aangenomen.

MevrouwVan Velzen(SP)

Eigenlijk zat ik te wachten op het moment dat de beide dames het programma van de Partij voor de Dieren zouden indienen. Volgens mij hebben zij over bijna alle voorstellen uit het partijprogramma moties ingediend. In een debat probeer ik mensen te overtuigen. Ik ben ervan overtuigd dat de woordvoerders van de Partij voor de Dieren graag willen dat alle voorstellen worden aangenomen die zij nu hebben ingediend. Waarom steken zij zo weinig moeite in het overtuigen van collega's? Dit komt het debat niet ten goede. Ik sta achter veel van de voorstellen die zij doen. De kansen dat voorstellen worden overgenomen zijn echter kleiner als zij met een dergelijke stortvloed komen zonder dat zij de voorstellen van tekst en uitleg voorzien.

De heerGraus(PVV)

De manier van werken waarvoor de Partij voor de Dieren op dit moment kiest, is niet mijn manier. Toch vind ik dat mevrouw Ouwehand de gelegenheid moet krijgen om haar moties in te dienen. Wij hebben immers afgesproken dat het indienen van moties niet ten koste zou gaan van de spreektijd. Mevrouw Ouwehand heeft het democratische recht om haar moties in te dienen. Zo zijn de reglementen.

De voorzitter:

Er wordt in de Kamer niet altijd op dezelfde manier omgegaan met het indienen van moties. Soms loopt tijdens het indienen de klok door. Ik vind dat ik behoorlijk ruim met de spreektijden omga.

MevrouwOuwehand(PvdD)

Ik dank mijn collega's voor alle goedbedoelde adviezen over de werkwijze die de Partij voor de Dieren zou moeten hanteren. Wellicht zijn er Kamerleden die niet goed hebben opgelet en hierdoor niet precies weten wat wij het afgelopen jaar hebben gedaan en hoe de minister daarop heeft gereageerd. Wij hebben bij voortduring vragen gesteld over knellende problemen op het vlak van dierenwelzijn. Wij hebben Kamervragen gesteld, schriftelijke overleggen geïnitieerd en vragen gesteld tijdens debatten. Telkenmale was het antwoord: wacht u maar tot de Nota Dierenwelzijn er is. Nu is die er en staat ons tien minuten spreektijd ter beschikking. Moeten wij deze tien minuten nu besteden aan een uitvoerige poging de Kamerleden te overtuigen? Mijns inziens hebben zij voldoende kennis kunnen nemen van alle overwegingen, afwegingen en knelpunten die wij in het afgelopen jaar hebben aangedragen. Nu moeten wij in de gelegenheid worden gesteld om moties in te dienen. In de Nota Dierenwelzijn, die ons steeds is beloofd, wordt immers niet ingegaan op tal van punten die wij hebben geagendeerd.

De voorzitter:

Toch ga ik u niet nog meer moties laten indienen. Het woord is aan de heer Van der Vlies van de SGP.

MevrouwThieme(PvdD)

Ik dacht dat "de dames" om een reactie werd gevraagd?

De voorzitter:

Oké, het woord is aan u.

MevrouwThieme(PvdD)

Wij hebben tijdens de behandeling van de landbouwbegroting vijftig minuten gesproken over alle dierenleed in Nederland en iedereen heeft daarvan kennis kunnen nemen. In de behandeling van de Nota Dierenwelzijn wordt daarop absoluut niet gereageerd. Wij vinden dat deze nota de dieren de komende jaren absoluut in een donkere wachtkamer zet. Daarom komen wij met deze moties. De heer Cramer zeg ik dat de wijze waarop ik de belangen van de dieren in de Kamer probeer te beschermen door zijn eigen jongerenorganisatie PerspectieF is beloond met de prijs Engel van het jaar. Kennelijk staat de opvatting van de heer Cramer haaks op die van zijn eigen jongerenorganisatie.

MinisterVerburg

Om misverstand te voorkomen, als mevrouw Thieme zegt dat er in de Nota Dierenwelzijn niet gereageerd is op wat haar fractie bij de begrotingsbehandeling heeft gezegd, wijs ik haar erop dat ik de nota op 12 oktober 2007 naar de Kamer heb gestuurd en dat de begrotingsbehandeling op 31 oktober 2007 is gestart...

De voorzitter:

Het woord is nu ten slotte aan de heer Van der Vlies.

De heerVan der Vlies(SGP)

Voorzitter. Ik heb geen spreektijd meer, maar ik wil nog wel een motie indienen, die ik al had aangekondigd. Volgens mij zijn de overwegingen helder, dus ik volsta met het voorlezen van de motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit recent literatuuronderzoek van de Animal Sciences Group (ASG) blijkt dat de gerapporteerde effecten van vloertypen, inclusief rubber matten, op het gedrag van vleeskalveren niet eenduidig zijn, en dat het onderzoek vooralsnog oriënterend en kleinschalig van karakter is;

overwegende dat het vloertype niet alleen effect heeft op het loop- en ligcomfort van vleeskalveren, maar ook op infectiedruk en stalklimaat;

overwegende dat vleeskalverhouders bij het aanleggen van rubberen matten voor forse investeringen gesteld worden en dat een zorgvuldige afweging daarom gewenst is;

overwegende dat de huidige hardhouten vloeren geen optimaal loop- en ligcomfort geven en dat een alternatief vloertype daarom gewenst is;

overwegende dat uiterlijk 2010 de welzijnsmonitor vleeskalveren beschikbaar komt;

verzoekt de regering, het voornemen om per 2009 rubberen matten verplicht te stellen in stallen waar vleeskalveren anders dan op stro gehuisvest worden, op te schorten;

verzoekt de regering, grootschalig praktijkonderzoek te faciliteren waarin alternatieve vloertypen vergeleken worden op de effecten op loop- en ligcomfort, infectiedruk en stalklimaat, dit onderzoek te koppelen aan de welzijnsmonitor voor vleeskalveren en op basis van de resultaten een besluit te nemen over verplichte toepassing van rubberen matten of andere vloertypen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Vlies, Ormel, Snijder-Hazelhoff en Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 170 (28286).

Hiermee is de tweede termijn van de kant van de Kamer afgerond en ik zou nu de vergadering willen schorsen voordat de ministers aan hun reactie beginnen.

MevrouwOuwehand(PvdD)

Voorzitter, ik wil nog graag even het woord over de orde. Het is mij onduidelijk, op basis van welke criteria je over je spreektijd heen mag gaan als je nog moties wilt indienen. Ik heb het gevoel dat het in ons geval een beetje nattevingerwerk is geweest en ik zou graag even het lijstje zien om te kunnen nagaan hoe ver andere fracties over hun spreektijd heen zijn gegaan. Ik wil er echt nog graag een aantal indienen.

De voorzitter:

Ik houd het hierbij en ik schors de vergadering.

De vergadering wordt van 15.43 uur tot 16.25 uur geschorst.

De voorzitter:

Zoals van tevoren is aangegeven, begint minister Klink met de beantwoording van de vragen en de reacties op de moties. Dan wil ik de Kamer kort gelegenheid geven voor eventuele vragen aan de minister. Daarna mag de minister deze vergadering verlaten en gaan wij verder met minister Verburg.

MinisterKlink

Voorzitter. Ik kan volstaan met het becommentariëren van twee moties. Daaruit kristalliseerden zich namelijk de vragen. De eerste motie was die van de heer Ormel: bieden wij wel voldoende voorlichting over degenen die dierproevenonderzoek doen, mede gegeven het feit dat heel veel van die onderzoeken voortvloeien uit wetgeving en uit het doel dat ermee wordt gediend, te weten de volksgezondheid? Gegeven het feit dat die dierproeven soms ook op een wettelijke verplichting berusten en de volksgezondheid als doel hebben, zou het de overheid niet misstaan om de Nederlandse samenleving in te lichten over de achtergronden van deze dierproeven. Zo heb ik in elk geval zijn motie verstaan. Ik zie de motie in zekere zin als ondersteuning van het beleid. Zoals wij vorige week hebben gemeld, proberen wij met de openbaarmaking van de afwegingen van de DEC's en het beleid van de vergunninghouders te werken aan dat draagvlak, al was het maar omdat met die openheid inzichtelijk wordt welke afwegingen plaatsvinden en welke doelen worden gediend. De universiteiten en de publieke wetenschappelijke instellingen werken op dit moment ook aan die openbaarheid. Er wordt dus van drie kanten aan de openbaarheid gewerkt: via de DEC's, via de vergunninghouders en via de wetenschappelijke instellingen.

Kan er niet een tandje bij? Ik heb gemeld dat de nota over de alternatieven die wij ontwikkelen voor de dierproeven mij het juiste aangrijpingspunt lijkt om iets meer en intensiever aan de voorlichting te werken. Daar komen in feite twee punten samen. Wij willen alternatieven, maar wanneer die niet mogelijk zijn – soms zijn ze niet mogelijk; u gaf zelf treffende voorbeelden van de gezondheidszorg die ermee gediend is – moeten wij inzichtelijk maken dat de polsstok op dat moment niet verder reikt. In dat opzicht wil ik twee sporen bewandelen. De ene kant is dat wij laten zien dat er met man en macht wordt gewerkt aan alternatieven en dat wij zo nodig financiën bijpassen. Maar de keerzijde daarvan is dat het soms noodzakelijk is.

Ik zal het punt van de vervolging opnemen met mijn collega, minister Hirsch Ballin, die over het feitelijke vervolgingsbeleid gaat.

U vraagt of wij een afschrift aan de Kamer kunnen toezenden van de brief aan degenen die de vinger hebben opgestoken rondom de veiligheid. Dat zullen wij zeker doen.

Ik kom bij de motie van de heer Cramer over de tijgermug. Hij vroeg om geïntensiveerde maatregelen in die zin dat de bamboe in quarantaine wordt geplaatst, zodat je je ervan kunt vergewissen dat er geen tijgermuggen zijn. In eerste termijn heb ik al gemeld dat de Plantenziektenkundige Dienst een en ander monitort. Er zijn geen muggen aangetroffen en zeker geen besmette muggen. Er is ook geen sprake van dat deze dieren zich hier voortplanten; daarvoor is ons klimaat simpelweg te koud. Daarom vind ik preventieve quarantaine op dit moment prematuur en eigenlijk ook niet proportioneel. Mocht uit de monitor naar voren komen dat er wel degelijk sprake is van gevaarzetting of van risico's van verspreiding, dan zullen wij zeker de nodige maatregelen nemen. Ook zullen wij dan overwegen om de producten in quarantaine te houden en te kijken in hoeverre er larven en dergelijke zijn. Dat lijkt mij nu echter disproportioneel, dus ik ontraad aanneming van deze motie.

De heerOrmel(CDA)

Ik dank de minister voor de steun aan mijn motie, maar ben niet geheel gerust over de uitleg die hij daaraan geeft. De minister zegt dat er aan voorlichting wordt gedaan. Datgene wat er gebeurt met dierproeven wordt immers meer openbaar gemaakt. Ik wijs de minister erop dat er wel misleidende campagnes zijn tegen dierproeven, maar dat daar op dit moment niets tegenover staat. Dat staat ook in de motie. In Nederland ontstaat daardoor een klimaat waarin sluipend dierenterrorisme nadrukkelijk in opkomst is. Dat is niet mis: dat is slecht voor Nederland, voor de mensen die in de sector werkzaam zijn en uiteindelijk ook voor de dieren. In mijn motie roep ik het kabinet op om wat verder te gaan dan het slechts openbaar maken van gegevens. Ik roep het nadrukkelijk op om op neutrale wijze duidelijk te maken wat het grote belang is van dierexperimenteel onderzoek. Naar mijn idee moet het kabinet die handschoen oppakken en op die wijze invulling geven aan mijn motie.

MevrouwOuwehand(PvdD)

Ik hoorde de minister zeggen dat het kabinet bezig is met de openbaarmaking. Kunnen wij daarover een voortgangsbrief tegemoet zien?

MinisterKlink

De heer Ormel vraagt ons om een tandje bij te zetten. Dat zal gebeuren, maar ik wil dat koppelen aan de nota over de alternatieven voor dierproeven. Dan is het immers mogelijk om meteen twee slagen te maken. Ondanks dat het ons ernst is om aan alternatieven te werken, is dat vaak niet mogelijk. Het doen van dierproeven is vaak noodzakelijk. Als ik het koppel aan de nota over de alternatieven voor dierproeven, laat ik enerzijds zien dat ik het maximale doe om alternatieven te ontwikkelen en zou ik anderzijds het noodzakelijke kwaad kunnen onderstrepen. Achter het zogenaamde noodzakelijke kwaad – wat dat betreft vindt de Kamer mij volledig aan haar zijde – schuilen heel goede doelen. Ik doel onder andere op de medicijnontwikkeling. Het is overigens niet voor niets dat er wettelijke voorschriften zijn. Terecht werd het voorbeeld genoemd van de probiotica in Utrecht. Wij zouden onverantwoord bezig zijn als wij minder dierproeven toestonden en het bij mensen waagden. Ik spreek dus niet eens over een kwaad maar over een noodzaak. Laten wij over de goede doelen communiceren. Ik herhaal dat ik bereid ben om er een tandje bovenop te doen, maar dat het mij goed lijkt om te wachten totdat de zojuist door mij aangehaalde nota verschijnt. Ik meen dat die in het voorjaar gereed zal zijn. Die nota zal vergezeld gaan van een voorlichtingscampagne op dit front.

In de brief van 17 oktober 2007 is aangekondigd dat het kabinet binnen een jaar rapporteert over de voortgang op het punt van de openheid. Ik kan mij voorstellen dat ook in de zojuist door mij genoemde nota aandacht zal worden besteed aan de vorderingen op dat terrein.

MinisterVerburg

Voorzitter. Ik dank de Kamer voor de inbreng in tweede termijn.

Ik begin met de motie van mevrouw Van Velzen op stuk nr. 101. Een aantal aspecten voor het voeren en drenken van kalveren zijn Europees voorgeschreven, zoals een minimumhoeveelheid ruwvoer en voldoende ijzer om het hemoglobinegehalte op minimaal 4,5 mmol/liter te houden. Op dit moment vindt Europees onderzoek plaats en er wordt een Europese welzijnsmonitor ontwikkeld. Het resultaat van een en ander zal meer duidelijkheid brengen, niet alleen over het Hb-gehalte, maar ook over de welzijnsaspecten huid, vacht, eetlust, conditie, luchtwegen et cetera. Ik stel de Kamer voor, de resultaten van dat onderzoek af te wachten en op Europees niveau met elkaar te bezien wat ons te doen staat. Ik zeg dit ook, omdat hier sprake is van een consumentenprobleem. Als het Hb-gehalte omhoog moet, hebben wij nog wel te maken met de afnemer. De consument geeft aan, aan een bepaalde smaak gehecht te zijn. Nogmaals, ik wacht het resultaat van het Europese onderzoek af. Dan zullen wij bezien, hoe wij in Europees verband hierover besluitvorming kunnen plegen. Ik ontraad aanneming van deze motie.

Wat de motie van mevrouw Van Velzen op stuk nr. 102 betreft, heb ik vorige week maandag al aangegeven dat ik mij zeer wel thuis voel bij de suggestie die hierover is gedaan door de heer Waalkens, namelijk het uitsluiten van stieren voor de fokkerij die door de overdracht van een expressief gen bijdragen aan de noodzaak tot het verrichten van keizersnedes. Dat vind ik een interessante gedachte, waarvoor ook in de sector belangstelling bestaat. Ik wil met de sector afspreken dat zij de fokkerij op deze wijze aanpast. Dan is een verbod door de overheid ook niet nodig. Ik ontraad aanneming van deze motie derhalve.

De motie van mevrouw Van Velzen op stuk nr. 103 leidt mij tot de volgende opmerkingen. In de Nota Dierenwelzijn hebben wij op dit punt een fasering aangegeven. Ik heb hierover gesproken met de Sectorraad paarden, die heeft aangegeven binnen een jaar met concrete voorstellen te komen. Binnen drie jaar moeten die voorstellen en verbeteringen daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Ik denk dat het verstandig is om daarop te wachten, omdat hoewel paarden zo aantrekkelijk zijn en zoveel mensen belangstelling hebben voor een eigen paard of pony, of voor paardrijden – op zichzelf een leuke sport – sommigen nog niet goed weten hoe je met een paard of pony moet omgaan. Sommigen denken dat je een pony net zo kunt behandelen als een fiets. Het is daarom beter om de belangenorganisaties de verantwoordelijkheid te geven. Ik ontraad aanneming van deze motie op dit moment. Mochten er binnen een jaar geen voorstellen zijn, dan is duidelijk dat de overheid aan zet is, aangezien de sector haar kansen dan heeft verspeeld.

Mevrouw Van Velzen verzoekt de regering in haar motie op stuk nr. 104 om met inachtneming van het bestaande convenant, de principeafspraak in ere te herstellen en structureel een derde bij te dragen aan het budget van de LID. Ik wil nog eens duidelijk maken dat er geen afspraak is dat LNV een derde van de kosten van de LID voor zijn rekening neemt. Wel hebben wij in 2007 de bijdrage van € 182.000 verhoogd tot € 300.000. Dit lijkt mij een flinke stap. In 2007 heb ik met de LID een samenwerkingsconvenant gesloten. De aanpak op basis van samenwerking functioneert naar tevredenheid. Daarom ontraad ik aanneming van deze motie.

Mevrouw Van Velzen verzoekt de regering in haar motie op stuk nr. 105 om in overleg met de georganiseerde hengelsport het verbod op rallyvissen zonder uitzonderingen te implementeren. Dit verbod heeft de Sportvisserij Nederland zelf ingesteld. De rallyvisserij is ontstaan in Groningen en Friesland. In deze regio's is een overgangstermijn ingesteld die loopt tot 2010. Ik ben niet van plan om een wettelijk verbod te implementeren. Hierdoor zou ik aan een private afspraak een wettelijke status geven. Op zo'n korte termijn is dit niet mogelijk. Wel ben ik bereid om Sportvisserij Nederland te vragen om de overgangstermijn te heroverwegen. Het aannemen van de motie ontraad ik echter.

In haar motie op stuk nr. 106 verzoekt mevrouw Van Velzen de regering, geen Kleingruppenhaltung of verrijkte kooi als minimum verplicht te stellen, maar er in Europa op aan te dringen, slechts scharrel of volière toe te staan. Tevens verzoekt zij de regering, de sector te helpen om de markt voor eieren uit alternatieve houderijsystemen te vergroten. Ik heb de Kamer al eerder laten weten dat een verbod op de verrijkte kooi te grote negatieve gevolgen heeft voor de sector en dat dit zou leiden tot een grootscheepse verplaatsing van een deel van de productie naar het buitenland. Ik zoek daarom net als de Kamer naar een alternatief, dat het welzijn verbetert en tevens op het gebied van milieu en economie voldoende scoort. De Kleingruppenhaltung voldoet daaraan naar mijn mening. Ik deel de wens om de markt voor eieren van alternatieve houderijsystemen te stimuleren. Het aannemen van deze motie ontraad ik echter.

In haar motie op stuk nr. 107 verzoekt mevrouw Van Velzen de regering, het toezicht op juiste toepassing van de elektrische bedwelmingsmethode te verscherpen en bij nieuwbouw en renovaties van pluimveeslachterijen de gasbedwelmingsmethode voor te schrijven. De gangbare methode van verdoven is een elektrische verdoving in een waterbak. Gevraagd wordt of het niet mogelijk is om te verdoven voordat de kuikens aan de haken worden gehangen. Er zijn hiervan nog geen praktijkervaringen, maar ik ben er wel benieuwd naar. De verwachting is dat deze methode welzijnsvriendelijker is. Als dit in de praktijk blijkt, juich ik zo'n ontwikkeling toe. Ik verwacht dat bij renovatie en nieuwbouw van slachterijen zal worden gekozen voor deze methode. Een verplichting hiertoe vind ik te vroeg. Het lopende onderzoek naar diervriendelijke slachtmethoden geeft ook geen aanleiding om het toezicht aan te scherpen. Alles overziende ontraad ik het aannemen van deze motie.

Verder heeft mevrouw Van Velzen motie op stuk nr. 108 ingediend, waarin zij de regering verzoekt om de import van producten van vossen- en chinchillabont in Nederland te verbieden. Tevens verzoekt zij de regering om in Europa het debat over vossen en chinchilla's te intensiveren, met als eerste doel een Europees verbod op het fokken van vossen en chinchilla's voor bont. Een verbod op de handel in chinchilla- en vossenbont belemmert de handel. Zowel volgens de regels van de Europese Unie als van de WTO zijn handelsbelemmerende maatregelen in beginsel verboden. Daarop bestaan uitzonderingen, zoals de zeehonden. Zij kunnen een beschermde status hebben. Het aspect van de handelsbelemmerende factoren is hieraan dan ondergeschikt. Ik denk dat het niet goed is deze motie nu aan te nemen. Ik ontraad derhalve aanvaarding ervan. In algemene zin zeg ik wel dat op Europees niveau de discussie over vossen- en chinchillabont gevoerd zal worden.

In haar motie op stuk nr. 109 verzoekt mevrouw Van Velzen de regering aan te geven welke diersoorten in Nederland gehouden worden voor dierlijke producten en om voor deze soorten een onderzoek in te stellen naar welzijnsaspecten. Zij verzoekt de regering tevens regelgeving op te stellen om ervoor te zorgen dat het welzijn van dieren in deze sectoren gegarandeerd is. In dat kader verwijs ik graag naar mijn Nota Dierenwelzijn; dat geldt ook voor het punt dat mevrouw Van Velzen vorige week maakte toen zij een aantal dieren toevoegde. In de Nota Dierenwelzijn heb ik aangegeven ook voor de sectoren schapen, geiten, konijnen, kalkoenen en eenden een welzijnsanalyse te laten uitvoeren. Ik heb toegezegd dat ik voor struisvogels en herten een quickscan zal laten maken. Dit alles betekent dat ik deze motie overbodig vind.

De voorzitter:

Er zijn 70 moties ingediend. Dat is nogal wat. Het woord is aan mevrouw Van Velzen die de minister nog een verhelderende vraag wil stellen. Het is een beetje ingewikkeld als de minister straks alles weer terug moet halen.

MevrouwVan Velzen(SP)

Voorzitter. In mijn motie op stuk nr. 101 over bloedarmoede bij kalveren heb ik al gewezen op een onderzoek van de EFSA. Dit toch gerenommeerde instituut geeft aan dat het anders moet. Het komt met een advies dat ik in mijn motie heb opgenomen. Kan de minister daarop reageren in plaats van te verwijzen naar weer een ander onderzoek?

Toen de LID werd opgericht, financierde de Staat 30%. Ik wil van de minister een reactie vernemen op mijn oproep in de motie op stuk nr. 104 om dat vol te houden.

Ik heb in mijn motie op stuk nr. 105 over het rallyvissen niet gepleit voor een wettelijk verbod. Ik heb het inderdaad niet heel zuiver geformuleerd. De organisatie heeft het verbod zelf ingesteld. Ik ben blij met de toezegging van de minister om in overleg te treden om dat verbod sneller te implementeren.

Wat betreft mijn motie op stuk nr. 109 geeft de minister aan dat er bij een verbod op vossen- en chinchillabont sprake zou van handelsbelemmeringen. Dat geldt inderdaad ook voor zeehondenbont, maar voor de SP-fractie spelen overwegingen op het gebied van ethiek en dierenwelzijn ook een rol. Wil de minister een verbod op de handel in vossen- en chinchillabont instellen? Wat is haar inzet in de Europese discussie op dit punt?

MinisterVerburg

De EFSA heeft inderdaad een rapport opgesteld. Dat wordt meegenomen in de ontwikkeling van een Europees welzijnsonderzoek, dat meerdere punten bevat. Het maakt nog maar eens duidelijk dat Nederland met de Nota Dierenwelzijn vooroploopt. De totale Europese aanpak wordt eind dit jaar of in de loop van 2009 verwacht. Het EFSA-rapport heeft daarmee te maken.

Over de LID zegt u dat bij de oprichting van die dienst een convenant is gesloten. Ik heb geen aanwijzingen dat dat het geval is voor financiering van een derde deel door LNV. De jaarlijkse bijdrage van € 182.000 wordt verhoogd tot € 300.000. Deze behoorlijke geste is bijna een verdubbeling. Ik zie geen aanleiding dat bedrag nu nog verder te verhogen, hoewel ik niet eens weet of wij daarmee niet boven een derde deel van de financiering van de LID zitten. Ik beschik niet over de LID-begroting.

Het is mooi dat u niet een wettelijk verbod op het rallyvissen wilt implementeren. Ik zal met Sportvisserij Nederland overleggen wat de mogelijkheden zijn voor het verbod, wat de reden is en of dat nog versneld kan worden. Ik stel vast dat het rallyvissen door de organisatie wordt afgeschaft. Ik persisteer in mijn oordeel over uw motie.

Voor zeehondenbont geldt het bijzondere argument van de instandhouding van de zeehonden. Dat aspect speelt bij vossen en chinchilla's geen rol. Dat houdt in dat wij alleen maar op Europees niveau kunnen opereren.

Dan kom ik op de moties ingediend door de heer Ormel. De eerste motie heeft de heer Ormel mede namens de heer Waalkens ingediend. Daarin wordt de regering verzocht een centrale, transparante en onafhankelijke registratie van het gebruik van receptplichtige diergeneesmiddelen bij landbouwhuisdieren te bevorderen. Ik deel de mening dat een centrale, transparante en onafhankelijke registratie kan helpen om een verantwoord gebruik van diergeneesmiddelen te bevorderen. Vorig jaar heeft het Landbouw-Economisch Instituut in samenwerking met de Animal Science Group de opdracht gekregen om een verkennende studie te doen naar de mogelijkheden om in Nederland te komen tot een centrale registratie van diergeneesmiddelen in het algemeen en antibiotica in het bijzonder. Ook registratiesystemen zoals die in het buitenland worden gebruikt, waaronder Denemarken, zullen daarbij worden bekeken. Ik wil de resultaten van de studie, maar ook de verkenning van de ons omringende landen graag hierbij gebruiken. Ik laat over deze motie het oordeel over aan de Kamer.

De heer Ormel verzoekt de regering verder om de mogelijkheden te onderzoeken om te komen tot een privaatrechtelijke orde van dierenartsen. Ik begrijp en deel de zorg om de positie van dierenartsen. Die is aan verandering onderhevig. Ik wil mijn bijdrage leveren aan een privaatrechtelijke orde, maar het is goed om te benadrukken dat er niet volgend jaar een privaatrechtelijke organisatie kan zijn. Wij hebben het over privaatrecht en dat betekent dat het mij als verantwoordelijk minister past om daar niet een publiekrechtelijk geheel van te maken. Ik zal bekijken welke inspanningen mogelijk zijn. Daarbij ga ik uit van een privaatrechtelijk systeem. Ik laat het oordeel over de desbetreffende motie over aan de Kamer.

In de motie op stuk nr. 113 van de heer Ormel en mevrouw Snijder-Hazelhoff wordt de regering verzocht om in overleg met het KWPN te bevorderen dat de toekomst van het Gelderse paard wordt veiliggesteld. Ik heb wellicht avant la lettre een bijdrage geleverd aan het invullen van deze motie. Ik heb namelijk afgelopen zaterdag een bezoekje gebracht aan de KWPN-hengstenkeuring. Persoonlijk heb ik mij ervan kunnen overtuigen dat de twee Gelderse hengsten, die overigens niet alleen op bloedlijnen worden geselecteerd, maar ook op karakter enz., zijn toegelaten tot het verrichtingsonderzoek. Dat is mooi. Over deze motie laat ik het oordeel over aan de Kamer.

De leden Ormel en Graus verzoeken de regering in een motie om de veelzijdige contacten tussen mens en dier te blijven toestaan en bevorderen, met als uitgangspunt het respect voor de intrinsieke waarde van het dier. De gedachte achter deze motie ligt ten grondslag aan mijn hele Nota Dierenwelzijn, maar ook aan mijn beleid. Ik onderstreep dat het van geweldig groot belang is dat mensen een respectvolle omgang hebben met dieren. Vanmiddag en vorige week is dat in het debat af en toe een beetje onder water geraakt. Hieraan wil ik toevoegen dat het juist belangrijk is voor kinderen om kennis te maken met dieren, te leren omgaan met dieren en respect te hebben voor dieren, maar ook om te weten hoe je bijvoorbeeld een pony behandelt, om een pony tot zijn recht te laten komen op stal, als gezelschapsdier, sportdier, enz. Over deze motie laat ik het oordeel aan de Kamer over.

De heerOrmel(CDA)

Voorzitter. Ik heb een vraag aan de minister over de motie op stuk nr. 111 over de orde voor dierenartsen. Ik merk dat zij wat worstelt met de vraag of het privaatrechtelijk of publiekrechtelijk moet zijn. Ik hecht niet zozeer aan het ofwel privaatrechtelijk ofwel publiekrechtelijk zijn. Als de minister zegt dat zij het beter publiekrechtelijk kan invullen, dan ben ik bereid om de motie daartoe aan te passen.

MevrouwVan Velzen(SP)

Voorzitter. Ik snap niet zo goed wat de motie op stuk nr. 114 concreet inhoudt. Als die motie door de Kamer aangenomen wordt, wat gaat de minister dan doen wat zij tot nu toe niet deed? Of wat gaat zij laten wat zij tot nu toe wel deed?

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Voorzitter. Ik worstel ook een beetje met die vraag. In de reactie op de motie op stuk nr. 109 van het lid Van Velzen constateert de minister dat deze motie overbodig is omdat het ten aanzien van herten en struisvogels al gebeurt. Bij de motie op stuk nr. 114 van de leden Ormel en Graus zegt de minister: dat is nu precies wat in mijn Nota Dierenwelzijn staat. Ik zou dan zeggen dat de motie overbodig is. Maar dan zegt de minister: ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer over. Dat is dus een beetje gekke tactiek van de minister. Ik hoor daar graag een toelichting op.

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Voorzitter. Ik heb nog een vraag over de motie op stuk nr. 111. Waarom wil de minister hiermee in zee gaan? Waarom wil zij er zelfs een publiekrechtelijk orgaan van maken? Gaat zij hiermee niet voorbij aan haar eigen bevoegdheid om via het tuchtrecht in te grijpen? Dit kabinet wil niet dat er veel administraties naast elkaar worden gevoerd. Ik verbaas mij erover dat het dan toch nog weer zo'n publiekrechtelijk orgaan wil optuigen.

MinisterVerburg

Voorzitter. Om misverstand te voorkomen: ik wil geen publiekrechtelijke orde van dierenartsen. Wat privaatrechtelijk betreft, heb ik de heer Ormel al geschetst wat mijn positie daarin is. Ik moet daar wat terughoudend in zijn. Toch zal ik een stapje doen om dat gesprek aan te gaan, maar de dierenartsen zijn zeer wel in staat om zelf zo'n orde op te starten.

Ik heb inderdaad gezegd dat het gestelde in de motie op stuk nr. 114 helemaal past in mijn beleid ten aanzien van dierenwelzijn. Ik denk dat het goed is dat in de Kamer nog eens wordt geaccentueerd hoe belangrijk het is dat mensen met dieren leren omgaan en dat dit ook respectvol gebeurt. Ik heb aangegeven dat dit ook juist voor kinderen van belang is. Ik laat het oordeel over deze motie over aan de Kamer. De Kamer gaat over haar eigen vragen. Als mevrouw Van Gent het niet erg vindt, dan ga ik over mijn eigen oordelen. Ik zie de motie als een ondersteuning van en een stimulans voor mijn beleid.

Ik kom te spreken over de motie op stuk nr. 115 van de leden Snijder-Hazelhoff en Ormel waarin de regering wordt verzocht om dierenspeciaalzaken, import en groothandel van overige diersoorten te betrekken bij het overleg ter voorbereiding van een privaat certificatiestelsel. Ik zie dat de sector dat graag wil. Ik ga ervan uit dat het een vrijwillig certificatiestelsel wordt en ik laat hierover het oordeel aan de Kamer.

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Voorzitter. Wij willen een privaat certificatiesysteem, maar wij hopen natuurlijk toch dat de minister daar een oog op werpt. Ik heb ook gezegd: verplicht tussen aanhalingstekens. Wij verwachten wel dat de minister op enig moment dierenspeciaalzaken en allerlei handelaren controleert en dan wel kijkt of zij gecertificeerd zijn. Dat is natuurlijk wat wij wensen.

Ik heb ook nog een paar vragen gesteld. Ik had natuurlijk nog mijn spreektijd in tweede termijn. Ik hoop dat de minister ook nog antwoorden geeft op die vragen. Ik heb bijvoorbeeld een vraag gesteld over de budgetten voor diergeneesmiddelen voor de kleine diersoorten. Komen die antwoorden nog?

MinisterVerburg

Ik wil wel kijken naar de geneesmiddelen voor kleine diersoorten.

Voorzitter. Als ik alle moties zorgvuldig van een oordeel moet voorzien, dan ben ik als was in uw handen, maar dan heb ik wel even tijd nodig. De Kamer heeft veel tijd nodig gehad voor de tweede termijn. Als zij van mij zorgvuldigheid vraagt, en dat mag zij van mij verwachten, dan heb ik toch ook even tijd nodig om de inbrengen te becommentariëren.

MevrouwSnijder-Hazelhoff(VVD)

Wij hebben gewoon in eerste en tweede termijn met de minister gedebatteerd. Ik heb mij keurig aan mijn spreektijd gehouden. Ik heb in tweede termijn één motie ingediend. Ik had drie vragen. Daarbij was een vraag over de vouchers en de vraag of de minister iets aan de marktwerking wil doen. Als ik de minister goed begrijp, gaat zij daar niet meer op in.

De voorzitter:

De minister heeft de vraag van mevrouw Snijder duidelijk gehoord. Ik vraag de minister om ook de vragen die in tweede termijn zijn gesteld, zo mogelijk te beantwoorden.

MinisterVerburg

Dat zal ik met vreugde doen. Ik ga ervan uit dat de hele branche zo gemotiveerd is voor een privaat stelsel dat zij zich daarbij aansluit. In de monitoring die wij ieder jaar gaan uitvoeren, zullen wij de stand bijhouden. Vervolgens zullen wij bekijken wat verder nodig is. Eigen motivatie en een privaat certificeringsstelsel, zoals wij dat ook aan het invoeren zijn voor de veetransporten enzovoorts, vormen mijn vertrekpunt. Daarbij ga ik er in eerste instantie van uit dat de sector dit zelf graag wil en dat dit een vrijwillig karakter heeft.

Ik ben bereid om te bekijken of er meer kleine sectoren zijn waar niet-geregistreerde diergeneesmiddelen kunnen worden gebruikt.

Mevrouw Snijder merkt op dat de vraag van de consument onderbelicht blijft en vraagt in welke mate ik marktgericht denken op Europees niveau zal verwezenlijken. De beste aanpak daarvoor vormen afspraken in de keten, waarin ik veel vertrouwen heb. Daarbij gaat het om de markt, maar dan wel om alle sectoren in de markt. Als overheid kan ik niet in mijn eentje met een toverstokje het gedrag van consumenten veranderen, al hoopt deze Kamer dat soms en zou ik het zelf ook soms willen. Daarvoor zijn dus de partijen in de keten nodig, bijvoorbeeld de verwerkende sector en supermarktorganisaties. Deze partijen in de keten worden steeds gemotiveerder om hun bijdrage daaraan te leveren.

De heerOrmel(CDA)

Ik heb gevraagd of het LICG het aanspreekpunt wordt voor het hobbymatig en als gezelschapsdier houden van dieren en hoe het LIGC zich verhoudt ten opzichte van hobbydierhoudersverenigingen, paardenverenigingen et cetera.

MinisterVerburg

Het LICG is een onafhankelijk voorlichtingscentrum en die andere verenigingen zijn belangenorganisaties, die belangen bepleiten. Het LICG is erop gericht informatie en voorlichting te geven.

De heerOrmel(CDA)

Als ik een paard aanschaf en naar de website bij uitstek wil om daarover voorlichting te krijgen, hoe ziet de minister dat dan?

De voorzitter:

Er komen nog 70 van zulke punten aan bod. De minister heeft haar antwoord gegeven.

MinisterVerburg

In de motie van de leden Waalkens en Cramer wordt de regering verzocht, de doorontwikkeling van alternatieve huisvestingssystemen voor vleeskuikens te faciliteren, daaraan hoge prioriteit te geven en de Kamer een overzicht te geven van stappen die de regering gaat zetten. Het ontwikkelen van integraal duurzame bedrijfssystemen heeft bij mij een hoge prioriteit, overigens niet alleen voor vleeskuikens maar ook voor andere dieren. Er is inmiddels een voorbeeld, het ontwerp onder de naam "het Rondeel". In de nota heb ik opgenomen dat ik proefversies van nieuwe integraal duurzame pluimveestallen financieel zal ondersteunen. Daarover zal ik de Kamer van tijd tot tijd informeren. Ik zie deze motie dan ook als ondersteuning van beleid.

Met de motie op stuk nr. 117 wordt de regering verzocht, de Kamer te informeren over de toepassing van een ethisch afwegingskader op toekomstige besluiten die raken aan dierenwelzijn. In mijn eerste termijn heb ik aangegeven dat ik het heel moeilijk, zo niet onmogelijk vind om te komen tot een algemeen ethisch afwegingskader. Ik geloof daar niet in. "Zo veel hoofden, zo veel zinnen", luidt het gezegde immers. De Kamer kan zich daarbij wel iets voorstellen. In afzonderlijke situaties, zoals bij het doden van mannelijke eendagskuikens, ben ik wel bereid om de ethische kant te onderzoeken. Het aannemen van een motie met als doel, te komen tot één afwegingskader, moet ik dan ook ontraden.

Op de motie van de heer Waalkens, waarin de regering verzocht wordt, een landelijk verbod op het gebruik van wilde dieren in circussen voor te bereiden en in wetgeving aan de Kamer voor te leggen, is mijn reactie dezelfde als die op de motie op stuk nr. 127 van mevrouw Van Gent. Ik heb al aangekondigd dat ik een onderzoek doe naar het welzijn van circusdieren. Dat onderzoek loopt al. In de loop van dit jaar komen de resultaten daarvan. Ik vind het verstandig dat een aantal Kamerleden het resultaat daarvan afwachten en dan opnieuw willen bekijken wat nodig is.

De heerWaalkens(PvdA)

Ik begrijp best de worsteling waarmee je te maken hebt bij het ontwikkelen van een ethisch afwegingskader. Dat laat onverlet dat het uitspreken daarvan een aansporing zou kunnen zijn om daar wel aan te beginnen. Wat de motie op stuk nr. 118 over het gebruik van wilde dieren in circussen betreft: mijn overweging is geweest dat het geen redelijk doel dient. Daaraan gaat de minister voorbij. Ook in het onderzoek gaat het alleen om het wegnemen van ongerief, dus om dierenwelzijnsaspecten, terwijl dit gaat om de verbinding tussen doel en inzet.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Vorig jaar hebben wij een brief van de minister gekregen naar aanleiding van de inbreng in het verslag van het schriftelijk overleg over de richtlijnen voor circussen. Op pagina 2 stelt de minister dat er wel mogelijkheden zijn; daarbij wijst zij op artikel 65 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Voor dierentuinen zijn echter allerlei regels vastgesteld middels AMvB's. Vindt de minister het niet nodig om dat voor circussen te doen? Zij gaat mij toch niet zeggen dat wilde dieren in circussen het beter hebben dan de wilde dieren in dierentuinen? Ik wil echt dat de minister daar werk van maakt, want anders zijn wij straks weer een jaar verder. Dat is een beetje de tactiek: dan hoeven wij intussen niets te doen. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.

MevrouwVan Velzen(SP)

Is de minister bereid om op z'n minst een gebaar naar de Kamer te maken en de Kamer te betrekken bij de onderzoeksopdracht, zodat wij daarin kunnen meesturen?

De heerVan der Ham(D66)

Ik heb in mijn termijn gevraagd of de minister de intrinsieke waarde van het beest uitdrukkelijk wil meenemen. Ook de heer Waalkens heeft daarop gewezen. De conclusie van dat onderzoek zou dan kunnen zijn: dat dier wel in het circus en dat dier niet.

MevrouwOuwehand(PvdD)

Mevrouw Van Velzen heeft mijn vraag deels al verwoord, maar gelet op de grote en heftige discussie die wij hebben gevoerd, zou het chic zijn als de minister over de onderzoeksopzet en de voortgang een overleg met de Kamer durft aan te gaan, zodat wij van daaruit weer verder kunnen.

MinisterVerburg

De heer Waalkens en mevrouw Van Gent vroegen naar het argument dat het gebruik van wilde dieren in circussen geen redelijk doel dient. Daarover verschillen de heer Waalkens en ik al van mening. Ik vind dat er in circussen ook een educatief element kan zitten. Daarover kunnen wij van mening verschillen. Ik geef aan dat dat een feitelijk onmogelijke vraag is; dat geldt ook voor het ethisch toetsingskader. Zoveel hoofden, zoveel zinnen. De opvatting van de heer Waalkens is niet de opvatting van heel veel anderen. Mevrouw Van Gent zei dat wij regels hebben voor dieren in dierentuinen en vroeg waarom wij dan geen regels hebben voor circussen. De onderzoeksopdracht is overigens al verstrekt. Dat zeg ik tegen degenen die denken dat er nog invloed mogelijk is op de onderzoeksopdracht. Het onderzoek loopt al en ik hoop daar in de loop van dit jaar resultaat van te krijgen. Vervolgens komt de vraag of je mag paardrijden en of dressuur is toegestaan. Wat is het redelijk doel van dressuur? Zo krijgen wij dan heel veel vragen, ook in onze samenleving, die om een nieuw antwoord vragen. De behandeling van dieren moet heel goed zijn, maar elementen zoals "redelijke doelen" kunnen de Kamerleden wel met elkaar wisselen en kunnen wij wel met elkaar wisselen, maar daar komen wij vandaag en ook deze week niet uit.

MevrouwVan Velzen(SP)

Mogen wij de onderzoeksopzet zien?

MinisterVerburg

De onderzoeksopdracht wordt toegestuurd. Dat is geen enkel probleem. Ik zeg dat dus toe.

De heer Van der Ham vroeg of de intrinsieke waarde kan worden meegewogen; daarbij gaat het om wilde dieren in dierentuinen. Ik zal kijken hoe dat punt nu in de onderzoeksopdracht is meegenomen. Verder zal ik bezien of het onderzoeksteam dat nog kan meenemen. Ik ga op dit punt een inspanningsverplichting aan, geen resultaatsverplichting.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Ik heb nadrukkelijk gevraagd of de elementen die in het Dierentuinbesluit staan – het soorteigen gedrag, de sociale levenswijze, de instandhouding van de soort, de educatieve elementen – worden meegenomen in het onderzoek naar wilde dieren in circussen. Een en ander lijkt mij vergelijkbaar. Ik wil weten hoe de minister daarover denkt.

MinisterVerburg

Het antwoord is ja.

Ik kom te spreken over de moties die zijn ingediend door de heer Graus. Hij verzoekt de regering, de zorgplicht opnieuw onder de aandacht te brengen en met passende strafmaat structurele weigeraars aan te pakken. Het betreft de zorgplicht van gemeenten. Op grond van het Burgerlijk Wetboek dienen gemeenten gevonden zwerfdieren in beginsel twee weken in bewaring te houden, ook om eigenaren de mogelijkheid te geven om de dieren op te halen. Ik kan niet lezen wat hier staat, maar ik ontraad het aannemen van de motie omdat het een zaak van de gemeenten zelf betreft.

In de motie op stuk nr. 120 wordt de regering verzocht om een opleiding tot paraveterinair dierenambulancemedewerker mogelijk te maken. Ik ben het met de heer Graus eens dat het niveau van deskundigheid van ambulancepersoneel verhoogd moet worden. Ik heb mij daarvan bij het werkbezoek aan een dierenambulanceorganisatie laten overtuigen. Ik ben bereid om een opleiding te financieren en modules te laten opstellen ter verhoging van de deskundigheid en training van ambulancepersoneel. De dierenambulances, die op zich private organisaties zijn, kunnen dan het nodige doen aan de opleiding van de mensen die zich voor hen inzetten. Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer.

De heer Graus en de heer Ormel hebben een motie ingediend waarin de regering wordt verzocht om de circussen hun recht van bestaan te laten behouden en alleen de circussen die zich schuldig maken aan dierenmishandeling het werken met dieren te ontzeggen. Ik stel voor om deze maatregel hangende de uitkomst van het onderzoek niet te nemen. Ik ontraad daarom het aannemen van deze motie.

De heerGraus(PVV)

Ik kom graag nog even terug op de motie over de zorgplicht van gemeenten. Gemeenten ontkennen dat zij een zorgplicht hebben en veel zwerfdieren en verwilderde dieren worden daardoor niet opgevangen. Dat is natuurlijk ontoelaatbaar, want gemeenten hebben zorgplicht. Ik kan ook niet goed zien wat de minister niet kan lezen. Het is een vrij korte en duidelijke motie. Ik hoop wel dat ik op haar kan rekenen en dat zij die zorgplicht opnieuw onder de aandacht brengt. Volgens mij hebben veel gemeenten niet in de gaten dat zij gestraft kunnen worden voor het structureel weigeren van opvang. Ik hoop natuurlijk dat de minister mij daarin steunt want het is onfatsoen.

MinisterVerburg

Laat ik het volgende toezeggen. Tijdens mijn bezoek aan de dierenambulance in Beverwijk heb ik gezegd dat ik wat wil doen aan de opleidingsmogelijkheid en de opleidingsmodule van ambulancepersoneel. Ik ga samen met de wethouder bezien of in VNG-verband aandacht gevraagd kan worden voor de rol die gemeenten hierin spelen. Ik zeg dat graag toe en zal de Kamer daarover informeren.

De heerGraus(PVV)

Het gaat ook om de opvang. Over de reactie over de dierenambulance ben ik tevreden, maar het gaat ook om de opvang en de verzorging van wilde en verwilderde dieren en zwerfdieren. Daar ontbreekt het aan in de meeste gemeenten in Nederland.

MinisterVerburg

Ik heb toegezegd dat ik samen met de verantwoordelijke wethouder uit Beverwijk bij de VNG aandacht zal vragen voor haar rol. Die ligt niet zozeer bij het ambulancevervoer van dieren, want dat is meestal een vrijwillige en private activiteit, maar wel bij de zorgplicht en de opvang van dieren. Op dat punt zal ik hun aandacht vragen.

Mevrouw Van Gent verzoekt de regering, een voorlichtingscampagne te voeren die consumenten moet informeren over het verschil tussen de intensieve veehouderij en de biologische veehouderij. Voorlichting aan de burger over de verschillende houderijsystemen gebeurt via de internetsite van LNV en de publiekscampagnes van bijvoorbeeld het Voedingscentrum. De gerichte campagnes moeten het bewustzijn en het verantwoordelijkheidsgevoel van consumenten vergroten. Dit gebeurt dus allemaal al en daarom acht ik deze motie overbodig.

In een andere motie van mevrouw Van Gent wordt de regering verzocht, producenten die legbatterijeieren in hun producten verwerken te verplichten de consument hierover te informeren via duidelijke etikettering. Deze kwestie is al aan de orde geweest in het onderzoek van het LEI naar het verbod op de verrijkte kooi. Dat onderzoek geeft aan welke mogelijkheden het bedrijfsleven heeft – en ook benut – om alternatieve eieren te vermarkten. Verplichte etikettering door de nationale overheid is niet mogelijk. Daarom ontraad ik de aanneming van deze motie.

Dan kom ik op de motie van mevrouw Van Gent waarin zij de regering verzoekt, de verplichte identificatie en registratie ook voor katten verplicht te stellen per 1 januari 2011. Ik ontraad de aanneming van deze motie, omdat wij eerst ervaring moeten opdoen met het I&R-systeem voor honden. Wij hebben ervaring met landbouwhuisdieren, maar het begrip "zwevende runderen" ligt bij mij en bij de mensen die een en ander moeten uitvoeren nog heel vers in het geheugen. Natuurlijk is de uitgangssituatie voor honden beter, maar ik wil eerst ervaring opdoen met de identificatie en registratie voor honden, voordat ik er ook voor katten aan begin. Ik ontraad dan ook de aanneming van deze motie.

Mevrouw Van Gent heeft voorts een motie ingediend die is meeondertekend door de PvdD. Daarin wordt de regering verzocht, uiterlijk in 2011 te komen tot een diervriendelijk registratiesysteem van paarden, gekoppeld aan de eigenaar. Die registratie is al geregeld in Europa en in Nederland via het zogenaamde paardenpaspoort, met een bijbehorende chip. Er wordt in Europa over de kwestie gediscussieerd. Bezien wordt of het mogelijk is een ander systeem in te voeren. Ik zal erop letten dat dit niet leidt tot hoge administratieve lasten en extra hoge kosten. Ik denk dat het van groot belang is dat hiervoor draagvlak is of ontstaat bij de hobbysector. Ik ontraad de aanneming van de motie op dit moment.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Ik vind dat de minister een minimale reactie geeft op de motie op stuk nr. 123, over de voorlichtingscampagne. De minister vindt de motie overbodig. Waar het mij om gaat, is dat beide houderijsystemen eens helder tegen elkaar wordt afgezet. In de eerste termijn had de minister het over logisch biologisch. Ik heb aangegeven dat ik de andere kant wil laten zien, bijvoorbeeld als het gaat om de bio-industrie. Mijn vraag is concreet hoe dit nu gebeurt. Volgens mij is het allemaal heel minimaal. Ik zou het interessant vinden, als de minister daartoe bereid is, om te bezien hoe in samenwerking met een aantal organisaties in het veld heldere informatie kan worden gegeven. De minister wil toch zo graag dat de consument andere keuzes gaat maken in de supermarkt? Dat doet de consument niet als zij alleen maar achterover leunt.

MinisterVerburg

Het laatste wat ik doe, is achterover leunen, maar informatie wordt alleen opgenomen als mensen er ook in zijn geïnteresseerd. Ik heb u aangegeven dat op de website van LNV de nodige informatie staat. Men kan alles opzoeken. Ik heb u ook informatie gegeven over het Voedingscentrum. Dit treedt actief naar voren. Men kan thuis de informatie bekijken en beluisteren, in de keuken of 's avonds op de bank. Er wordt dus voorlichting gegeven en ik blijf daarom bij mijn oordeel dat deze motie overbodig is.

Ik kom bij de motie van het lid Van der Ham. Daarin wordt de regering verzocht, een aantal scenario's uit te werken waarbij hogere wettelijke eisen aan dierenwelzijn worden gekoppeld aan fiscale en/of andersoortige compensatiemaatregelen. Ook wordt de regering verzocht, deze scenario's ter beraadslaging aan de Kamer voor te leggen. Ik ontraad het aannemen van deze motie, omdat ik het niveau van dierenwelzijn in Europees verband wil verhogen. Ik heb mijn ambities op dit punt genoemd. Ik nodig verder de sector uit om zelf stappen te zetten op punten waar het Europese niveau niet hoog genoeg is. Ik heb ook al gezegd dat ik samen met de sectoren in de ketens het een en ander wil doen. Ik heb op dit moment geen behoefte aan een nadere studie, omdat er mijns inziens veel winst te behalen valt met de wijze van werken die wij nu hanteren. Wij kunnen fikse en meetbare stappen zetten in de samenwerking met de sectoren en de ketens. Binnen Europa kijkt men hiernaar en vraagt men zich af wat hiervan te leren valt. Mijn ambitie op Europees niveau blijft daarnaast overeind.

De heerVan der Ham(D66)

Ik verzoek in de motie om inzichtelijk te maken wat de knelpunten bij het bedrijfsleven zijn en hoe wij die eventueel op nationale schaal kunnen compenseren. Na zo'n inventarisatie kan de Kamer altijd nog zeggen dat het te ver gaat of te veel kost. Juist vanuit het bedrijfsleven horen wij dat men wel meer wil, maar daarbij geholpen wil worden. De minister heeft al een soort fiscale regeling in het leven geroepen. Het is de vraag of dit voldoende is. Ik wil graag dat in kaart wordt gebracht wat er nog meer nodig is om het bedrijfsleven hierbij tegemoet te komen. Ik vraag dus niet om besluitvorming, maar slechts om gegevens. Daarmee kunnen wij kwantificeren waarover wij het moeten hebben.

MinisterVerburg

Deze nota en het werkprogramma staan boordevol ambities. Dit vraagt veel van het bedrijfsleven. Als het vindt dat ik of de Kamer overvraagt, proberen wij altijd een mouw te passen aan de geconstateerde problemen. De heer Van der Ham noemde in dit kader daarnet al wat voorbeelden. Wij proberen zo ver te springen als onze gezamenlijke polsstok lang is en misschien nog een klein stukje verder.Ik zal inzichtelijk maken wat dit aan extra kosten met zich brengt en wat de overheid op dit punt extra doet. Deze gegevens krijgt de Kamer bij de rapportage over het werkprogramma.

In zijn motie verzoekt de heer Van der Vlies de regering, het voornemen op te schorten om per 2009 rubberen matten verplicht te stellen in stallen waar vleeskalveren anders dan op stro worden gehuisvest. Hij verzoekt de regering ook, een grootschalig praktijkonderzoek over vloertypen te faciliteren. Ik zie dat de motie door velen is ondertekend. Ik ben blij dat de Kamer net als ik vindt dat het nodig is om iets te doen aan de harde en gladde vloeren en dat er rubberen matten in de stallen moeten komen. Ik heb vorige week begrepen dat er signalen zijn dat de rubberen matten nog niet rijp zijn voor de praktijk. Het gaat er mij uiteindelijk om, en waarschijnlijk ook de Kamer, binnen afzienbare tijd te komen tot de realisatie van droge en goed begaanbare vloeren in stallen, waarop de kalveren veilig en comfortabel kunnen lopen. Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer over.

MevrouwVan Velzen(SP)

Deze motie pleit voor uitstel van een maatregel van de minister. Wat is de nieuwe deadline? De minister zegt dat zij de rubberen matten gaat onderzoeken. Per wanneer komen er maatregelen die het welzijn van kalveren op dit vlak verbeteren?

MinisterVerburg

Wat mij betreft zo spoedig mogelijk. Wij zullen proberen dit onderzoek zo kort mogelijk te laten duren en ervaring op te doen naar aanleiding van de uitkomsten. Daarna moet een en ander als de wiedeweerga worden ingevoerd.

De moties van de Partij voor de Dieren heb ik voor het laatst bewaard, omdat ik er vooraf een paar opmerkingen bij wil maken. Mevrouw Ouwehand stelt bij het indienen van haar moties dat zij opereert op basis van een aantal aan mij gestelde vragen en dat ik dus had kunnen weten hoe zij over een en ander denkt. Ik meen dat hierbij een misverstand dreigt te ontstaan. Ik heb de Nota Dierenwelzijn opgesteld op basis van het coalitieakkoord en het beleidsprogramma van het kabinet dat door de Kamer is vastgesteld. Het is een goed gebruik om in het verkeer tussen regering en Kamer uit te gaan van de rolverdeling waarbij de regering regeert en de Kamer controleert. De Kamer neemt soms ook initiatieven; dat is prima, dat behoort bij het medewetgeverschap, maar meestal doet de regering voorstellen. Vervolgens wordt er over die voorstellen een debat gehouden waarin Kamer en regering elkaar op basis van argumenten proberen te overtuigen, met een zorgvuldig hoor en wederhoor. Uiteindelijk wordt er dan een besluit genomen op basis van meerderheden, dus het is noodzakelijk dat er een gedachtewisseling, een debat plaatsvindt. Juist daarom is het zo jammer dat zo'n debat op dit punt niet heeft kunnen plaatsvinden.

Toch zal ik proberen om op de moties van de fractie van de PvdD te reageren, waarbij ik wel aanteken dat sommige moties niet te maken hebben met thema's in de Nota Dierenwelzijn of in de Agenda Diergezondheid. En eigenlijk geen enkele motie is voorzien van overwegingen, maar omdat ik hecht aan zorgvuldigheid in het verkeer met de Kamer, zal ik toch proberen om ze zorgvuldig de revue te laten passeren. Maar het ontbreken van overwegingen maakt dit in sommige gevallen wel erg moeilijk.

Motie nr. 129. De Kamer wordt geïnformeerd over alle Europese voorstellen. Mijn eigen voorstellen zijn opgenomen in het werkprogramma, 94 concrete voorstellen met een tijdschema en het exacte resultaat erbij. Zowel Europees als nationaal is het dus helder, welk dierenwelzijnsbeleid wij voeren. Ik ontraad de Kamer dan ook om deze motie aan te nemen.

Motie nr. 130. Ratificering van de Europese overeenkomst ter bescherming van kleine huisdieren is pas mogelijk als het verdrag kan worden uitgevoerd. Dit is nu nog niet mogelijk, zodat het ook nog niet geratificeerd kan worden. Ook het aannemen van deze motie ontraad ik dan ook.

Motie nr. 131. In de biologische melkveehouderij is men net begonnen met het onderzoeken van de mogelijkheden om kalveren gedurende een bepaalde tijd bij hun moeder te laten. Dit staat dan ook nog volstrekt in de kinderschoenen, zodat ik de Kamer ontraad, deze motie aan te nemen.

Motie nr. 132. Zoals ik in de nota en in de eerste termijn heb aangegeven, wil ik de resultaten van de welzijnsmonitor afwachten voordat ik een voorstel zou doen, de kalverhouderij te verplichten om kalveren onbeperkte toegang tot water en ruwvoer te verschaffen. Ik ontraad aanneming van deze motie.

Ook het aannemen van motie nr. 133 ontraad ik, omdat het in dit verband bij het Europese beleid nadrukkelijk om doelvoorschriften gaat. Dit is een bewuste keuze, ook op nationaal niveau, zodat er geen limitatieve lijst van toegestaan verplicht afleidingsmateriaal voor varkens kan worden opgesteld.

Voor mijn reactie op motie nr. 134 over een fok- en houdverbod voor runderrassen met meer dan 50% keizersneden verwijs ik naar mijn reactie op de motie van mevrouw Van Velzen en het voorstel van de heer Waalkens op dit punt. Ik ontraad de Kamer, deze motie aan te nemen.

Motie nr. 135. Er is geen Europese regelgeving die mij nationaal de ruimte biedt om een importverbod voor levende kalveren in te stellen. Ik ontraad aanneming van deze motie.

In motie nr. 136 wordt de regering verzocht, de kalverhouderij per 2009 te verplichten om alle kalveren op stro te houden. Ik heb zojuist al gereageerd op de motie van de heer Van der Vlies op dit punt. Ik ben bereid tot nader onderzoek en ga uit van ten spoedigste invoeren, maar dan moeten wij wel een goed alternatief hebben. Ik ontraad aanneming van deze motie.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 137. Voor vleeskuikens is inmiddels een richtlijn aangenomen, die per 30 juni 2010 van kracht is. Wij zullen kijken hoe wij deze nog verder kunnen verbeteren, maar dat doen wij op Europees niveau om geen welzijnseffecten te exporteren.

De motie op stuk nr. 138 is er een voorbeeld van dat wij niet te ver op de muziek vooruit moeten lopen. Op Europees niveau vindt onderzoek en regelgeving plaats. Ik ondersteun en stimuleer dat en ben er graag voortrekker in, maar ik ontraad aanneming van deze motie.

Ik ontraad aanneming van de motie op stuk nr. 139. Ik heb in het kader van de Nota Dierenwelzijn – het is ook voldoende in dit debat gewisseld – aangegeven dat ik geen voorstander ben van een verbod op het houden van pluimvee in kooihuisvesting, gezien de grote economische en sociale effecten voor de sector.

Ik ontraad ook aanneming van de motie op stuk nr. 140 om redenen die ik net heb gegeven.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 141. Ik heb onderzoek toegezegd voor deze sectoren en wacht de resultaten hiervan af alvorens te besluiten over het vervolg. Daarom ontraad ik aanneming van deze motie.

Ik maak nog eens duidelijk dat de vrijheid van godsdienst een groot goed is. Wij hebben dit punt vorige week uitvoerig gewisseld. Een verbod op onverdoofd ritueel slachten is voor mij dan ook veel te kort door de bocht. Ik ontraad aanneming van de motie op stuk nr. 142.

Wat in de motie op stuk nr. 143 wordt gevraagd, kan niet op grond van de huidige transportverordening. Ik heb aangegeven dat ik de evaluatie naar voren wil halen, maar dat kan niet op zo korte termijn. Ik ontraad aanneming van de motie.

Mijn reactie op de motie op stuk nr. 144 is dat ik integraal duurzame stalsystemen wil ontwikkelen. Dat betekent dat deze stallen niet alleen wat betreft arbeidsomstandigheden, maar ook op het punt van milieu, luchtmanagement en dierenwelzijn verbeteringen opleveren. Het eenzijdig accent op dierenwelzijn ligt niet in mijn voornemen. Wel is het een van de afwegingspunten. Ik ontraad dan ook aanneming van de motie.

Wij werken hard in de richting van het stoppen met het onverdoofd castreren van biggen en het couperen van staarten. Wij onderzoeken hoe dat het beste kan gebeuren. Dat kan niet met een toverstokje, zoals ik vanmiddag al eerder heb gezegd. Ik ontraad dan ook aanneming van de motie op stuk nr. 145.

Ik moet ook aanneming van de motie op stuk nr. 146 ontraden. Ik wil komen tot een situatie waarin ingrepen niet meer nodig zijn en dus kunnen worden voorkomen, maar dat kan niet meteen.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 147. Het is mijn volle inzet om vaccinatie te gebruiken als preventie-instrument. Er zijn echter ook dierziekten waarvoor geen vaccin voor handen is en die zich zeer snel kunnen verspreiden. In die gevallen is het ruimen van mogelijk besmette dieren onontkoombaar om veel erger te voorkomen. Mijn inzet is gericht op minimaliseren, maar soms kom je in een noodsituatie terecht. Ik ontraad dan ook aanneming van deze motie, die maar een mogelijkheid overlaat.

De motie op stuk nr. 148 verzoekt de regering een plan te presenteren voor de aanpak van dieronvriendelijke praktijken in slachterijen en dit aan de Kamer voor te leggen. Er bestaat al regelgeving voor het slachten van dieren en wel Europese regelgeving. Ik vind het niet nodig om daar aanvullend nog extra regels voor te maken. Ik ontraad daarom deze motie.

De motie op stuk nr. 149 verzoekt de regering om over te gaan tot verplicht cameratoezicht op veemarkten en de Kamer hierover te informeren. In samenspraak met de veemarkten is een protocol opgesteld waarin afspraken worden gemaakt over dierenwelzijn en om dat ook goed te borgen. Dit onderwerp heeft bovendien de nadrukkelijke aandacht van de AID. Gelet op beide zaken ontraad ik deze motie.

De motie op stuk nr. 150 verzoekt de regering de AID onder het ministerie van Justitie te laten resulteren in plaats van onder het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De AID is een toezichthoudende en opsporingsdienst met betrekking tot landbouwregelgeving. Er is geen enkele aanleiding om de AID onder Justitie te brengen. Ik ontraad dan ook deze motie.

De motie op stuk nr. 151 verzoekt de regering een plan van aanpak op te stellen om te komen tot een verplichte etikettering voor artikelen waarin bont is verwerkt en de Kamer hierover binnen een halfjaar te informeren. Dat is niet mogelijk gelet op de handelsbelemmerende werking. Ik moet deze motie dan ook ontraden.

De motie op stuk nr. 152 verzoekt de regering een einde te maken aan landelijke vrijstellingen voor de jacht op vossen, ganzen en konijnen en uit te gaan van maatwerk per provincie. Dit is onderdeel van een evaluatie van de natuurwetgeving die nu plaatsvindt. Voor deze zomer krijgt de Kamer die vergezeld van voorstellen. Ik ontraad dan ook deze motie.

De motie op stuk nr. 153 verzoekt de regering een jachtverbod in te stellen in draag-, rui- en zoogtijd van dieren waarop de jacht c.q. schadebestrijding met het jachtgeweer is geopend. Ik doe op dit punt onderzoek en wil op de uitkomsten daarvan niet vooruitlopen. Ik ontraad daarom deze motie.

De motie op stuk nr. 154 verzoekt de regering een verbod in te stellen op het voeren van grote, ongedomesticeerde hoefdieren, inhoudende een verbod op lok-, tel- en observatievoer, inclusief aanleg van voerakkers in het leefgebied. Beperkte bijvoer is noodzakelijk bij populatiebeheer. Ik ontraad dan ook deze motie.

In de motie op stuk nr. 155 wordt de regering verzocht bij het afgeven van afschotvergunningen voor grote hoefdieren zodanige voorschriften te stellen dat scheefgroei in de geslachtsverhoudingen en daaruit voortvloeiende populatieproblemen zoveel mogelijk voorkomen worden. Populatiebeheer behelst juist ook een natuurlijke leeftijds- en geslachtsopbouw. Deze motie is dus overbodig.

Dan verzoekt de motie op stuk nr. 156 de regering een verbod in te stellen op het houden van roofvogels door particulieren. Er is overeenstemming bereikt over een positieve lijst. Die zal ik overnemen voor zover die niet strijdig is met CITES-regelgeving. Ik ontraad dan ook deze motie.

De motie op stuk nr. 157 verzoekt de regering een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de populatieontwikkeling van grote hoefdieren op de Veluwe in relatie tot afschotmethoden, voerverstrekking en geslachtsverhoudingen. Ik heb al gezegd dat gevraagd onderzoek al plaatsvindt. Ik heb geen behoefte aan nog weer een nieuw onderzoek. Ik ontraad derhalve deze motie.

De motie op stuk nr. 158 verzoekt de regering een levenslang jachtverbod op te leggen aan jagers die zijn veroordeeld wegens het vervolgen van beschermde dieren, zoals roofvogels. Dit is een maatregel die de rechter al kan opleggen. Ik ontraad dus ook deze motie.

De motie op stuk nr. 159 verzoekt de regering een totaalverbod in te stellen op drijfjacht inclusief de jacht op kleinwild, zoals haas en konijn. Ik zie geen aanleiding om dit nu te veranderen en ontraad deze motie.

Het lid Ouwehand verzoekt met haar motie op stuk nr. 160 de regering, regelgeving te ontwerpen voor het doden van ongewervelde dieren en hiertoe het Besluit doden van dieren aan te passen. Het doden van dieren is Europees geregeld. Over het al dan niet aanwezige vermogen van ongewervelde dieren tot lijden is nog erg weinig bekend. Ik ontraad dan ook deze motie.

De motie op stuk nr. 161 verzoekt de regering over te gaan tot een verbod op het gebruik van de meertandige weerhaak in de sportvisserij. Tegenwoordig zijn haken voorzien van zeer kleine weerhaken. Hierdoor kan de vis sneller probleemloos worden teruggezet. Weinig schade dus aan de vis. Sportvisserij Nederland geeft al veel voorlichting over het onthaken van vissen. Een verbod acht ik niet nodig en in ontraad dan ook deze motie.

De motie op stuk nr. 162 verzoekt de regering te komen tot een verbod op het doden van paling met behulp van zoutbaden en de Kamer hierover binnen een halfjaar te informeren. De motie op stuk nr. 163 verzoekt de regering voor het doden van vissen het gebruik van de meest humane apparatuur die beschikbaar is verplicht te stellen en de motie op stuk nr. 164 verzoekt de regering regelgeving te ontwerpen voor het doden van vis en hiertoe het Besluit doden van dieren aan te passen. In de nota is aangegeven dat ontwikkeling van apparatuur voor het doden van vissen in de laatste fase verkeert. Wetenschappers geven aan nog twee jaar nodig te hebben voor het apparaat gebruiksklaar beschikbaar is. Ik heb fondsen vrijgemaakt voor deze laatste fase en zal er bij de Europese Commissie op aandringen dat ook Europa hier aandacht aan besteed en eventueel ook zulke apparaten gaat invoeren. Ik ontraad dan ook deze moties op dit moment.

De motie op stuk nr. 165 verzoekt de regering om binnen een halfjaar met een plan van aanpak te komen om de malafide hondenhandel tegen te gaan. Het tegengaan van malafide hondenhandel wil ik bevorderen, zoals ik al eens heb gezegd in de richting van de heer Graus. In de handhaving besteed ik er ook aandacht aan, bijvoorbeeld via de recherche van internethandel. Een extra plan hiervoor heeft geen meerwaarde en ik ontraad daarom deze motie.

De motie op stuk nr. 166 verzoekt de regering om nadere regelgeving op te stellen voor de huisvesting en verzorging van particulier gehouden gezelschaps- en hobbydieren. Met uw Kamer heb ik al uitvoerig van gedachten gewisseld over de gezelschapsdieren. Er is een lijn afgesproken: voorlichting, certificering. Ik denk dat dit beter en effectiever is dan nu te komen met regelgeving en ik ontraad daarom deze motie.

De motie op stuk nr. 167 verzoekt de regering te komen tot een landelijk plan van aanpak voor de verdere professionalisering van de opvang van gezelschapsdieren en de Kamer hierover binnen een halfjaar te informeren. De Kamer is eerder al uitvoerig over de gezelschapsdieren geïnformeerd. Sterker nog, wij hebben hierover uitvoerig van gedachten gewisseld. Ik denk dat hetgeen wij toen met elkaar hebben afgesproken in de praktijk eerst een kans moet krijgen. Ik ontraad dan ook deze motie.

In de motie op stuk nr. 168 wordt de regering verzocht om binnen een halfjaar een voorlichtingscampagne over pijn en stress bij vissen op te zetten voor beroepsvissers.

Zoals ik zojuist al heb gezegd, is nog niet veel bekend over het welzijn van vissen. Daarom zet ik in op meer onderzoek. Dat onderzoek moet eerst worden uitgevoerd voordat het tot resultaat kan leiden. Ik ontraad dan ook aanvaarding van de motie.

In de motie op stuk nr. 169 wordt de regering verzocht om binnen een halfjaar te komen op een verbod op de verkoop van vissenkommen.

Het is bekend dat ronde viskommen niet goed zijn voor het welzijn van vissen, maar ronde viskommen laten zich moeilijk onderscheiden van ronde vazen. Een verbod op ronde glazen kommen vind ik onzin. Ik zie dat in de praktijk niet. Misschien kunnen wij dat betrekken bij de discussie over certificering. Ik denk ook dat de sector zich hieraan veel gelegen zal laten liggen. Ik ontraad dan ook aanvaarding van deze motie. Wij nemen dit punt mee bij het systeem van private certificering.

De voorzitter:

Dit waren de moties van de PvdD. Ik wil graag het woord geven aan mevrouw Thieme.

MevrouwThieme(PvdD)

De minister vond een van onze moties overbodig en heeft aanvaarding van de rest van onze moties ontraden. Het bijzondere van onze moties is echter dat zij voor een groot deel gebaseerd zijn op verkiezingsprogramma's van politieke partijen die in de Kamer aanwezig zijn. Het betekent dus dat de minister alle moties over dierenwelzijnseisen uit de verkiezingsprogamma's van de PvdA en de ChristenUnie ontraadt. Dat zegt heel wat over de positie van deze partijen in de coalitie als het gaat om dierenwelzijn. Daarnaast ontraadt de minister ook nog eens moties die betrekking hebben op wat het CDA in zijn verkiezingsprogramma belooft aan de kiezer, namelijk dat ruimen van gezonde dieren geen onderdeel mag uitmaken van het beleid inzake de bestrijding van dierziektecrises. Het geeft aan dat deze minister geheel haar eigen koers vaart en dat zij zelfs ingaat tegen de wensen die de coalitiepartijen in hun verkiezingsprogramma's hebben verwoord over het dierenwelzijn.

Als deze moties in stemming gebracht worden, wensen wij dat de partijen de beloften die zij hun kiezers gedaan hebben, gestand doen en de desbetreffende moties zullen steunen.

De heerGraus(PVV)

De minister sprak over ritueel slachten, maar de motie van mevrouw Thieme betreft onverdoofd ritueel slachten. Moeten wij dieren eronder laten leiden dat wij zieke culturen in ons land toelaten? Moeten de dieren niet eerst verdoofd worden? Misschien kan de minister hierop nog reageren?

MinisterVerburg

De heer Graus heeft inderdaad een punt. Vorige week heeft hierover een zeer serieuze gedachtewisseling plaatsgevonden. Ik heb toen gezegd dat ik bereid ben daarover met de sectoren te spreken, maar dat vrijheid van godsdienst hierbij een heel belangrijk punt is. Vrijheid van godsdienst staat in onze Grondwet. Wij moeten daarover niet te lichtvaardig denken, want vrijheid van godsdienst is zeer het beschermen waard. Ik heb vorige week al toegezegd dat ik altijd het gesprek wil ingaan, maar niet te hoge verwachtingen wil wekken. Ik herhaal dat vandaag.

Voorzitter. Ik kom tot een afsluiting van dit debat. Wij hebben ongeveer 20 uur met elkaar gedebatteerd over de Nota Dierenwelzijn en de Agenda Diergezondheid. Dat geeft aan dat het gaat om een belangrijk onderwerp. Zo wordt dat ook ervaren in de samenleving. Dierenwelzijn en diergezondheid gaan ergens over en dat is terecht. In de toelichting op de nota heb ik gezegd dat dieren niet zijn als mensen, met dezelfde mensenwensen, et cetera. Ik heb vandaag genoteerd: dieren zijn ook geen dingen. Mensen moeten zorgvuldig omgaan met dieren. De verantwoordelijkheid van de mens staat daarbij centraal.

Het is voor het eerst dat een nota over dierenwelzijn naar de Kamer is gestuurd en dat daarover zo uitvoerig is gedebatteerd, ruim 20 uur. De nota van minister Brinkhorst is inderdaad wel naar de Kamer gestuurd, maar niet behandeld.

Uit de diverse inbrengen heb ik geproefd dat de Kamer stappen wil zetten. Dat sluit aan bij mijn ambities. Ik heb natuurlijk niet alleen met de Kamer hierover gesproken, maar ook met heel veel organisaties. Het is een permanent gesprek. Wij bekijken hoe de ambities in de praktijk vormgegeven kunnen worden. Ik zie hierin ook een belangrijke taak voor het ondernemerschap, of het gaat om dierenspeciaalzaken of om de veehouderij. Het ondernemerschap moet gericht zijn op innovatie en verduurzaming en op het maken van een mooie combinatie van people, planet en profit. Bovendien moet het onderwerp op de Europese agenda blijven. Nederland loopt hierin voorop. Nederland moet die koploperspositie houden en gebruiken om in Europees verband en als het kan ook in WTO-verband het dierenwelzijn stapsgewijs en op een haalbare manier te verbeteren.

Het is ook zaak om een idee te hebben van wat de burgers en de consumenten willen. Nog pregnanter is de vraag wat de burger wil als consument.

Ik wil werken langs de volgende lijnen: betrokkenheid, verantwoordelijkheid, vertrouwen en ambitie. Ik kies niet voor de lijn die ik bij sommige Kamerleden proef: geboden, verboden en strengere sancties. Soms is dat onontkoombaar, maar ik geloof dat de beste resultaten bereikt kunnen worden door samenwerking, door afspraken met de keten en het gezamenlijk dragen van verantwoordelijkheid.

Er zijn veel woorden gesproken over dierenwelzijn en diergezondheid. Laten wij nu overgaan tot daden, want alleen van mooie woorden is nog geen dier beter geworden! Het komt nu op de uitvoering aan en daarbij reken ik graag op uw inzet en steun.

De voorzitter:

De minister heeft toegezegd de onderzoeksvraag over wilde dieren in circussen aan de Kamer te zullen toesturen. Verder heeft zij toegezegd, met de VNG te overleggen over de zorgplicht en de verantwoordelijkheid van gemeenten voor de opvang van dieren en de Kamer daarover per brief te zullen informeren.

Na al deze uren vergaderen concludeer ik dat de stukken voldoende besproken zijn. Wij zullen daarover stemmen op dinsdag 12 februari aanstaande.

Ik dank de minister, de haar vergezellende ambtenaren en het publiek voor hun aanwezigheid.

Sluiting 17.50 uur.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), voorzitter, Atsma (CDA), Van Gent (GroenLinks), Poppe (SP), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Jager (CDA), Ormel (CDA), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Neppérus (VVD), Jansen (SP), Jacobi (PvdA), Cramer (ChristenUnie), Koppejan (CDA), Graus (PVV), Vermeij (PvdA), Zijlstra (VVD), Thieme (PvdD) en Polderman (SP).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Luijben (SP), Tang (PvdA), Boekestijn (VVD), Bilder (CDA), Biskop (CDA), Koşer Kaya (D66), Van Leeuwen (SP), Dezentjé Hamming (VVD), Eijsink (PvdA), Depla (PvdA), Van Baalen (VVD), Kant (SP), Blom (PvdA), Ortega-Martijn (ChristenUnie), Van Heugten (CDA), Brinkman (PVV), Kuiken (PvdA), Ten Broeke (VVD), Ouwehand (PvdD) en Lempens (SP).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Joldersma (CDA), Jan de Vries (CDA), Smeets (PvdA), voorzitter, Van Miltenburg (VVD), Schippers (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Willemse-van der Ploeg (CDA), Van der Veen (PvdA), Schermers (CDA), Van Gerven (SP), Wolbert (PvdA), Heerts (PvdA), Zijlstra (VVD), Ouwehand (PvdD), Agema (PVV), Leijten (SP), Bouwmeester (PvdA) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Vendrik (GroenLinks), Van Velzen (SP), Neppérus (VVD), Vietsch (CDA), Sterk (CDA), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Verdonk (Verdonk), Dezentjé Hamming (VVD), Atsma (CDA), Van der Ham (D66), Çörüz (CDA), Gill'ard (PvdA), Jonker (CDA), Langkamp (SP), Vermeij (PvdA), Arib (PvdA), Kamp (VVD), Thieme (PvdD), Bosma (PVV), Luijben (SP), Hamer (PvdA), Ortega-Martijn (ChristenUnie) en De Wit (SP).

Naar boven