Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 mei 2021
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de stand van zaken van toezeggingen die
zijn gedaan tijdens het de begrotingsbehandeling van LNV d.d. 25 november 2020 (Handelingen II
2020/21, nr. 29, item 9) en de aangenomen motie «versneld uitfaseren koloniekooien voor leghennen» uit het
VOA d.d. 8 december 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 34, item 67).
Stand van zaken eendagshaantjes
Tijdens de begrotingsbehandeling van november 2020 heb ik toegezegd de Kamer in februari
te informeren over de stand van zaken met betrekking tot alternatieven voor het doden
van eendagshaantjes en het versneld toepasbaar maken van technieken en innovaties
hiervoor.
De Nederlandse pluimveesector heeft zich in de Uitvoeringsagenda Pluimveesector gecommitteerd
om toe te werken naar maatschappelijk geaccepteerde oplossingen voor het doden van
eendagshaantjes. Medio februari heeft mijn ministerie een gesprek gevoerd met de sector
over de stand van zaken op dit onderwerp. De sector ziet twee kansrijke mogelijkheden
om het doden van eendagshaantjes te voorkomen. Geslachtsbepaling in het ei en het
afmesten van haantjes. Beide opties worden op nog relatief beperkte schaal toegepast.
Voor het opschalen van beide opties is en blijft het van belang dat er voldoende afzetmarkt
bestaat. Daarnaast is er tijd nodig de technieken voor de geslachtsbepaling in het
ei verder te ontwikkelen en op te schalen.
In Duitsland is onlangs een wetsvoorstel ingediend voor een verbod op het doden van
eendagshaantjes per 1 januari 2022. Ook in Duitsland worden eerder genoemde opties
genoemd als oplossing voor het doden van eendagshaantjes. Mijn ministerie houdt de
ontwikkelingen in Duitsland en Frankrijk scherp in de gaten en blijft in gesprek met
de sector over de ontwikkelingen op het gebied van afzet van eieren en hanenvlees
en de technieken voor de geslachtsbepaling in het ei.
Voor verdere details verwijs ik naar mijn antwoorden op de vragen van het lid Futselaar.
Gesprek eendensector
Tijdens de begrotingsbehandeling van november 2020 heb ik toegezegd de Kamer te informeren
over het gesprek met de eendensector betreffende de watervoorziening en het mogelijk
maken van natuurlijk gedrag. Het gesprek met vertegenwoordigers van de eendensector
heeft inmiddels plaatsgevonden. Met de sector is afgesproken dat men met een integraal
plan van aanpak komt voor de watervoorziening. Uitgangspunt voor het plan van aanpak
is het mogelijk maken van natuurlijk gedrag van de in Nederland gehouden pekingeenden.
Meer concreet betekent dit het ter beschikking stellen van een vorm van open water
zijnde poetswater. De sector heeft conform afspraak een plan van aanpak opgeleverd.
Mijn ministerie is in gesprek met de sector om het plan verder te concretiseren zodat
aan de natuurlijke behoefte van de eenden voldaan wordt en de negatieve bijeffecten
tot een minimum worden beperkt. U wordt later geïnformeerd over het vervolg en de
uiteindelijke inhoud van het plan van aanpak.
Koloniekooien
Tijdens het VAO van 8 december 2020 is de motie van het lid Moorlag (Kamerstuk 28 286, nr. 1160) «versneld uitfaseren koloniekooien voor leghennen» aangenomen door uw Kamer. Hiermee
informeer ik u hoe ik om wil gaan met deze motie.
Momenteel vindt er in Europa een discussie plaats over het gebruik van de koloniekooi
voor leghennen. De Europese Commissie heeft recentelijk een advies gevraagd aan de
European Food Safety Authority (EFSA) met betrekking tot dierenwelzijn bij onder andere
de huisvesting voor leghennen. Dit advies wordt uiterlijk eind 2022 verwacht. Daarnaast
geeft de Commissie dit voorjaar een reactie op het burgerinitiatief «End the Cage
Age». Op basis van deze uitkomsten zal ik mij ervoor inzetten om Europa breed een
standpunt in te nemen over de uitfasering van de koloniekooi. Daarnaast zal ik ter
uitvoering van de motie van lid Moorlag de voorbereidingen treffen om in Nederland
de koloniekooien uit te faseren. Hierbij vind ik het van belang dat sprake is van
een passende overgangstermijn voor de uitfasering. Duitsland is in 2015 gestart met
het uitfaseren van koloniekooien en het verbod zal daar ingaan per 2025. Onderdeel
van de voorbereiding is om voor de Nederlandse situatie een passende overgangstermijn
in te richten waarbij tevens rekening gehouden wordt met investeringen die pluimveehouders
de afgelopen jaren hebben gedaan met het oog op het verbod op de verrijkte kooihuisvesting
die per 1 januari 2021 van kracht is. Besluitvorming over de invoering van dit verbod
laat ik over aan een volgend kabinet.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten