28 240
Evaluatienota Klimaatbeleid

nr. 66
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 november 2006

Zoals aangekondigd in mijn brief van 3 juli 2006 (kamerstuk 28 240, nr. 49) doe ik u bij deze de NEC-rapportage 2006 toekomen (NEC staat voor National Emission Ceilings)1. Deze rapportage over hoe de lidstaten de emissieplafonds gaan halen is verplicht onder de NEC-richtlijn. Lidstaten moeten in 2006 een update maken van de rapportage die in 2002 is gemaakt en die in 2003 in Nederland heeft geleid tot de Uitvoeringsnotitie «Erop of eronder». In «Erop of eronder» zijn de nationale NEC-plafonds onderverdeeld in sectorale plafonds. Verder verplicht de richtlijn de lidstaten om voor het einde van dit jaar de Europese Commissie te informeren over de update. Dit gebeurt middels een compactere rapportage, die eveneens is bijgevoegd, en die alleen zal ingaan op de nationale plafonds. De EU-rapportage zal ten behoeve van de Commissie overigens nog worden vertaald in het Engels.

Achtergrond

Daar waar de EU-wetgeving op het gebied van luchtkwaliteit zich richt op de concentratie van verontreinigende stoffen in de lucht, richt de NEC-richtlijn zich op de uitstoot. Per lidstaat zijn voor 2010 emissieplafonds vastgelegd voor zwaveldioxide (SO2, voor Nederland 50 kton), stikstofoxiden (NOx, 260 kton), niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS, 185 kton) en ammoniak (NH3, 128 kton). De NEC-richtlijn bevat geen emissieplafond voor fijn stof. Omdat fijn stof naar alle waarschijnlijkheid wel wordt meegenomen in de komende herziening van de NEC-richtlijn, wordt in deze rapportage ook de laatste stand van zaken rond fijn stof geschetst. In de nationale rapportage wordt ingegaan op de stand van zaken in de verschillende sectoren. De EU-rapportage beperkt zich tot het halen van de (nationale) NEC-plafonds.

Belang van de NEC-plafonds voor Nederland

In beide rapportages wordt aangegeven dat het halen van de NEC-plafonds van groot belang is voor Nederland. Het halen van de plafonds en dus het verminderen van de uitstoot heeft een positief effect op de luchtkwaliteit en daarmee op de gezondheid en de natuur.

Daarnaast is het halen van de plafonds één van de uitgangspunten voor de uitvoering van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) dat begin 2007 aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.

Het halen van de NEC-plafonds levert daarmee een bijdrage aan het «van het slot halen» van Nederland. Verder is inzicht in de NEC-plafonds een voorwaarde die de Europese Commissie wil gaan stellen aan het mogelijk verkrijgen van uitstel van de Europese luchtkwaliteitseisen (fijn stof en NO2). De Commissie zal in de komende herziening van de NEC-richtlijn bij nieuwe doelen voor 2020 laten meewegen of lidstaten hun plafonds voor 2010 halen. Tenslotte zal Nederland na 2010 mogelijk in gebreke worden gesteld door de Commissie als de NEC-plafonds niet tijdig worden gehaald.

Conclusie NEC-rapportage 2006

De emissies zijn de afgelopen decennia drastisch gedaald, terwijl de economie is gegroeid. Dankzij deze ontkoppeling komen alle NEC-plafonds voor 2010 in beeld, op die van NOx na (een beleidstekort voor 5–9 kton). Dit tekort wordt vooral veroorzaakt door een afwijkende emissieprognose voor verkeer in de vorm van de zogeheten «cycle bypassing» (verschil in emissies tussen de testcyclus en de praktijk). Aangezien dit een probleem is dat zich binnen geheel Europa voordoet zal de oplossing hiervoor ook op dat niveau moeten worden gezocht. Dit is eerder richting Brussel gecommuniceerd.

Om aan de NEC-plafonds te kunnen voldoen, de gesignaleerde beleidstekorten op sectoraal niveau te kunnen opvangen en om ruimte te scheppen voor groei van de emissies na 2010 kunnen extra maatregelen nodig zijn. In de NEC-rapportage 2006 is een aantal maatregelen geïnventariseerd, die ertoe kunnen bijdragen dat de nationale doelstellingen binnen bereik komen c.q. blijven. Het volgende kabinet zal moeten besluiten of en zo ja welke maatregelen daadwerkelijk zullen worden ingezet.

Als al het beleid dat zich momenteel in de pijplijn bevindt ook daadwerkelijk van financiële dekking wordt voorzien én uitgevoerd, en als waar nodig extra maatregelen worden getroffen (en onder voorbehoud van de aftrek van «cycle bypassing»), dan kunnen alle NEC-doelen tijdig gerealiseerd zijn. Dit zal echter nog een aanzienlijke inspanning van alle nationale sectoren én van de Europese Unie vergen.

Tenslotte zend ik u ter informatie tevens het eindrapport toe van de Economische Impactstudie SO2-maatregelen aluminiumindustrie (juli 2006)1. Deze studie is uitgevoerd op verzoek van uw Vaste Commissie Milieubeheer. Over de uitkomsten van deze studie ben ik in overleg met de betrokken bedrijven en de provincies Zeeland en Groningen. Over de conclusies hiervan kan ik u in later stadium nader berichten.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven