Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 oktober 2010
In vervolg op mijn brief van 22 juni jongstleden (kamerstuk 28 165, nr. 111) wil ik u met deze brief informeren over nieuwe resultaten die zijn bereikt aan de hand van de met uw Kamer besproken methodiek
voor de vaststelling van het beloningbeleid bij staatsdeelnemingen. Sinds de brief van 22 juni is met de raden van commissarissen
van Schiphol, NS, Gasunie, Connexxion en Holland Casino overeenstemming bereikt over een nieuw beloningsbeleid.
In mijn vorige brief informeerde ik u over het feit dat aan de hand van de nieuwe beloningsmethodiek bij zeven van de veertien
deelnemingen een nieuw en gematigder beloningsbeleid is vastgesteld. Inmiddels kan ik u berichten dat ik ook voor Gasunie
een nieuw en gematigder beloningsbeleid heb vastgesteld en dat er met de raden van commissarissen van NS, Schiphol, Connexxion
en Holland Casino een akkoord is over een gematigd beloningsmaximum dat in een nieuw vast te stellen beloningsbeleid zal worden
opgenomen. In het onderstaande overzicht staat genoemd welke matiging bij deze ondernemingen is bereikt. De nieuwe bezoldigingsmaxima
gaan gelden voor nieuw te benoemen bestuurders en grijpen niet in op bestaande afspraken.
Deelneming
|
Bereikte matiging
|
Categorie
|
Weging
1 |
---|
Connexxion | –36%2 | Markt-Publiek | 25/75/0 |
Gasunie | –26% | Publiek-Markt | 50/25/25 |
Holland Casino | –19% | Publiek-Markt | 75/25/0 |
NS | –20% | Markt-Publiek | 40/35/25 |
Schiphol | –15% | Markt-Publiek | 25/50/25 |
XNoot
1 Dit betreft de weging van de beloningsmedianen van de respectieve (semi)publieke, private en eventueel internationale referentiegroepen,
op basis waarvan het beloningsmaximum wordt vastgesteld, dat in het beloningsbeleid wordt opgenomen.
XNoot
2 Aangezien de langetermijnbonus in het vigerende beloningsbeleid van Connexxion niet was gemaximeerd, is de matiging berekend
door het nieuwe bezoldigingsmaximum te vergelijken met het vaste salaris van de vorige CEO plus de hoogste langetermijnbonus
die ooit aan hem is toegekend plus zijn maximale korte termijn bonus van 45%.
In bovenstaande tabel heb ik ook aangegeven in welke categorie de deelneming binnen het beoordelingskader is geplaatst en
welke weging tussen de arbeidsmarktreferentiegroepen van toepassing is, zoals beide eerder door mijn ambtsvoorganger in zijn
brief van 9 oktober 2009 aan uw Kamer gemeld.3 In het nieuwe beloningsbeleid van de staatsdeelnemingen zijn (en zullen) uiteraard ook de andere onderdelen van het beoordelingskader
worden opgenomen, zoals de maximering van de ontslagvergoeding conform de Corporate Governance Code en het waar mogelijk koppelen
van variabele beloning aan langetermijndoelen en publieke doelstellingen.
De bestuurdersbeloningen bij de staatsdeelnemingen die zijn ingedeeld in de categorie »publiek» (UCN, Covra en de Koninklijke
Nederlandse Munt) zijn reeds in lijn met het normsalaris voor de publieke en semipublieke sector en dus conform het maximum
dat de beloningsmethodiek voor deze categorie voorschrijft. Deze deelnemingen zijn wel verzocht om het voor hun deelneming
geldende specifieke maximum vast te leggen in een nieuw, door de aandeelhouder vast te stellen beloningbeleid, waarin ook
de andere, hierboven genoemde onderdelen uit het beoordelingskader een plaats moeten krijgen.
De gesprekken met het Havenbedrijf Rotterdam en Tennet zijn momenteel in volle gang en worden hopelijk binnen afzienbare tijd
afgerond. Op dat moment is bij alle staatsdeelnemingen die onder mijn beheer vallen, en die eerder in een van de categorieën
van het beloningskader zijn ingedeeld, een nieuw en zonder uitzondering gematigder beloningsbeleid vastgesteld.
Tot slot
Eerder heeft het vorige kabinet betoogd dat het niet passend is dat de beloningstructuur van een onderneming die duidelijk
opereert op het gebied van meer publieke dienstverlening voor 100% wordt gerelateerd aan een volledig commerciële omgeving.
Bij alle ondernemingen waar een nieuw beloningsbeleid is vastgesteld is om die reden een (semi-)publieke referentiegroep geïntroduceerd
die mede de in het beleid opgenomen maximale beloningen bepaalt. Ik ben tevreden met de matigende werking die hier vanuit
is gegaan. Het beoordelingskader voor beloningsbeleid bij staatsdeelnemingen heeft zijn vruchten afgeworpen, waardoor de door
uw Kamer en door mij gewenste matiging van het beloningsbeleid bij staatsdeelnemingen inmiddels over vrijwel de hele linie
van de portefeuille is bereikt.
De minister van Financiën,
J. C. de Jager