28 101 Doeltreffendheid en effecten van de Kaderwet adviescolleges

Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2011

Tijdens de begrotingsbehandeling van BZK heeft Kamerlid Schouw (D66) op 17 november 2011 bij motie voorgesteld om de verplichte kabinetsreactie op rapporten en studies van adviesorganen te handhaven (Kamerstuk 33 000 VII, nr. 59). Ik heb in de bespreking van deze motie verwezen naar mijn overleg met de voorzitters van de strategische adviescolleges, in aanwezigheid en op voorstel van de minister president. Ik heb gemeld dat in het overleg met de adviescolleges niet is geconcludeerd dat we deze wens van het kabinet niet moeten doorzetten. Ook heb ik gemeld dat ik op korte termijn, zoals Kamerlid Schouw mij vroeg, geen formeel standpunt van de adviescolleges kon weergeven.

In dezelfde week ontving ik een brief van de voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid namens de voorzitters van de adviescolleges.1 Hierin uiten zij hun waardering voor de gedegen evaluatie van de Kaderwet adviescolleges maar plaatsen zij een aantal kanttekeningen bij twee van de zeven beleidsvoornemens van het kabinet: het laten vervallen van de verplichte kabinetsreactie en het aanstellen van tijdelijke leden. In de bijlage treft u de brief aan. Dit standpunt was mij bij de bespreking van bovengenoemde motie niet bekend.

Het kabinet meent dat het stelsel van adviescolleges nog beter benut kan worden door middel van de zeven geformuleerde beleidsvoornemens. Daarom zet het kabinet deze lijn door. Verbetering van zowel de kwaliteit als de snelheid van de kabinetsreactie (over beide aspecten zijn betrokkenen ontevreden, zo blijkt uit de evaluatie van de Kaderwet adviescolleges) zit niet zozeer in het naleven van de termijn maar in een betere koppeling van het advies aan de politieke agenda. Ik verwacht dat dit in de praktijk meer effect zal hebben dan het verplicht stellen van een kabinetsreactie. Op die manier wordt een advies meegenomen op het moment dat het advies tot maatregelen leidt of op het moment dat het advies in uw Kamer wordt behandeld. Het kabinet kan natuurlijk altijd een aparte kabinetsreactie geven, al dan niet desgevraagd door uw Kamer.

Na parlementaire behandeling van de evaluatie van de Kaderwet adviescolleges (geagendeerd tijdens Algemeen Overleg op 2 februari 2012) en parlementaire behandeling van de wetswijzigingen, zal ik in overleg treden met de adviescolleges om de gevolgen van alle zeven beleidsvoornemens nader te bespreken.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven