27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 610 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN DEFENSIE EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2017

Hierbij informeren wij uw Kamer over de afspraken over de Belgisch-Nederlandse samenwerking in de strijd tegen ISIS in de tweede helft van 2017, zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg van 13 juni 2017 (Kamerstuk 27 925, nr. 609).

Op 16 juni jongstleden heeft de Belgische ministerraad besloten de inzet van de Belgische F-16’s in de strijd tegen ISIS met een half jaar te verlengen, tot eind 2017. De Belgische verlenging is positief. Jachtvliegtuigen zijn en blijven schaars in de coalitie, terwijl het belang van airpower in de strijd tegen ISIS onverminderd groot is.

Om uitvoering van het Belgische besluit te faciliteren, biedt Nederland waar nodig en mogelijk ondersteuning. Zoals bekend verzorgt Nederland sinds 1 juli 2016 de force protection van het Belgische F-16 detachement. Dat blijven wij ook in de tweede helft van 2017 doen. Tevens levert Nederland medische ondersteuning aan het Belgische detachement met een gespecialiseerde vliegerarts. De kosten worden geraamd op 2 miljoen euro en worden gefinancierd uit het BIV.

Daarnaast neemt Nederland in de laatste vier maanden van dit jaar de Belgische gereedheidsperiode over ten behoeve van de gezamenlijke luchtruimbewaking van de Benelux-landen met F-16’s (Kamerstuk 33 279, nr. 19). In 2018 zal België de eerste twee gereedheidsperioden van elk vier maanden op zich nemen, waarna het gebruikelijke ritme weer wordt gevolgd.

Zoals reeds aan uw Kamer gemeld (Kamerstuk 27 925, nr. 608) zou Nederland, afhankelijk van de behoefte en na politieke besluitvorming, vanaf 1 januari 2018 weer een bijdrage kunnen leveren aan de pool van jachtvliegtuigen die de coalitie tot zijn beschikking heeft. Besluitvorming daarover is evenwel pas later aan de orde.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven