Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 januari 2016
Tijdens het Algemeen Overleg ISIS van 3 december heb ik u toegezegd u per brief te
informeren over de manier waarop het kabinet uitvoering heeft gegeven aan de motie
Knops/Sjoerdsma (Kamerstuk 34 300 V, nr. 23) over het opvoeren van de druk op Turkije.
In deze motie wordt onder meer verwezen naar de controle aan de Turkse grens met Syrië
en Irak. Het kabinet onderkent de zorgen die in uw Kamer leven over de grensbewaking
van Turkije met Syrië en Irak, evenals over de bredere rol van Turkije in de strijd
tegen ISIS. Het is in het belang van Nederland, de EU en andere landen dat de bewaking
van de grens met Syrië en Irak stevig en degelijk is, mede om de doorreis van foreign terrorist fighters te belemmeren en waar mogelijk te stoppen.
In een gesprek op 1 december met mijn Turkse collega Cavusoğlu en marge van de NAVO
Ministeriële bijeenkomst, heb ik hem gevraagd erop toe te zien dat de bewaking van
de grens verder opgevoerd wordt. Hij gaf aan dat versterking van de grenzen een prioriteit
is voor Turkije, temeer na de aanslagen in Suruç en Ankara. Ook andere bondgenoten
onderstrepen in contacten met Turkije deze wens.
Wat betreft de strijd tegen ISIS merkt het kabinet op dat Turkse acties tegen ISIS
geïntensiveerd zijn, bijvoorbeeld door de openstelling van de basis Inçirlik en een
actievere, militaire rol binnen de anti-ISIS coalitie. Verder speelt Turkije een actieve
rol op het gebied van terrorismebestrijding, als co-voorzitter van het Global Counterterrorism
Forum (GCTF). Turkije is ook samen met Nederland voorzitter van de Foreign Terrorist
Fighters (FTF)-werkgroep binnen de anti-ISIS coalitie. Recent hebben Nederland en
Turkije een bijeenkomst voorgezeten met als doel de informatie-uitwisseling rondom
uitreizigers te bevorderen.
Verdere versterking van de Turkse grenzen en de Turkse inspanningen in de strijd tegen
ISIS blijft gewenst. De Europese ministers van Buitenlandse Zaken hebben dit besproken
met Minister Cavusoğlu tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 14 december (Kamerstuk
21 501-02, nr. 1566), en een duidelijk signaal afgegeven dat hier een belangrijke rol voor Turkije ligt.
Hierbij heeft hij aangegeven welke stappen Turkije onderneemt in de strijd tegen ISIS,
waaronder het delen van informatie en het versterken van de grensbewaking. Dit thema
zal uiteraard onderwerp van gesprek blijven in contacten met de Turkse autoriteiten.
Wat betreft de strijd tegen de PKK, herhaalt het kabinet zijn eerdere oproep aan de
partijen om zo spoedig mogelijk de vredesbesprekingen te hervatten. Ook de EU, bij
monde van de Hoge Vertegenwoordiger, heeft eenzelfde oproep gedaan op 22 december.
Op het punt van de Turkse inspanningen in het migratievraagstuk, wordt nader ingegaan
in de brieven die uw Kamer zijn toegegaan over het gezamenlijk actieplan van de Europese
Unie en Turkije (Kamerstuk 21 501-20, nrs. 1028, 1053 en 1063). Zoals vermeld bestaat dit plan uit twee delen. Het eerste deel gaat in op het verbeteren
van de opvang van vluchtelingen in Turkije. Het tweede deel van het actieplan is gericht
op versterking van de samenwerking om irreguliere migratie naar de EU tegen te gaan.
De maatregelen zijn gebaseerd op de bestaande visumliberalisatiedialoog, de «Roadmap
towards a visa-free regime with Turkey» en de EU-Turkije terug- en overnameovereenkomst.
Daarvoor is een aantal gezamenlijke maatregelen in kaart gebracht, waaronder: betere
informatievoorziening in Turkije over de gevaren van illegale migratie naar Europa
en de mogelijkheden voor legale migratie, versterking van de Turkse capaciteit om
illegale migratie en mensensmokkel tegen te gaan en criminele netwerken voor mensensmokkel
aan te pakken. Het actieplan in zijn geheel dient er voor te zorgen dat de situatie
van vluchtelingen in Turkije verbetert en de asielinstroom naar Europa vermindert.
Turkije heeft zich gecommitteerd aan een duidelijke inperking van de vluchtelingenstroom.
Monitoring zal in principe één keer per maand plaatsvinden door vertegenwoordigers
van de Europese instellingen en het Voorzitterschap.
Uw Kamer kan zich ervan verzekerd weten dat de door u in de motie opgebrachte zorgen
blijvend met Turkije zullen worden besproken. De (internationale) druk op Turkije
om een steeds steviger bescherming van de grens te bewerkstelligen, zich nog verder
te engageren in de strijd tegen ISIS en de overige in de motie genoemde onderwerpen
blijft daarmee hoog.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
A.G. Koenders