27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 535 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2015

Hierbij ontvangt u een reactie naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken in verband met een artikel in Daily Sabah over de arrestatie van Turkse militairen.

Mede in het licht van de eerdere beantwoording van Kamervragen op 13 februari jl., die gesteld zijn door de heer Knops (CDA) over de smokkel van wapens en munitie naar ISIS en Jabhat al Nusra via Turkije kan bevestigd worden dat het kabinet bekend is met de diverse berichtgevingen over mogelijke steun via Turkije aan jihadistische organisaties in Syrië en Irak (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 1316). Op basis van dit artikel kan daarover echter geen conclusie worden getrokken.

In dit verband dient te worden herhaald dat Turkije belangrijke redenen heeft om terrorisme te bestrijden. Zo is het in het verleden met enige regelmaat het slachtoffer geworden van terroristische aanslagen. Turkije heeft dan ook al lange tijd geleden ISIS en Jabhat al Nusra op de nationale terrorismelijst geplaatst. Ook speelt Turkije een actieve rol op het gebied van contra-terrorisme, als co-voorzitter van het Global Counter Terrorism Forum (GCTF). Daarnaast is Turkije samen met Nederland voorzitter van de Foreign Terrorist Fighters werkgroep binnen de anti ISIS coalitie. Uit de eerste bijeenkomst die in dit kader plaatsvond op 7 april jl. te Istanbul bleek wederom dat het tegengaan van terrorisme, inclusief het tegengaan van ISIS en Jabhat al Nusra, voor Turkije een prioriteit is.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven