Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2011
Versnelde invoering nieuwe basisopleiding
In de Stand van Zakenbrief van 28 maart 2011 (Kamerstuk 27 925, nr. 425) over de geïntegreerde politietrainingsmissie hebben wij gemeld dat de Afghaanse regering de intentie had om de basisopleiding
voor Afghaanse politieagenten uit te breiden. Nederland zou in dat kader in januari 2012 starten met een pilot in de provincie Kunduz. Inmiddels heeft de Afghaanse regering op 17 mei 2011 gemeld de basistraining voor Afghaanse politieagenten
al eerder uit te breiden naar acht weken. De Nederlandse regering is verheugd over dit besluit.
Op 2 juli 2011 zal de nieuwe basistraining als pilot starten op een beperkt aantal locaties. Na de evaluatie van de pilot is in oktober nationale invoering van de nieuwe basistraining voorzien. Momenteel wordt bezien of enkele Nederlandse trainers
als waarnemers bij de pilot kunnen worden ingezet.
Voor de basisopleiding van acht weken is een nieuw curriculum opgesteld, waarin onder meer extra aandacht wordt besteed aan
mensenrechten, inclusief vrouwen- en kinderrechten, transparantie en integriteit, intelligence led policing en alfabetisering. Nederland heeft in de afgelopen periode actief ingezet op versnelde invoering van de langere basistraining
en bijgedragen aan de totstandkoming van dit nieuwe curriculum, dat naar verwachting voldoet aan de Nederlandse wensen zoals
gemeld in de Kamerbrief van 27 januari 2011 (Kamerstuk 27 925, nr. 419). Finale besluitvorming over het curriculum is in juni voorzien. De Nederlandse bijdrage aan de nieuwe basisopleiding is
niet aangepast en start zoals eerder voorzien in januari 2012 in de provincie Kunduz.
Politieagenten voor politietaken
De gouverneur van de provincie Kunduz Jegdalek en de Chief of Police Quatra hebben op 11 mei jl een brief geschreven waarin zij het besluit van Minister Bismillah Khan om door Nederland getrainde
civiele politie (AUP) in Kunduz niet in te zetten voor offensieve militaire doeleinden onderschrijven en zij zich verbinden
aan deze opdracht. De Nederlandse regering heeft er vertrouwen in dat door deze formele bevestiging op lokaal niveau uitvoering
zal worden gegeven aan de Nederlandse wensen voor het trainen van de civiele politie.
De minister van Defensie,
J. S. J. Hillen
De minister van Buitenlandse Zaken,
U. Rosenthal