nr. 376
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 januari 2010
Hierbij informeren wij u over de bijdrage van de European Gendarmerie
Force (EGF) aan de nieuwe NAVO-trainingsmissie in Afghanistan (NTM-A).
NTM-A
De NAVO-top in Straatsburg in april 2009 besloot tot de instelling van
een NAVO-trainingsmissie in Afghanistan (NTM-A). Hierover bent u geïnformeerd
in de stand van zakenbrief Afghanistan van 17 juni 2009 (Kamerstuk 27 925,
nr. 344). Op 21 november 2009 is het hoofdkwartier van NTM-A in
Kabul officieel geopend.
Een belangrijke meerwaarde van de missie ligt ondermeer in een verdere
coördinatie van de verschillende trainingsinspanningen op het vlak van
politie- en legeropbouw, zoals van het Amerikaanse trainingscommando Combined
Security Transition Command-Afghanistan en van bilaterale initiatieven zoals
de Operational Mentoring and Liaison Teams (OMLT’s) en Police Mentoring
Teams (POMLT’s) die verschillende landen al leveren.
Voorafgaand aan de NAVO-top sprak de EGF de intentie uit om een bijdrage
aan deze missie te leveren. Op initiatief van het Frans voorzitterschap van
de EGF hebben de lidstaten vervolgens onderzocht wat de mogelijkheden zijn
voor EGF-inzet in Afghanistan. Uitgangspunt was daarbij dat inzet van de EGF
een meerwaarde heeft boven bilaterale inzet omdat de EGF-landen kennis hebben
van de verschillende gendarmerieorganisaties en vooral omdat zij ervaring
hebben met onderlinge samenwerking en gezamenlijke training en oefening.
EGF bijdrage
Gezien de specifieke expertise van de EGF is gekozen het zwaartepunt van
de EGF-bijdrage te leggen op training en begeleiding van de Afghan National
Civil Order Police (ANCOP), het onderdeel van het Afghaanse politieapparaat
dat wat taken betreft het meest lijkt op gendarmerie.
Tijdens een bijeenkomst op 29 oktober jl. heeft de internationale
stuurgroep van de EGF ingestemd met:
• Beschikbaar stellen van EGF-expertise aan de staf van NTM-A, en
in het bijzonder aan de Combined Training Advisory Group-Police;
• Opzetten van EGF-opleidingscentra voor de training van de ANCOP;
• Leveren van een aantal POMLT’s.
Het reeds langer bestaande opleidingscentrum in Adraskan en het recentelijk
opgerichte opleidingscentrum in Mazar-e-Sharif zijn op 7 december 2009
formeel als EGF-opleidingsscentra aan ISAF aangeboden.
De EGF-opleidingscentra bestaan elk uit een kleine ondersteunende staf
(circa 5–10 personen) en een aantal instructeurs. De opleidingen worden
verzorgd op basis van een met het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken
afgestemd programma om standaardisatie van de politieopleidingen te bereiken.
De EGF-inzet wordt ingebed in de commandostructuur van NTM-A. NTM-A valt
onder de verantwoordelijkheid van ISAF. De EGF-bijdrage is sinds 8 december
2009 gedeeltelijk operationeel.
Deelnemende landen
Inclusief de POMLT’s zal de totale EGF-bijdrage ongeveer 325 gendarmes
bedragen, waarvan er 92 op de ANCOP-opleidingscentra worden ingezet. Hiervan
zal Italië 45 gendarmes leveren en Frankrijk 17. Ook Spanje, Litouwen
en Polen leveren een bijdrage aan de EGF-inzet. Een toegezegde bijdrage van
Portugal is op dit moment nog afhankelijk van politieke besluitvorming.
Ook Nederland zal een bijdrage leveren. Deze bijdrage zal bestaan uit
een functionaris ten behoeve van de staf van NTM-A en twee trainers met de
mogelijkheid die bijdrage uit te breiden tot circa vijf functies. De trainers
zullen op het opleidingscentrum in Mazar-e-Sharif worden geplaatst. Op dit
opleidingscentrum is Frankrijk lead nation. De Marechaussee werkt in EGF-verband
structureel nauw samen met de Franse gendarmerie.
De marechausseefunctionaris die al werkzaam is in de NTM-A staf is met
ingang van 8 december jl. aangemerkt als EGF-functionaris. De andere
twee marechaussees zullen hun functie in beginsel per 1 februari 2010
aanvangen. Deze Nederlandse bijdrage geldt tot 1 augustus 2010.
Veiligheidsaspecten
Het dreigingsniveau voor Mazar-e-Sharif is lager dan het niveau waaronder
de Nederlandse militairen dagelijks in Uruzgan optreden. De EGF-instructeurs
zullen hun taak grotendeels uitvoeren binnen een ommuurd terrein. Ze worden
daar ook gehuisvest. Het terrein wordt beveiligd door civiel personeel dat
is ingehuurd door Dyncorp. Dyncorp verzorgt in opdracht van het Amerikaanse
State Department in Mazar-e-Sharif ook ANCOP-opleidingen. In het kader van
zelfverdediging is geweldgebruik door de Nederlandse marechaussees toegestaan.
Financiën
De additionele uitgaven voor de Nederlandse bijdrage gebaseerd op een
deelname van vijf marechaussees in Mazar-e-Sharif aan de EGF-inzet in Afghanistan
voor de duur van zes maanden, worden geraamd op ongeveer 385 duizend euro.
De additionele uitgaven komen ten laste van de structurele voorziening «uitvoeren
crisisbeheersingsoperaties» van de Homogene Groep Internationale Samenwerking
(HGIS) op de defensiebegroting.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop