27 923 Werken in het onderwijs

Nr. 412 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 oktober 2020

Met deze brief wil ik u informeren over het bestuursakkoord dat ik vandaag heb gesloten met de VH en de VSNU over de versnelling en versterking van flexibilisering van de lerarenopleidingen1. Hieraan zijn middelen gekoppeld die bij Voorjaarsnota vrijgekomen zijn voor de aanpak van het lerarentekort, zoals in een eerdere brief aan uw Kamer is aangekondigd2.

In korte tijd hebben de lerarenopleidingen een ambitieuze agenda gemaakt om de opleidingen flexibeler te maken. Dit doen zij door het bieden van meer maatwerk, door beter aan te sluiten op eerder opgedane kennis en ervaringen van aankomende leraren en op de beroepspraktijk. Zij zullen zich onder meer verder professionaliseren in de begeleidingssystematiek en didactiek voor volwassenen.

Voor zij-instromers, volwassenen die al een andere carrière achter de rug hebben, gaat dit veel betekenen. Ik verwacht dat door dit bestuursakkoord op korte termijn de opleiding beter zal aansluiten op de ontwikkelbehoeften van zij-instromers. Merel van Vroonhoven, onafhankelijk aanjager lerarentekort, wees ook op de urgentie van deze maatregelen in haar rapport dat u op 2 juli jl. heeft ontvangen.

Goed en flexibel opleiden van leraren is essentieel voor goed onderwijs. Iedereen die leraar wil en kan worden, moet goed ondersteund worden om een gepersonaliseerd opleidingstraject te kunnen volgen. Intensievere samenwerking en het afstemmen en waar mogelijk harmoniseren van beleid tussen lerarenopleidingen is daarbij van belang, zowel binnen de sectoren hbo en wo, als tussen beide sectoren. Zo wordt het wiel niet telkens opnieuw uitgevonden bij één opleiding, bij één instelling of in één sector, en wordt voorkomen dat er onwenselijke en onverklaarbare verschillen zijn bij instellingen.

De lerarenopleidingen kunnen voor een flexibel opleidingstraject ook niet zonder samenwerking met het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs, bijvoorbeeld bij de vormgeving van het praktijkdeel van de opleiding en aansluiting van de opleiding op de beroepspraktijk. Zij zullen bij de uitwerking van de ambities betrokken worden.

In het bestuursakkoord is afgesproken dat de voortgang van de afspraken uit het bestuursakkoord tweemaal per jaar besproken worden in bestuurlijk overleg tussen OCW, de VH en de VSNU. Daarnaast wordt een onafhankelijke evaluatie ingericht met een tussenmeting na twee jaar en een eindevaluatie begin 2024.

Een deel van de middelen die bij Voorjaarnota vrij zijn gekomen wordt ingezet voor Samen Opleiden en Professionaliseren waarbij lerarenopleidingen en scholen intensief samenwerken aan de opleiding en begeleiding van studenten en zij-instromers. Met de PO-raad, de VO-raad, de MBO-raad en de VH en de VSNU zal ik dit najaar een plan maken voor de inzet van deze middelen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Kamerstuk 27 923, nr. 410

Naar boven