Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2020
Met deze brief wil ik u informeren over het bestuursakkoord dat ik vandaag heb gesloten
met de VH en de VSNU over de versnelling en versterking van flexibilisering van de
lerarenopleidingen1. Hieraan zijn middelen gekoppeld die bij Voorjaarsnota vrijgekomen zijn voor de aanpak
van het lerarentekort, zoals in een eerdere brief aan uw Kamer is aangekondigd2.
In korte tijd hebben de lerarenopleidingen een ambitieuze agenda gemaakt om de opleidingen
flexibeler te maken. Dit doen zij door het bieden van meer maatwerk, door beter aan
te sluiten op eerder opgedane kennis en ervaringen van aankomende leraren en op de
beroepspraktijk. Zij zullen zich onder meer verder professionaliseren in de begeleidingssystematiek
en didactiek voor volwassenen.
Voor zij-instromers, volwassenen die al een andere carrière achter de rug hebben,
gaat dit veel betekenen. Ik verwacht dat door dit bestuursakkoord op korte termijn
de opleiding beter zal aansluiten op de ontwikkelbehoeften van zij-instromers. Merel
van Vroonhoven, onafhankelijk aanjager lerarentekort, wees ook op de urgentie van
deze maatregelen in haar rapport dat u op 2 juli jl. heeft ontvangen.
Goed en flexibel opleiden van leraren is essentieel voor goed onderwijs. Iedereen
die leraar wil en kan worden, moet goed ondersteund worden om een gepersonaliseerd
opleidingstraject te kunnen volgen. Intensievere samenwerking en het afstemmen en
waar mogelijk harmoniseren van beleid tussen lerarenopleidingen is daarbij van belang,
zowel binnen de sectoren hbo en wo, als tussen beide sectoren. Zo wordt het wiel niet
telkens opnieuw uitgevonden bij één opleiding, bij één instelling of in één sector,
en wordt voorkomen dat er onwenselijke en onverklaarbare verschillen zijn bij instellingen.
De lerarenopleidingen kunnen voor een flexibel opleidingstraject ook niet zonder samenwerking
met het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs, bijvoorbeeld
bij de vormgeving van het praktijkdeel van de opleiding en aansluiting van de opleiding
op de beroepspraktijk. Zij zullen bij de uitwerking van de ambities betrokken worden.
In het bestuursakkoord is afgesproken dat de voortgang van de afspraken uit het bestuursakkoord
tweemaal per jaar besproken worden in bestuurlijk overleg tussen OCW, de VH en de
VSNU. Daarnaast wordt een onafhankelijke evaluatie ingericht met een tussenmeting
na twee jaar en een eindevaluatie begin 2024.
Een deel van de middelen die bij Voorjaarnota vrij zijn gekomen wordt ingezet voor
Samen Opleiden en Professionaliseren waarbij lerarenopleidingen en scholen intensief
samenwerken aan de opleiding en begeleiding van studenten en zij-instromers. Met de PO-raad, de VO-raad, de MBO-raad en
de VH en de VSNU zal ik dit najaar een plan maken voor de inzet van deze middelen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven